Voordat je met het vliegtuig vertrekt klinkt er door de intercom: ‘’Zet uw telefoon in vliegtuigstand.’’ Waarom moeten passagiers (en crew) dat doen?
Vroeger was het zo dat telefoons helemaal uit moesten. Inmiddels is dat veranderd. Zodra de zogeheten ‘vliegtuigstand’ of ‘airplane mode’ aanstaat, schakelt de mobiele telefoon de functies uit die ervoor zorgen dat hij signalen uitzendt. Want dat zijn de functies die bewerkstelligen dat de cockpit ‘storing’ kan krijgen.
Verstoren, maar (nog) niet gevaarlijk
Het is niet zo dat er helemaal geen communicatie meer mogelijk is vanuit de cockpit als ergens in de cabine een telefoon niet op de vliegtuigstand staat. Een piloot liet tegenover Metrotime.be weten dat de communicatie er echter wel door verstoord wordt. Instrumenten kunnen worden tegengewerkt waardoor er ruis op de radiofrequenties kan klinken. De piloot vervolgt dat hij in zo’n situatie de passagiers er nogmaals op attendeert hun telefoon(s) in de vliegtuigmodus te zetten. Als dat dan nog steeds niet gebeurt, geeft hij aan dat ze anders genoodzaakt zijn terug te keren. Vanaf dat moment is er plotseling geen ruis meer op de radiofrequentie te horen.
Een andere vlieger geeft in gesprek met Airlineupdates.com aan dat het niet gevaarlijk is, maar vooral irritant. Tijdens een vlucht dragen de piloten hoofdtelefoons om bijvoorbeeld met de grond te communiceren. Het geluid dat ze te horen krijgen als gevolg van niet in de vliegtuigstand staande telefoons, is nogal irritant. Hij vergelijkt het met een ‘telefoon die je te dicht bij een speaker houdt’.
Telefoon geeft signalen af
Dat een telefoon de communicatie in de cockpit kan verstoren is opmerkelijk. Er is toch helemaal geen bereik op tien kilometer hoogte? Bellen hoog boven de wolken is toch niet mogelijk? Tóch is een telefoon ook daar telkens druk bezig met het zoeken naar verbinding. Daarmee geeft de mobiel wel degelijk op tien kilometer een signaal af. Normaal gesproken zoekt een telefoon op de grond telkens verbinding met een telefoontoren als hij niet in de vliegtuigstand staat. In de lucht gaat hij daar gewoon mee door. Omdat het niet lukt verbinding te vinden, stuurt hij een steeds sterker elektrisch signaal de wereld in: de telefoon gaat immers domweg door met zijn zoektocht naar een toren. En dat signaal zorgt ervoor dat een vlieger telkens ruis door de hoofdtelefoon hoort.
Vernieuwende technologie
De piloot vervolgt dat het twee tot drie keer per maand voorkomt dat de communicatie verstoord wordt. In totaal vliegt hij per maand vijftig keer. Het is echter wel zo dat het steeds minder vaak gebeurt. Bovendien worden vliegtuigen uitgerust met steeds nieuwere en slimmere technologie. Sterker nog, sommige machines hebben zelfs Wi-Fi aan boord. Dat kan wél gebruikt worden, omdat Wi-Fi een stuk minder sterk signaal afgeeft en dus voor minder storing zorgt. In dit geval gaat het over de signalen die een telefoon afgeeft, maar het komt ook voor dat er weinig signaal is vanwege trage Wi-Fi.

Bovendien is het ook zo dat een kleiner vliegtuig sneller last heeft van een storing dan een groter toestel. In een groot toestel is de scheiding tussen de cockpit en de cabine waar de passagiers zitten groter. Hierdoor dringen de signalen van de telefoons die niet in vliegtuigstand staan zwakker de cockpit binnen. De piloot laat weten dat het niet eens altijd de passagiers zijn die hun telefoon niet in vliegtuigmodus zetten, maar dat het cabinepersoneel er zelf niet aan heeft gedacht.
Kortom: vliegtuigmodus moet je altijd aanzetten tijdens een vlucht. Het is niet direct gevaarlijk als je het niet doet, maar wel storend. In het ergste geval kunnen vliegers door de storing de communicatie niet goed oppikken waardoor zij kostbare informatie kunnen missen. Dan is het ineens wel gevaarlijk.