In het eerste artikel uit deze vijfdelige serie maakten we kennis met Ian Knight, voormalig F-35-piloot en Hans van der Werf, voormalig F-104 vlieger. In dit tweede deel gaat het over de belevingswereld van een straaljagerpiloot. Hoe voelt het om te vliegen in een toestel van dit formaat, met de snelheden die er gevlogen worden?
Gespecialiseerd
Ian en Hans: “Een concertpianist kan niet aan ons uitleggen hoe het is om pianist te zijn op dat niveau. Als je het aan een concertpianist vraagt, dan zijn wij, normale mensen, doof voor de klanken en souplesse waarmee er gespeeld wordt. Het verschil met een pianist is dat je er nog naast kan zitten en kan proberen om het te begrijpen. Je kan het horen, maar zelfs dat is bij een gevechtsvlieger niet mogelijk.”
“Voor al die beroepen die super-, supergespecialiseerd zijn, is dit niet uit te leggen zonder het te ervaren. Ik kan iemand meenemen naar boven, maar dan komen ze alleen maar met zulke grote ogen weer beneden en dan hebben ze 0,1 % meegekregen van wat er nu allemaal precies gebeurd is. Het vliegen is ook maar zo’n klein stukje van het geheel: het vliegen is alleen maar een middel om de taak uit te voeren die je moet uitvoeren. Een middel om die bommen ergens heen te brengen, een middel om een raket ergens naartoe te vliegen. Het vliegen is het papier waar je op schrijft en niet de tekst zelf. “
“De missie, wat je precies doet en hoe je dat doet en hoe al die tactieken werken, dat is zo technisch, zo tot in detail uitgewerkt, zo precies. Nog steeds kan ik, zonder naar een tape te kijken die elke tiende seconde analyseert, je niet duidelijk maken wat het nou in houdt om jachtvlieger te zijn. Het gevoel is dus anders. Een heel andere wereld. En zo is dat ook niet uit te leggen aan iemand die dat gevoel niet heeft. Ik kan niet uitleggen wat het betekent om met 6, 7, 8, 9 G de hoek om te gaan en toch je missie nog te blijven doen.”
Mysterie
Maar wat valt er dan wel uit te leggen? Wanneer het gevoel in de lucht onverklaarbaar is, blijkt het gevoel op de grond een deel van het mysterie op te heffen. Het wordt mij snel duidelijk gemaakt: vliegen bij de luchtmacht is kei- en keihard werken. De dagen zijn lang, de lat ligt onnoemlijk hoog, de druk staat op een intense spanning waar falen wel een optie is, maar niet wanneer je niet bereid bent ervan te leren en jezelf te pushen tot uiterste verbetering. Elke dag, elk uur, elke seconde maar weer. Het leven staat in het teken van topsport in de lucht. Een wereld waarin je, eenmaal binnen, in een team komt te werken waar presteren tot het uiterste het minimale van verdienste is, maar waar vertrouwen op elkaar en transparantie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en de rode draad vormen binnen de luchtmachtcultuur.
“De luchtmacht is verre van statisch: een vliegtuig ontwikkelt zich vanuit het verleden naar het heden. Het wordt moderner, het wordt geautomatiseerder, maar de persoon die geselecteerd is om hem te vliegen blijft hetzelfde. Hetzelfde type mens. De piloot moet de mindset hebben van een gevechtsvlieger: ‘gewoon…..absoluut wíllen vliegen’. Je moet het willen! Dat zal vroeger en nu hetzelfde zijn. Als je niet wil, dan gaat het gewoon niet.”
Opleiding tot piloot
“Mensen die van alles aan kunnen tonen aan vliegervaring, hebben niet meteen een streepje voor bij de vliegerselectie. Je zou zelfs kunnen stellen dat hoe minder je weet over vliegen, hoe meer onbeschreven blad je nog bent en hoe makkelijker je te vormen zal zijn. Want dan is het juist lastiger bepaalde aangeleerde dingen of gedachtepatronen weer af te leren.”
“Tijdens de vliegeropleiding komen er een hele hoop dingen bij kijken, waarbij de relatie met het vliegen niet duidelijk is of simpelweg er helemaal niet is. Maar je zal dat wél moeten doen en goed ook, anders kom je niet verder. Zoals binnen bepaalde tijd tien kilometer hardlopend moeten afleggen. Het heeft weinig met vliegen te maken, maar de hele opleiding stond stijf van dit soort dingen. Een continue test. Veel mensen halen de selectie dan ook niet of vallen tijdens de opleiding alsnog uit. Ze kunnen het tempo of ze kunnen de stress, de continue druk om op de toppen te moeten presteren, niet goed aan.”
“De gouden regel: Iedereen kan de opleiding voor gevechtsvlieger doen, alleen niet iedereen kan de vliegopleiding doen in de tijd die je ervoor krijgt.”
Persoonlijkheid
Maar hoe zit het dan met de persoonlijkheid van de mens in dat gevechtstoestel? Met Iceman die een gouden balpen rollend over zijn vingers afwikkelt, Maverick die in het oor van zijn wingman Goose fluistert dat hij zich afvraagt wie van hen ‘the best of the best is’ en Viper die de vliegers een pluim geeft door te zeggen dat ze ‘the best of the best’ zijn, gevolgd door een knik en een stoere confirmatie ‘we’ll make you better’. Ik zie een groep van alfamannen in een hok gestopt, loerend naar elkaar kijken hoe ze elkaar af kunnen gaan troeven in de lucht. Wat blijft er nog staan, wat blijft er nog over van mijn jeugdfilm, van mijn Maverick? Of is Maverick, net als Tom Cruise, toch echt vergane glorie? Of nog erger…..had Maverick ooit de selectie van jachtvlieger gehaald?
Donderdag (13 mei) is het ‘Top Gun Day’. In aanloop naar deze bijzondere dag publiceert Up in the Sky vijf interviews met jachtvliegers bij de Koninklijke Luchtmacht! Morgen deel 3 van het Top Gun-interview met Hans van der Werf en Ian Knight: de leider en de wingman.