De Nederlandse onderneming voor privévluchten Silver Flight is op zoek naar nieuwe piloten. Eventuele kandidaten hoeven echter niet te rekenen op een vetpot. Een vacature van het bedrijf laat zien dat eventuele gegadigden moeten beschikken over flink wat financiële steun of reserves om een baan in de cockpit te bemachtigen. Het bedrijf lijkt daarmee in te spelen op de krappe markt voor vliegers.
Business aviation maakte de afgelopen twee jaar een ongekende groei door. Eurocontrol becijfert een toename van 20-30% voor de maand augustus 2021 in het aantal privévluchten ten opzichte van augustus 2019. Ook het Nederlandse Silver Flight, opgezet in oktober 2020, lijkt garen te spinnen bij de toegenomen vraag naar privévluchten. Het bedrijf biedt privévluchten aan in de moderne Pilatus PC-12, een eenmotorig turbopropvliegtuig dat aangedreven wordt door een Pratt and Whitney PT-6-motor. Het toestel wordt door Silver Flight op haar website geprofileerd als het groenste commerciële privévliegtuig.
In een mail naar kandidaat-piloten, in bezit van Up in the Sky, schrijft het bedrijf op zoek te zijn naar nieuwe First Officers. Geïnteresseerden dienen zowel over de juiste papieren te beschikken als over een goed gevulde portemonnee. Geschikte kandidaten dienen namelijk de zogenaamde Class Rating voor de PC-12 zelf te betalen. Kosten: een slordige € 20.000 exclusief btw, zo vermeldt het bedrijf in de mail. Daar staat dan een eenjarig contract tegenover, met een salaris van € 2.000 bruto per maand. Gedurende de eerste drie maanden krijgt de kandidaat lijntraining en moet hij of zij genoegen nemen met een salaris van € 1.684,80 bruto per maand. Een simpele rekensom leert dat een First Officer bij Silver Flight een jaar lang zijn of haar hele inkomen aan de kant moet zetten om enkel de rating voor de PC-12 terug te verdienen.
Het zelf betalen van een type bevoegdheid is geen onbekend fenomeen in de luchtvaart. Zo betalen nieuwe piloten van Ryanair tot wel € 30.000 voor een plekje in de cockpit, veelal in de hoop dat dit uiteindelijk zal leiden tot de gewenste baan bij een betere werkgever elders. Tot frustratie van de pilotenvakbonden bestaat er geen wetgeving om de zogenaamde pay-to-fly-principes een halt toe te roepen. Ondertussen vechten er legio jonge vliegers voor een plekje in de cockpit. Het pay-to-fly-principe lijkt dan ook vooral een kwestie van vraag en aanbod te zijn. De grotere Nederlandse maatschappijen KLM en Transavia nemen vooralsnog wel de type rating-kosten van nieuwe vliegers voor hun rekening.