Wat leest u op Upinthesky? Vliegtuigschrijverij! Heel veel vliegtuigschrijverij. Naar aanleiding van een brief van een Boze Lezer (er zaten slordigheden in een Up-tekst) is het interessant om eens uit te wijden over dit obscure zijtakje van de journalistiek.
Eén van ‘onze’ schrijvers reageerde namelijk op de boze brief met: “Als ik beter betaald zou worden, zou ik ook kritischer zijn op mijn eigen product. Dan zeg ik mijn baan op en ga ècht aan het werk.”
Deze redenatie wordt in de Engelstalige wereld – zoals altijd weer heel scherp – vertaald met: if you pay peanuts, you get monkeys.
Een anekdote. Toen ik in 1992 begon met het schrijven over vliegtuigen, zag mijn toenmalige boekhouder Peter alras een factuur langskomen voor het eerste artikel. Tekst èn foto’s: 125 gulden ex BTW. Met opgetrokken wenkbrauwen zei hij: “Daar ben je helemaal voor naar Rotterdam gereden? Benzine zelf betaald? Je hebt daar een interview afgenomen, en foto’s gemaakt? Je bent vier uur aan het schrijven geweest? Voor honderdvijfentwintig gulden? Dan kun je beter tuinmeubel-folders blijven schrijven, in de reclame. Want dan verdien je honderdvijfentwintig gulden per úúr. En dan ga je in het weekend van dat geld lekker met Cessna’s vliegen.”
Hij had gelijk, in zekere zin. In die jaren draaide ik tussen de 200.000 en zelfs 300.000 gulden per jaar. Met teksten over autoverzekeringen en rolgordijnen. Zonder noemenswaardige kosten. Uurtje factuurtje. En die guldens waren in koopkracht destijds gelijk aan de euro’s van nu.
De man had gelijk, maar ik bleef toch over vliegtuigen schrijven. Is namelijk veels-en-veels te leuk. Je komt waar niemand anders komt. Je vliegt alles wat los en vast zit. Want ik had een A1-brevet en dus mocht ik allerlei nieuwe vliegtuigen uitproberen. En had de kans allerlei rare figuren te ontmoeten, waarvan er in de luchtvaart vele rondlopen. Bijzondere verhalen aanhoren en noteren. Leuk allemaal, als je ervan houdt.
En in een paar jaar had ik stick time op een Extra-300, een Tiger Moth en een P-51. Vloog mee in een Osprey, met een freighter naar Ierland en draaide barrel rolls in een jet om een Boeing Superfortress. Ik kende tientallen interessante piloten. Ik ontmoette Rudy Deckers, die later de kapers van ‘911’ op zou leiden. Ik sprak langdurig met Duitse WO-2 veteranen en hun Amerikaanse tegenstanders. Ik vloog met een Cessna 182 RG zigzaggend door een grand-canyon in Marokko, en stuurde een stoere warbird over de Noordelijke IJszee. Vloog mee met Cubaanse opstandelingen, bij Castro-Treiter-Trips boven de territoriale wateren van Cuba. Ik stond in de pits van de eerste Red Bull Air Race in Hongarije met Peter Besenyei en Kirby Chambliss. En mocht in Brazilië de roll-out van een E-175 gaan bijwonen, met aansluitend diner-dansant.
Het vervelende van de kwestie is dat je de lat zelf hoog moet leggen. Dat doet ‘de redactie’ niet altijd, want die voelt zich soms schuldig over het feit dat er maar matig betaald wordt, zeg ik voorzichtig.
Beetje tussenvorm is de NRC, die betaalde soms vijfhonderd gulden/euro voor nauwelijks zeventig woorden. Die zeventig woorden moesten dan wel stuk voor stuk geniaal zijn.
Maar dat was dan weer een makkie voor…
Goof Bakker
Additional facts
Proeflezer Jaap: “Of je schrijft, of je schrijft niet: de keuze is aan de schrijver. Maar als je kiest om te schrijven, en dan vooral omdat het je hobby/passie is, of je nu veel of slechts peanuts krijgt: doe het met hart en ziel! En wees dus kritisch op wat je aflevert.” Klopt, Jaap! Mijn vader zei al: “Wat waard is om gedaan te worden, is waard om goed gedaan te worden.”
In eerste instantie had ik geschreven dat de peanuts-quote van Amerikaanse oorsprong was. Proeflezer Jack (woont in de VS; is met Amerikaanse getrouwd): “De uitdrukking ‘if you pay peanuts’ is zeker treffend, maar helaas niet van Amerikaanse origine. Is blijkbaar van Engelse oorsprong, van een zekere James Goldsmith. Ik kende de uitdrukking niet en toen ik Sharon vroeg, ‘if you pay peanuts, what do you get?’, antwoordde ze ‘elephants?‘. Haar zus had er ook nog nooit van gehoord.”
Over de betaling: ik vroeg natuurlijk aan Karel Campers, destijds de hoofdredacteur van Piloot & Vliegtuig (met (toen nog) een oplage van 12.000 exemplaren), naar de reden van de beroerde betaling. Het antwoord was: “De markt is klein, en het aanbod groot. Velen willen het doen. Jos Mols, Ruud Vos, Thijs Postma, Ben Ullings en Jan Cocheret. Ze willen het allemaal doen. Voor peanuts.”
