Twee C130 Hercules-vliegtuigen vliegen de komende weken laag boven Nederland om het droppen van parachutisten en ladingen te trainen. Met de oefeningen bereidt de luchtmacht zich voor op een inzet in Mali later dit jaar.
Oefeningen in Nederland
Vanwege alle coronamaatregelen is het nog altijd maar beperkt mogelijk om in het buitenland te oefenen, zo geeft de luchtmacht aan. Noodzakelijke voorbereidingen van de luchtmacht, zoals die voor de missie in Mali, spelen zich daarom ook onder de noemer “Orange Bull” in en boven Nederland af. De oefening wordt ook voor een deel in het Duitse en Belgische luchtruim uitgevoerd.
Een Hercules dropt op 12 april parachutisten in de omgeving van Rotterdam tijdens de anti-terreuroefening ‘Port Defender’. Deze oefening duurt tot 14 april. Er wordt samengewerkt met de Koninklijke Marine, de Dienst Speciale Interventies en het Defensie Helikopter Commando.
Van 12 tot 22 april vindt ook de oefening ‘Deviant Dragon’ plaats. Ongeveer 50 gevechtsvliegtuigen van Nederland, België, Denemarken en de VS trainen op grootschalige luchtgevechten. Van maandag tot en met donderdag vliegen er grote formaties; de toestellen komen elk vanaf hun eigen basis en trainen gezamenlijk boven de Noordzee en noord-Nederland. De trainingen zijn van belang om in coalitieverband te kunnen opereren, zoals bij de inzet tegen IS-doelen in Irak en Syrië.
Op de website van Defensie is meer te vinden over alle vliegbewegingen van de luchtmacht.