De meeste mensen denken aan Rotterdam en Eindhoven als het om gebombardeerde Nederlandse steden gaat. Misschien ook nog aan Arnhem. Echter, geen enkele plek is in de Tweede Wereldoorlog zo hevig met bommen bestookt als Den Helder. Een monument voor de vliegers van een neergestorte Bristol Beaufighter herinnert in de marinestad nog altijd aan die periode.
Aan het begin van de dijk van Den Helder, direct naast de veerhaven waar de boot naar Texel vertrekt, staat een hotel met de voor deze stek zeer toepasselijke naam ‘Lands End’. Het valt niet mee om met de auto dit uiterste puntje van Nederland te bereiken: alleen twee als gevaarlijk bekendstaande N-wegen leiden er naartoe. Ook met de trein is het een hele onderneming omdat de intercity vanaf Alkmaar als boemel verdergaat. Maar in de aanloop van Wereld Oorlog II beseften zowel de Nederlanders als de Duitsers dat Den Helder zich in strategisch opzicht op een wel zeer gunstige locatie bevindt. Vandaar dat Nederland reden zag op deze ‘stormhoek’ de kustverdediging te verscherpen, temeer omdat deze noordelijke stad ook toen al een militair vliegveld, een marinehaven en een scheepswerf bezat.
Felle strijd met Luftwaffe
De marine stelde een speciale kustwacht in en legde allerlei versperringen aan, waaronder mijnen. Langs de duinen verschenen wachtposten. Weilanden werden een halve meter onder water gezet om te voorkomen dat de troepen van Adolf Hitler er zouden kunnen lopen of varen. Op vliegveld De Kooy streek de 1e Jacht Vliegtuig Afdeeling (JAVA) neer van de Militaire Luchtmacht met Fokker D.XXI’s. De Duitsers lieten zich niet weerhouden en rukten op. In de ochtend van 10 mei 1940 volgde een felle strijd met de Luftwaffe. Van beide kanten werden verliezen geleden. Als gevolg van meerdere luchtaanvallen gingen veel gebouwen en lesvliegtuigen verloren. Voor Nederlands capitulatie op 14 mei hield het eigen personeel een lucifer bij al wat er nog van restte. Terwijl de inwoners van de marinestad nog moesten verwerken dat het land bezet was, lieten drie Duitse vliegtuigen hun bommen los boven het stadshart. De bezetter gaf toe dat het een vergissingsbombardement betrof en noemde het een grove communicatiefout.
13 Bristol Blenheims neergehaald
De eerste Duitse troepen trokken vervolgens Den Helder in, vestigden zich in de vele aanwezige militaire kazernes, voeren hun schepen de haven in, namen de scheepswerf in gebruik, bemanden de kustbatterijen en bezetten het vliegveld. Op laatstgenoemde locatie werden blindgangers onschadelijk gemaakt, vernielde hangars opgeruimd en puin en schroot gesorteerd. Een serie Britse luchtaanvallen kon niet voorkomen dat de Duitsers steeds meer voet aan de grond kregen. De vijand kon de zomer inluiden met de aankomst van de eerste Messerschmit Bf 109’s op Fliegerhorst-Kompanie De Kooy. Later opereerden vanaf dit vliegveld behalve de lichte Bf 109’s ook de tweemotorige Bf 110’s, herkenbaar aan hun kenmerkende rood-witte haaienbek. Hun taken bestonden uit kustbewaking, begeleiding van scheepskonvooien en het neerhalen van machines van de tegenstander. Ze claimden in vier maanden tijd maar liefst dertien Bristol Blenheims te hebben neergehaald, de lichte bommenwerpers waarmee de Royal Air Force (RAF) vloog.
Douglas DB-7B uit de lucht geschoten
Vooral in 1940 en 1941 nam de RAF De Kooy zeer geregeld onder vuur. De Luchtbeschermingsdienst noteerde ruim honderd aanvallen en bominslagen op en rondom het vliegveld. De meeste bombardementen kwamen op het conto van individueel opererende machines. De marinehaven stond nog meer in de belangstelling. In die omgeving loeide het luchtalarm vrijwel continu. De bommen vielen lang niet altijd op de beoogde plekken. Naar verluidt was slechts één op de vijf bemanningen in staat om de bommen binnen een straal van acht kilometer van het doel te laten neerkomen. Bij – wat genoemd wordt – het grote bombardement in de nacht van 24 op 25 juni 1940, vielen 38 burgerdoden en raakten ook veel mensen gewond.
De Duitsers maakten in hun propaganda dankbaar gebruik van dit bombardement van de ‘bondgenoot’. Duizenden inwoners ontvluchtten Den Helder. Het werd een complete spookstad die nog naargeestigere vormen aannam toen Adolf Hitler besloot om langs de kust, van Noorwegen tot Spanje, een verdedigingslinie aan te leggen, de zogenaamde Atlantikwall. Als onderdeel van deze linie veranderde de marinestad in één groot verdedigingsbolwerk met bunkers, diepe tankgrachten en vele meters prikkeldraad. Op 4 juli 1942 vlogen de geallieerden met enkele Douglas DB-7B’s richting dit gebied. De kleine formatie kreeg het zwaar te verduren waarbij een van de machines, ook bekend als A-20’s, Bostons en Havocs, ten prooi viel aan de vijand. Het toestel, de AL667, stortte neer op het Balgzand, een grote Nederlandse wadplaat ten oosten van Den Helder. Eén man overleefde de crash en belandde in gevangenschap.