Klein beetje troost: toen ik in Amerika aan een vliegtuigschrijver vroeg wat hij verdiende, bleek dat maar nèt het dubbele. En dat bij een enorme markt, met oplagen van 100.000 exemplaren per medium. Ook daarginds is de vliegtuigschrijverij dus relatief slecht betaald. Met dezelfde reden: velen willen het doen. Alles om met hun passie bezig te zijn.
Vliegtuig-fotografen in de VS verdienen veel meer. Maar moeten alle kosten van hun photo-ship zelf betalen. Dat heeft weer een ander nadeel: als schrijver zit je daarginds in de kantine met een bak oploskoffie, om moeizaam een verhaal uit een slecht-formulerende piloot te trekken. Terwijl de fotograaf het leuke air-to-air-werk doet. Als zelf-fotograferende schrijver kun je in Nederland in elk geval àlles zelf doen. Leuk en niet-leuk. Maar wel voor een fooi, dus.
Proeflezer Menno heeft P-51 gevlogen, maar blijkbaar niet goed onderhandeld: “Een klap in het gezicht van mensen die 2500 dollar betalen voor een uurtje P-51D en daarna twee gratis artikelen schrijven!”
Proeflezer Ruud: “Dankzij de passie zijn en blijven we arme luchtvaartbeschrijvende sloebers.”
Er zijn commerciële klanten die zonder blikken of blozen €1500 betalen voor een flinke zondag werk. Maar die eisen wel topkwaliteit voor dat geld. Dat betekent: de hele tekst zestien keer doorlezen, elke punt en komma controleren, perfect lopende zinnen, en eindeloos spelling-checken (in den beginne gewoon via de Dikke Van Dale!) en ga zo maar door.
Proeflezer Nick: “We hebben zoveel medelijden met je……aaach…..!”
Proeflezer Leo: “JE KEN DAN WEL DE SCHRIJVERT UITHANGE MAAR DAN MOT JE OOK GEEN VAUTEN MAKEN!”
Proeflezer Bert: “Voor het juiste perspectief: Hfl 125 voor een werkdag is Hfl 2750 per maand. Bruto. Dat was in 1992 het maandsalaris van een academisch gevormd rijksambtenaar. Laat de luchtvaartwereld daarover nog eens nadenken, als ze weer eens klagen over de Haagse bureaucratie. Met in het achterhoofd die treffende Amerikaanse uitdrukking: if you pay peanuts, you get monkeys.”
Proeflezer Erik-Jan: “Hoeveel betaalt die boze lezer eigenlijk voor een abonnement? Dat moet je toch eigenlijk afwegen tegen de geleverde writing/editing-kwaliteit, want daar zal allicht een mede-oorsprong van de boosheid zitten.” Antwoord Goof: de boze lezer betaalt niks, want leest Up voor niks. Bij geprinte media betaalt men fors, tegen een tientje per blad.
Proeflezer Erik-Jan: “Ik gebruik mijn Dikke Van Dale ook nog vaak. De boekdelen; er is natuurlijk ook een online-versie maar die kost geld.”
Proeflezer Anton: “Tja, ’t is net het vliegen zelf, de klant wil het allemaal zo goedkoop mogelijk. Toch zijn er een paar zeer succesvolle vliegtuig vloggers, die naar zij zeggen, voor hun, zelfs ook first class, tickets gewoon betalen. Met hun Engelstalige vlogs hebben zij een wereldpubliek, dus dat maakt het budgettair meteen ook anders. Kortom: kies een ander medium, een bredere doelgroep en ga internationaal vloggen.”
Proeflezeres Renske: “Kunst wordt gewoon niet op de juiste waarde geschat. Ik kan het ook niet anders zeggen, Goof. En nee, dat voelt inderdaad niet goed. Twee weken geleden naar Volkel gereden voor een ruim twee uur durend interview. Een volledige dag bezig geweest om het interview uit te schrijven. Daarna mij zorgen gemaakt over mijn writers block, want hoe kan ik in vredesnaam verbindend schrijven over oorlogvoerende gevechtspiloten? Gisteren oppas geregeld en mijzelf om negen uur in de ochtend achter de computer gezet. Ik kwam daar vannacht om 0.01 vandaan. Ik heb een longread te pakken van een kleine zesduizend woorden. Die gaat naar mijn eigen eindredacteur en ja, zij haalt elke verkeerde komma eruit. Wat krijg ik hiervoor? Vijftig euro voor vier dagen werk en een zeurende stem in mijn hoofd die zich twee weken afvraagt wat ik nou toch zal schrijven. Nee. Het klopt niet.
Tegelijk, heb ik geleerd dat ik creatief ben. Dat ik een podium heb waar ik mijn mening mag geven. Dat ik mensen mag helpen dingen anders te zien. Dat ik mag verrassen. En dat maakt mij zichtbaar. Nog steeds niet voor betaald werk, wat onbegrijpelijk is, hoor, maar toch…..het geeft mij het gevoel dat ik nog steeds een beetje mee doe in de maatschappij. En dat voor vijftig euro.”
De Queen of the Skies is terug!
Dertig jaar lang vloog de PH-BFG in het KLM-blauw de wereld over. In 2019 ging ze met pensioen, maar nu is ze terug..
Een uniek stukje luchtvaartgeschiedenis. Bestel nu in de webshop van Up in the Sky - gratis verzonden!