In ijs en dichte mist gingen John Alcock en Arthur Whitten in 1919 met behulp van een sextant, whisky en koffie een poging wagen om de Atlantische Oceaan over te steken.
Prijzen voor prestaties
Alfred Harmsworth was een Britse krantenmagnaat en eigenaar van The Daily Mail, een van Engelands meest invloedrijke kranten. Alfred was gefascineerd door nieuwe manieren van transport, vliegen was toen nog een nieuwigheid. Daarvoor loofde Alfred prijzen uit. De meest ambitieuze prijs was die voor een trans-Atlantische vlucht: 10.000 pond voor de piloot die de Atlantische Oceaan overstak van ergens in Noord-Amerika naar Groot-Brittannië of Ierland. Nog een voorwaarde was dat de vlucht moest binnen 72 uur zijn.
De vliegtuigen van de jaren 1910 waren zo primitief dat het bijna onmogelijk leek om de prijs te winnen. De Eerste Wereldoorlog veranderde dat. De Grote Oorlog maakte een tijdelijk einde aan de competitie, maar bracht ook de vliegtuigtechnologie naar nieuwe hoogten, omdat vliegen een oorlogsinstrument werd. De luchtvaartindustrie groeide en de technologie achter het vliegen verbeterde drastisch.
De allereerste vlucht
John Alcock en Arthur Whitten Brown waren allebei militaire piloten en krijgsgevangenen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Tijdens gevangenschap droomde John ervan de Atlantische Oceaan over te steken met een vliegtuig. Toen de oorlog voorbij was, begon hij zijn droom waar te maken. John en Arthur gingen een poging wagen om de prijs van The Daily Mail te winnen. Het vliegtuig dat ze gingen gebruiken was een Vickers Vimy. Het toestel was een Britse zware bommenwerper met twee motoren en werd gebouwd door vliegtuigfabriek Vickers voor de Royal Air Force. De bommenwerper was aangepast voor de trans-Atlantische vlucht.

Op 14 juni 1919 begonnen John en Arthur aan hun poging. Ze stegen op vanuit St John’s in Newfoundland. Het opstijgen was hobbelig en verraderlijk. Toen viel de radio uit en mist overviel de piloten, waardoor navigatie-door middel van sextant naast onmogelijk werd. Al snel was het vliegtuig bedekt met ijs. Zittend in een open cockpit begonnen de mannen bijna te bevriezen. Verblind door het weer en onzeker over hun exacte locatie, vlogen ze door. Getankt door broodjes, koffie en whisky, brachten ze de tijd door met zingen en zich zorgen te maken of het gure weer hun brandstoftanks zou vernielen.
Uiteindelijk realiseerden ze zich dat ze boven land waren en wisten ze het Vickers-toestel aan de grond te zetten in Clifden, Ierland. Maar het was geen zachte landing. Integendeel, ze lieten het vliegtuig met de neus in een moeras duiken. De mannen waren versuft, maar opgetogen. Ze waren dan wel neergestort, maar ze hadden geschiedenis geschreven.
Ze hadden gehoopt dat de pers via een draadloze radio op de hoogte was gebracht van hun landing, maar de radio was zo vroeg in de vlucht uitgevallen dat dat niet mogelijk was. In plaats daarvan stuurde John Alcock een telegram naar de Daily Mail over de reis. “De vlucht heeft aangetoond dat de Atlantische vlucht uitvoerbaar is,” schreef hij.

Het was een monumentale prestatie. John en Brown waren met hun vlucht voorpaginanieuws, en hun prestatie wees op een toekomst waarin het oversteken van een oceaan normaal was. Na het winnen van het prijzengeld, dat werd overhandigd door de Britse minister van luchtvaart Winston Churchill, werd het duo geridderd door George V. John stierf later in 1919 toen hij in een ander Vickers-toestel zat dat in Frankrijk neerstortte. Maar Brown, die de vlucht door zulke moeilijke omstandigheden had gevlogen, bleef vliegen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij voor de Britse Home Guard en de Royal Air Force. Hij stierf een paar jaar nadat zijn zoon bij een vliegtuigongeluk om het leven was gekomen.