Aanval 18 juli 1943
Uiteindelijk speelde De Kooy in de oorlog toch een ondergeschikte rol. Naarmate het geallieerde luchtoverwicht vanaf 1942 toenam, durfde de Luftwaffe het niet meer aan hier permanent vliegtuigen te stationeren. De belangstelling van de geallieerden voor deze locatie nam dan ook sterk af. In 1943 vonden nog maar twee aanvallen plaats, in 1944 vier. Van de aanval op 18 juli 1943 maakte een Bristol Beaufighter deel uit, de JL575. Deze tweepersoons bommenwerper werd gevlogen door Ernest Kidd en Harold Stevenson. Beide mannen keerden nooit terug van hun missie, de Flugabwehrkanone (FLAK) schoot hun toestel uit de lucht. Nabij het stadshart van Den Helder stortte de machine neer op de hoek van de Oostslootstraat en de 2e Vroonstraat. Beide vliegers kwamen om het leven, in een aantal woningen ontstond brand. Onder de burgerbevolking vielen geen doden, wel raakten enkele mensen gewond. De geallieerden leden nog meer verliezen in hun strijd met de Duitse marineschepen. De JL890, een andere Bristol Beaufighter, ging ten onder in de Waddenzee, drie P-51 Mustang 1‘s met de registraties AM175, AG 568 en AG656 crashten in de Noordzee.
120 vliegtuigen verloren
De bemanningen van de Bristol Beaufighters maakten deel uit van de RAF North Coates Strike Wing die uit de nummers 143, 236 en 254 bestond. Dit onderdeel was er vooral opgericht om vijandelijke schepen op de Noordzee aan te vallen. Van de 117 schepen die tot zinken werden gebracht maakten zelfs twee onderzeeërs deel uit. Echter, grote verliezen waren er ook. Van hun kant gingen 120 vliegtuigen verloren, daarbij kwamen 241 bemanningsleden om. In Groot-Brittannië zijn twee gedenktekens opgericht als eerbetoon aan de RAF North Coates Strike Wing. Een daarvan is te vinden bij het vliegveld waar vandaan hun bommenwerpers ooit vertrokken. Het veld doet nu dienst als thuishaven van de North Coates Flying Club. Het andere gedenkteken bevindt zich aan de kust van Cleethorpes.
Vliegersmonument
Ook het Vliegersmonument in Den Helder herinnert aan de heldendaden van de RAF North Coates Strike Wing en speciaal aan die van de jongens op de bok van de JL575 die hier het leven lieten op die gitzwarte 18de juli. Op een bakstenen gedenkmuur is een koperen plaquette aangebracht met daarop het embleem van de RAF North Coates Strike Wing. Daaronder de tekst:
‘This memorial commemorates pilots and navigators who served with no’s 143, 236 and 254 squadrons of the Royal Air Force during World War II from 1943 to 1945 operating with Bristol Beaufighter aircraft, armed with cannon, torpedo and rockets, they inflicted heavy shipping casualties, denying freedom of the sea for supply purposes for the Nazi German forced and war industry with particular emphasis along Dutch coastal waters, including many attacks in or around Den Helder harbour. Many aircraft were lost and 241 aircrew from Great Britain and the Commonwealth and Allies gave their lives flying with the R.A.F. North Coates Strike Wing.’
Onder de koperen plaquette bevindt zich een zwart marmeren gedenkplaat met de tekst: ‘Hier vielen voor onze bevrijding E.F.V. Kidd en H.C. Stevenson, officieren der R.A.F’. Voor de muur staat een bloembak. In 2004 zijn er op verzoek van de weduwe van Harold Stevenson twee bomen bij geplant. Op een aluminium informatiebord worden behalve de namen van de twee omgekomen vliegers ook de namen genoemd van de weduwe in kwestie, van degenen die de bomen plantten en van de boomsoort. Afgesloten wordt met woorden ter herdenking: ‘They shall grow not old, as those are left grow old. Age shall not weary them, nor the years condemn. At the going down of the sun and in the morning, we will remember them.’ In september 2010 bekladden vandalen het monument met verf. De gemeente liet het reinigen en herstelde het in ere.
Offshore helikoptervluchten
Een jaar na die gitzwarte 18de juli in 1943 gingen de Duitsers van start met het onklaar maken van De Kooy. De Fliegerhorstkommandantur had het vliegveld al op 10 september 1943 verlaten. Na de capitulatie trokken Canadese troepen Den Helder binnen. De Kooy werd ingericht als verzamelplaats voor krijgsgevangenen. Pas in de zomer van 1952 landde er voor het eerst weer een vliegtuig. Een jaar later richtte de Marine Luchtvaartdienst (MLD) het vliegveld opnieuw in als marinevliegkamp. Het huidige Den Helder Airport richt zich vooral op offshore helikoptervluchten naar booreilanden en productieplatforms.