In de aanloop naar vandaag, ‘Top Gun Day‘ (13 mei) spraken Renske Dragt en Leonard van den Broek voor Up in the Sky met Ian Knight, voormalig F-35 vlieger en Hans van der Werf, voormalig F-104 vlieger. In deel 4 lazen we over het uitvoeren van een taak en het gevoel dat er aan verbonden is. In dit vijfde en laatste deel gaat het over de missie van Defensie voor Nederland.
Hans en Ian: “Waarom heb je nu geen vrouwelijke jachtvliegers? Niet omdat vrouwen slechter zijn. Integendeel: er zijn veel redenen te verzinnen waarom vrouwen er beter in zouden zijn, maar het probleem is als er 600 jongens zich aan melden en er komt er 1 door en er melden zich 6 meisjes aan, dan statistisch gezien komt er dus geen enkel meisje door.”
“We hebben begin jaren 90 twee meidenklassen omarmd en er is geen één vrouw uitgekomen. En ik vind ook dat ze zich moeten realiseren dat we daardoor een aantal mannen niet hebben meegenomen in de selectie. Dus daar zijn ze vanaf gestapt. Er wordt verder heel zwart-wit naar gekeken.”
Kansen
“Bij jachtvliegen blijven de eisen gewoon staan. Er is wel een wens van de luchtmacht om er meer vrouwen bij te krijgen en dat is een gezonde wens, maar als de eis een eis is, dan stopt het op een gegeven moment ergens. Maar het is wel jammer, want ik denk dat juist in dit soort vakgebieden waarbij die meedogenloze openheid intern is, het juist mensen niet kan schelen of je nu een vrouw bent of niet, waar je vandaan komt, etc. Als je je job doet, dan interesseert het me helemaal niet wie jij bent. Als je eenmaal binnen bent dan heb je extreem gelijke kansen. Maar voordat je binnen bent, moet je hetzelfde doorlopen als dat wat wij allemaal doorlopen.”
“Dat is nodig om dat vak uit te kunnen oefenen en we passen de eisen daar niet op aan. Of het nu een vrouw of een man is. Nobody cares. Jachtvliegers worden beoordeeld op die tape, die laat zien of jij je job wel goed doet. En als je het niet goed doet, dan gaan we het de volgende keer beter doen met de kennis die je net hebt opgedaan. En als het dan nog een keer niet goed gaat, dan gaan we het nog een keer doen en als het dan nog niet lukt, dan gaan we kijken naar hoe het met je gaat. Dat heeft niets te maken met gender. Dus dat is wel jammer. De vakgebieden waar ze mega-gelijke kansen hebben, daar zie je vrouwen dus weinig terug.”
Passie
Even eerlijk. Had ik mezelf ooit als jachtvlieger gezien? Nee. Ten eerste heb ik er de lengte niet voor, maar ten tweede zou het niet eens in mij op zijn gekomen dat carrièrepad te bewandelen. Ondanks de schietstoel onder de trap, het squadron embleem aan de muur en de foto’s van de in formatie vliegende F-104’s die in mijn jeugd als heel normaal in de woonkamer hingen. Waarom kijk ik dan toch als één van de weinige vrouwen met passie naar boven als er een gevechtstoestel over komt? Ik ren mijn keuken uit, ik zet mijn auto aan de kant van de weg, ik zoek, ik spot en ik wijs. Daar! Daar is ‘ie! Die trilling, het lawaai van overvliegende F-16’s tijdens het interview geven mij een tinteling in mijn buik en ik kan een glimlach toch echt niet verbergen. Wat is dit toch? Waar zit het ‘m nou in dat ik mij denk te herkennen in deze defensieclub? Deze open cultuur voor de insider, die totaal gesloten lijkt voor de outsider?
Terug naar mijn aardrijkskundeleraar en de vele managers die mij in mijn carrière hebben mogen evalueren. Wisten zij veel! Eigenlijk wist ik het zelf niet eens en realiseer ik me het nu pas, na mijn bezoek aan vliegbasis Volkel: dat de basis van mijn gedrevenheid, mijn gedrag, opvoeding wellicht, de oorsprong vindt bij defensie en de luchtmacht in het bijzonder.
Verbetering
Een vrouw die een gevecht voert, maar dan met name met zichzelf. Een gevechtspiloot in haar eigen hoofd. Want wanneer je in je opvoeding, in je basis, je best doen niet goed genoeg is wanneer je je uiterste best niet gedaan hebt, extreme zelfreflectie, een continue kritische houding en een streven naar verbetering van jezelf de modus is? Wanneer ben je dan ooit succesvol? Wanneer ben je dan ooit echt klaar? Wanneer kan dat luchtgevecht als overwonnen beschouwd worden? Ook al sta je met beide benen op de grond.
Of is dát nu juist datgene wat de mensen die met defensie en met de luchtmacht in het bijzonder te maken hebben gehad, zo bijzonder maakt. Die extreme gedrevenheid. Die nooit aflatende stem in je hoofd naar verbetering van jezelf. Fouten maken, maar nooit herhalen. Het creëert hoogvliegers met een enorme snelheid. Op basis van keihard werken, op basis van blind vertrouwen op elkaar en waarin leiderschap en volgerschap elkaar tot in de uiterste puntjes aanvullen en onderling uitwisselbaar zijn. Waarin niets vanzelf komt en alles een hoge prijs heeft. Wanneer dít werkethos breed gedragen zou worden in onze maatschappij, door onze regering, binnen onze zorg, ons onderwijsstelsel, onze opvoeding: zou deze manier van werken dan niet per definitie oplossing-gevend zijn?
Missie
Ik geef het toe. Het zal even wennen zijn. Maar mijn hemel, wat een winst valt er te behalen…… De luchtmachtvlieger. Zo hoog in de lucht, zo ongrijpbaar, zo mysterieus. Maar ‘down to earth’ wanneer het aankomt op communicatie, teamspirit, transparantie en directheid. Niets bedekt met de mantel der liefde. Alles om het maximale, het beste, uit zichzelf, het team én het land waarvoor men dient te halen. Een missie die, wanneer Nederland zich daaraan geheel zou verbinden, ons land op de kop zou zetten. Noem het een ‘Inverted Dive’, een ‘Buzzing the Tower’, een ‘Best of the Best, we’ll make you better’- houding. De luchtmacht…..De plek waar onze maatschappij, zeker in de huidige tijd die wij met zijn allen vormgeven en op de wijze waarop wij die vormgeven, de meeste lering zou kunnen trekken.
Dit artikel is tot stand gekomen met dank aan Hans van der Werff en Ian Knight. Speciale dank gaat uit naar ILIAS Solutions, die zo vrij zijn geweest om Ian Knight vrij te geven voor dit interview. Speciale dank gaat ook naar de Historische Vliegtuigen Volkel (HVV/DSF) voor de ontvangst in de historische hangaar 1, waar F-104G D-8114 wordt gerestaureerd.