Op 6 mei 2014 is er op vliegveld Hoogeveen begonnen met de bouw van een replica van een voor ons land historische ‘warbird’, de Fokker D.21. Inmiddels worden het geduld en het doorzettingsvermogen van de bouwers danig op de proef gesteld.
Dit jaar had de Fokker eigenlijk het luchtruim moeten kiezen. Het zou voor de eerste keer in ruim tachtig jaar zijn geweest dat een dergelijk type vliegtuig boven ons te bewonderen zou zijn geweest. Maar de wereld van de luchtvaart is er één van strenge regels en ontelbare certificaten. De Wright Cyclone R-1820F motor draait tijdens de verschillende testen een stuk sneller dan de ambtelijke molens dat doen.
De Nederlandse Luchtvaart Autoriteit (ILenT) geeft aan dat het dossier compleet is. Het wachten is nog op verschillende testrapporten na afloop van meerdere ‘engine test runs’ en ‘high speed taxi runs’. De afgelopen periode draaide vooral om al het papierwerk. In 2012 is met ILenT overeengekomen dat de hele bouw van de Fokker volgens de originele Fokker-procedures van produceren en testen van toen zou worden uitgevoerd. Die procedures zijn vervolgens naar de huidige tijd ‘vertaald’.
Verklaringen
Daarnaast dienen verschillende verklaringen afgelegd te worden en moeten er verschillende bewijzen en dossiers op tafel komen. Het gaat dan om luchtwaardigheidscertificaten voor het airframe, de motor, de propeller, systemen, landingsgestel en verschillende bijkomende berekeningen. Samen met de inschrijving in het luchtvaartregister (als PH-XXI), zeg maar het ‘kentekenbewijs van de kist’, levert dat een enorme berg papieren op die allemaal nodig zijn voor het verkrijgen van een BVL, een ‘Bewijs Van Luchtwaardigheid’.
Na aanlevering van al die bewijsstukken bleek ILenT nog aanvullende vragen te hebben. Simpel gezegd, je kunt alles op papier wel goed geregeld hebben maar hier en daar ontbrak voldoende bewijs. Zo moeten de bouwers kunnen aantonen dat de Fokker D.21 onder veilige omstandigheden van vliegveld Hoogeveen kan opstijgen. Daarnaast moet er aangetoond worden wat de verwachte stijgsnelheid is van het toestel. Frank van Dalen, engineer van het project en tevens Chief Engineer bij het huidige Fokker is hier vervolgens met zijn team mee aan de slag gegaan.
Volgend jaar vliegende Fokker D.21?
ILenT had ook vragen over de motor. Zo moest de cilinderboring opnieuw worden ingemeten. Dat betekende dat de motor weer moest worden gedemonteerd. Met behulp van de aanvullende metingen kan nu worden aangetoond dat de motorrevisie goed is uitgevoerd. ILenT wilde bij de meting aanwezig zijn maar door corona zat er niks anders op dan een video van de meting te maken en die aan de Inspectie Leefomgeving en Transport te sturen. Het hele proces liep daardoor opnieuw vertraging op. De komende tijd staat vooral in het teken van overleg.
De kerstperiode zorgt daarbij opnieuw voor vertraging. De verwachting is nu dat volgend jaar januari het hele certificatieproces kan worden afgerond. In theorie kan dan eindelijk de zogenaamde ‘Permit To Fly’ worden afgegeven. De periode tot de allereerste testvlucht zal worden gebruikt voor aanvullende engine tests en taxi runs. Op deze manier kan men de ‘warbird’ nog beter leren kennen. De grote groep vrijwilligers achter dit unieke project is ervan overtuigd dat er in ons land volgend voorjaar een vliegende Fokker D.21 te bewonderen zal zijn.