In eerste instantie lijkt hij een vriendelijke, geïnteresseerde oude baas. Samen met zijn vrouw komt hij kletsend de cabine binnen. Ze hebben een heerlijke vakantie op Curaçao gehad en zijn nu weer fijn met de blauwe club onderweg naar huis. Zoals veel Nederlanders dat doen, maakt hij zich zijn stoel snel eigen en voelt zich volledig ‘thuis’. De koffie pruttelt, de kleur is al honderd jaar blauw en de crew spreekt Nederlands. Wat wil een Nederlander nog meer?
Het onderstaande verhaal is geschreven door Renske Dragt, auteur van het boek ‘Love is in the air’. Met de code “upinthesky10” kunt u het boek via Up voor Pasen nu extra voordelig bestellen!
Ze zitten tegenover mij bij de nooduitgang. Dit baby-boomende stel, waarvan de man niet te houden is terwijl het vrijblijvende vragenuurtje is begonnen. De ene na de andere vraag wordt op mij afgevuurd. Ik vind zijn enthousiasme aanvankelijk wel aandoenlijk en beantwoord alles zo goed als ik kan, terwijl ik ondertussen mijn best doe om ook andere passagiers aandacht te schenken en zich welkom te laten voelen. Maar de beste man maakt mijn werk tot een uitdaging. Gelukkig ben ik vaak wel in voor een uitdaging, dus ik zet een tandje bij en laat mijn ‘multi-taskende ik’ de boventoon voeren.
Wanneer meneer merkt dat er bij mij wel een potje te breken valt, slaat de toon om naar onvervalste ‘humor’. Of moet ik schrijven: ‘valse humor?’ Mijn relatie met de cockpit komt aan bod, mijn vermeende lage opleidingsniveau en de opmerking dat ‘het stewardessen-vak en het KLM-personeel al lang niet meer is wat het ooit geweest is’ slik ik als zoete koek. Ik grimas in plaats van dat ik glimlach, ik vermaal de woorden in mijn mond en slik de van repliek dienende antwoorden in.
Wanneer de ‘fasten seatbelt’ verlichting na take-off uitgaat en de bijhorende toon afgeeft, ontdoe ik mij van de riemen én van deze bejaarde aan wie ik langzaamaan een hekel begin te krijgen. Ik vlucht nog nét niet rennend naar de galley.
Laat de service maar beginnen! Ik bouw mijn kar op, vul alle plateaus met zogenaamde ‘happen’ en duw mijn zware container over de drempel (wie die drempel ooit bedacht heeft zou het beroep van ‘stess’ eens moeten gaan uitoefenen) het gangpad in. Bij deur 23 wacht ‘mijn’ grijsaard mij met open armen op. Dit keer met videocamera in de aanslag. Hij filmt mij, zoomt in en terwijl hij mij filmt, becommentarieert hij mijn manier van werken. Dat ik mij erger aan dit gedrag zou een understatement genoemd kunnen worden.
De richtlijnen zijn sinds een aantal jaren duidelijk. Personeel mag aan boord niet (meer) gefilmd of gefotografeerd worden. En de redenen hiervoor zijn wat mij betreft niet heel moeilijk te raden. De keer dat ik mijn collega op een Europa-vlucht in het gangpad zag staan met een lading hooligans tegenover zich, van waaruit een luid bulderend ‘daar moet een piemel in’ zangkoor gestart werd, vind ik persoonlijk tenenkrommend te noemen. De keren dat collega’s bij een escalatie van agressie in ‘the picture’ gezet werden door passagiers die het zien als een vorm van entertainment of ‘je zal het maar vast gelegd hebben voor het publiek op de grond dat er straks na de landing fijn van kan meesmullen’ komen steeds vaker voor. Mondkapjes discussies, deportees die het land uit gezet moeten worden of simpelweg ongelikte mensen die het nodig vinden om verbinding te zoeken aan de hand van een telefoon of camera.
We gaan niet de menselijke verbinding met het personeel dat in de frontlinie staat, aan. Nee. Die gaan we, telefoon-verslaafden die we zijn, massaal aan de hand van beelden evalueren op gedrag én uiterlijk. De verbinding zoeken we via de likes en de entertainmentindustrie van Facebook, Instagram en LinkedIn, die hierachter schuil gaat. De verbinding met de mensen op de grond: De beoordelende of zijn het de veroordelende toeschouwers die niet eens aan boord zijn!
De ‘de-humafying’ van mensen door continue aan de slag te zijn met onze camera’s en het internet ervaar ik persoonlijk als een van de grootste flaws van omgangsvormen in onze maatschappij. De comments, de likes, de vuilnisbaktaal die over het net gespuid worden in de schijnveiligheid van anonimiteit, zijn kenmerken van onze samenleving waar we scherper op moeten zijn. Inbeeldingsvermogen is daar een krachtig element in. Dus in het licht van Pasen, laat ik mijn relaas bijbels afsluiten. ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet’.
Welkom aan boord. Ú staat daar in uniform. Ú mag gastvrij uw passagiers ontvangen. Met wie gaat u liever het gesprek aan? Met de klant die zich bescheiden weet op te stellen of met een camera die ongevraagd voor je giechel geduwd wordt?
Een overpeinzing waard. Een gedachte die trouwens niet alleen geldt voor omgangsvormen in de lucht, maar net zo van toepassing is voor ons gedrag op de grond.
Fijne Pasen!
Renske Dragt heeft veertien jaar als stewardess bij KLM gevlogen en is auteur van het boek ‘Love is in the Air: hoe een vlucht mensen met elkaar verbindt‘.
Bestel met de code “upinthesky10” Renske’s boek Love is in the air via Up voor Pasen nu extra voordelig!
-
Boek Love is in the Air€15,00