Na het inpikken van een laptop was het in maart (vorig jaar..) tijd om thuis te gaan klussen voor het werk. Nu ben ik volgens mijn kinderen al een fossiel dus ik denk nog in de tijd van: werken doe je op het werk en thuiszitten doe je thuis. En al helemaal als je bij een luchtvaartmaatschappij werkt is het vreemd omdat van huis uit te doen. Je moet toch voor en na je dienst even kunnen spotten langs de Oostbaan?
Ik moet bekennen dat ik al dat jonge yuppengrut dat zo nodig thuis moet werken met argusogen bekeek. Thuiswerken, jaja.. Lekker slempen op de bank, hondje uitlaten, wasje doen, uitgebreid koken en koffie slobberen zal je bedoelen!
Enfin, met een geprepte laptop onder de arm op naar huis. Omdat de kinderen op dit moment het ouderlijk huis verlaten gelijk ratten een zinkend schip, kan ik kiezen in welke kamer ik ga zitten. Dat wordt dan 1 hoog, achter.
Wonderwel werkt de laptop goed, is de VPN-verbinding met het Operations Control Center jofel en kan ik zowaar thuis bekijken hoe vol alle vluchten zijn. Wel een petieterig schermpje als je vier lellen van schermen gewend bent, maar ach, we kunnen aan de slag. De mails vliegen naar binnen, ik kan de luchtvaartsystemen in, loop door de vliegschema’s en ik kan direct ook alle andere systemen in, zodat ik zowaar echt kan werken. Toch wel handig.
Het is koud in mijn kamer. Ik ben een geweldige schriep en stook alleen beneden, op milieu- gecertificeerd hout in een hoogrendementspeksteenkachel. Je moet wat over hebben voor het milieu. Mijn kinderen klaagden altijd al dat het fris was in huis, maar dat deed ik af met: “Trek maar een trui aan”. “Zolang er nog geen ijsbloemen op de ruiten staan, heb je het beter dan ik vroeger”. Ze waren gehoorzaam. En ik had het lekker behaaglijk in het OCC.
Nu heb ík het koud. Bah. Ik trek een trui aan, dikke sokken en een sjaal. Zo, dat gaat best. Totdat het eerste Teams-gesprek gevoerd moet worden. Stress! Ik zie er niet uit, op de muur achter mij hangt een raar schilderij en de hoed van opa. Het bed is niet netjes opgemaakt. Dat gaat die camera natuurlijk allemaal laten zien! Snel alles van de muur, trui uit, sjaal af, joggingbroek? Nee, dat kan wel, maar vooral níet gaan staan, hup overhemd aan, bed recht en voor de buis.
Mijn collega’s verschijnen. De een heeft een strandgezicht achter zich (hoe doe je dat?) de ander is alleen met haar voorhoofd in beeld en praat uit haar neus, nummer 3 heeft een Tesla en zwamt door een vibrerend scherm en een ander kletst met de microfoon op ‘mute’. Als die ‘unmute’ aangaat begrijp ik waarom. Zijn vrouw heeft nieuwe laarzen en klost over de houten vloer met erg vrouwonvriendelijke stappen. De meeting is snel, efficiënt, maar redelijk gevoelloos en ik ruik helaas geen kerosine.
Na een paar maanden thuis zo bezig te zijn geweest merk ik dat ik wasjes doe, koffie leut, een middagdutje doe en de hond uitlaat. Maar ook dat ik ’s morgens om 07.00 uur opsta, en ‘s avonds om 21.00 uur nog even een mail wegpoets. Ik ben lekker ‘bij’, ik hoef de deur niet uit. Mijn reistijd zet ik om in een cursus Noors en mijn reiskosten dalen terwijl ik die wel vergoed krijg. Nou ja, dat laatste duurt een maand en dan komt KLM erachter dat het beter is dat reiskosten alleen betaald worden als je ook reist. Volstrekt logisch. Als mijn afgewezen ideeënbusidee van 32 jaar geleden toen was ingevoerd, dan hadden we daar nu vast een vette Boeing van kunnen kopen.. Maar dat is een zure en flauwe opmerking.
Thuiswerken, dat is lekker! Je kijkt niet op een uurtje meer, het is allemaal erg nuttig je kunt ook tijdens de vroegere reistijd nog best een meetinkje plannen. Achterstallig opruimen en meer werk aannemen gaan ook prima. Mijn hemel, wat hielden die collega’s op het werk mij eigenlijk op!
Totdat.. het Hoofdbestuur in opstand komt. En met mijn Hoofdbestuur valt niet te spotten.
Op mijn vrije dag en na 5 uur afspraken, belletjes en ‘even bijlezen’, komen de eerste vragen in een reeks van velen als een vilein mes op mij af. “Zo, gezellig dat thuiswerken hè?” “Heeft de KLM je contract uitgebreid met je vrije dagen?” “Ik dacht dat jouw baan opgeheven zou worden?” “Wat zit je dan nu nog allemaal te doen?” “Gaan wij ook nog eens iets gezelligs doen”?
Ik voel mij opeens dat kind dat eindeloos achter de Playstation zit en betrapt wordt. “Hoe lang zit jij al op dat spel?” “Kwartiertje, pap.” “Wat dacht je van 4,5 uur?”. “Nou, dat kan écht niet!” “Denk je dat ik lieg?” “Ik mag ook nooit iets” “Aan je huiswerk!” “Het is kerstvakantie, pap!”
Het wordt dus afkicken. Er zit niets anders op. Vrij is vrij, werk is werk. Wist U dat het in Duitsland verboden is bij wet om, als werkgever, contact op te nemen met werknemers als zij vrij zijn? Niet via mail, niet via telefoon, gewoon helemaal niet. Dit om burn outs en netelroos te voorkomen.
Inmiddels werk ik thuis en zit ik thuis op mijn werk, ik heb het koud, ik mis de automatenkoffie, het geroezemoes, de luchtvaartsfeer en de wilde ideeën van mijn collega’s, de fijne werkomgeving, de reuring, het goedgekeurde meubilair.
Maar vooral de autorit, de afleiding, het thuiskommoment, de knuffel-ben-je-er-weer, de blije hond. “Hoe was het vandaag?”
Thuiswerken, tssss, ’t is wat.
Jan Morren