Tijdens de start en landing dimt het cabinepersoneel de lichten. Waarom kunnen deze niet gewoon aan blijven?
Je kent het wel. Je zit in het vliegtuig en vlak voor de landing hoor je de steward of stewardess door de intercom aankondigen: ‘’We gaan zo landen. Tijdens de landing zullen we de cabinelichten dimmen.’’ Tijdens een landing in het donker is dat natuurlijk een mooie bijkomstigheid. Zo kan je de hele landing in ‘volle HD’ volgen. Maar dat is natuurlijk niet de échte reden waarom het cabinepersoneel dat doet.
Evacuatie
Als belangrijkste reden noemt hoogleraar luchtvaarttechniek aan de TU Delft Joris Melkert in gesprek met NRC dat dit een voorzorgsmaatregel is. Stel dat een vliegtuig in de problemen komt en eenmaal op de grond moeten de passagiers geëvacueerd worden, dan moeten zij naar het licht lopen. Het vliegtuig is op dat moment helemaal donker, en het vliegveld juist verlicht. Op die manier is het helder waar zij heen moeten lopen.
De crew bepaalt in welke richting de passagiers worden geëvacueerd. Dat is dan ook de reden waarom de luikjes van alle ramen tijdens de start en landing omhoog geschoven moeten worden. Op die manier kan het cabinepersoneel constateren welke kant van het vliegtuig veilig is. Staat bijvoorbeeld de rechtermotor in brand, dan geeft het personeel aan dat de inzittenden het vliegtuig via links moeten verlaten.
Niet van licht naar licht
Het is niet zo dat passagiers van het licht in het vliegtuig naar het licht op de luchthaven lopen. Dat zou immers een stuk makkelijker zijn, want dan kan je in het toestel precies zien waar je loopt; in het donker is dat nogal lastig. Tóch laat Melkert weten dat van donker naar licht de beste optie is.
Vanwege veiligheidsredenen gaan de lichten tijdens een calamiteit uit. Op dat moment zien de passagiers niet veel, maar de ogen wennen wel aan het donker. Op die manier is het ook zo dat de ogen gemakkelijker het verlichte vliegveld zien. Er is immers een groot contrast tussen het donkere vliegtuig en de verlichte luchthaven. Overigens is het ook als de passagiers eenmaal op het vliegveld arriveren, dat de ogen zich uiteraard ook weer snel aan aanpassen aan het licht.
Sneller licht zien
De reden dat de ogen zo snel aanpassen heeft volgens oogexpert Tom van den Berg van het Nederlands herseninstituut te maken met de manier waarop het oog werkt. Tegenover NRC legt hij uit dat in het netvlies van het oog cellen zitten die beelden omzetten naar signalen in de hersenen. Hij geeft een onderscheid aan tussen ‘staafjes’ en ‘kegeltjes’. De kegeltjes zitten in het midden van het netvlies. Zij zorgen er bij genoeg licht voor dat men kleur en details kan zien. De staafjes zitten juist aan de rand van het netvlies en die hebben als functie dat men in het donker kan zien. De kegeltjes passen zich snel aan het licht aan, terwijl staafjes juist heel traag zijn. Dat is de reden dat je snel kan zien als het licht in een donkere ruimte aangaat, maar dat het langer duurt voordat je wat kunt zien als het licht daar uitgaat.