Zestien jaar lang werden er elk uur zes tot tien vluchten afgehandeld. Nu vormt de oude verkeerstoren niet alleen de laatste herinnering aan het Schiphol van weleer. Alweer lange tijd dient hij als een sociaal en zakelijk middelpunt van het businessdistrict van de nationale luchthaven.
In 1998 zag het er niet best voor hem uit: de in 1951 geopende verkeerstoren werd met sloop bedreigd om plaats te maken voor de bouw van het Constellation-gebouw. Er volgde een reddingsactie. Lokale bedrijven haalden daarvoor maar liefst ruim achtmiljoen gulden op. Genoeg geld om het oude 300.000 kilo wegende bouwwerk dertig meter te verplaatsen. Daar werd het geheel op een nieuw gegraven kelder van tweehonderd vierkante meter gezet en vervolgens geheel gerenoveerd.
Op businessniveau
Martin de Zwart, toen nog werkzaam voor de Glendale Group en nu eigenaar van het restaurant WINGS Food & Drinks in de oude verkeerstoren, diende in die tijd al een plan in om er een eetcafé te vestigen. Maar Schiphol besliste anders. ‘Er kwam een zeer luxe restaurant’, vertelt hij. ‘Als je er uit eten ging kostte je dat algauw honderdvijftig gulden. Er zijn maar weinig werknemers die zich dat kunnen permitteren.’ Jacomijn de Raad ging een vorkje prikken in wat toen heette restaurant De Oude Toren. Ze deelde haar bevindingen in de Volkskrant in de rubriek De Uitspanning. ‘De prijzen verkeren op businessniveau’, schreef ze. ‘Maar het menu belooft daarvoor veel. Iets te veel, vrezen we, met een blik op de gedurfde ingrediëntenmix. Mooi dat we ons niet wagen aan de gesauteerde coquilles met vanille in kreeftenjus.’ Er volgt een uitgebreide beschrijving van wat de kaart nog meer bood, niet iets om voor te gaan in je middagpauze. ‘Muzikaal is de onderneming toegesneden op zakenlui’, berichtte Jacomijn. ‘Dat betekent urenlang ongevaarlijke Vivaldi’s, Straussen en Mantovani’s. Daarna is de – prima – bediening het zelf kennelijk ook beu en swingt een boogiewoogie door de zaak.’
Over de locatie zelf meldde ze: ‘Schiphol-Oost, ingeklemd tussen het Amsterdamse Bos en knooppunt Badhoevedorp, is zo’n oord waar je als doorsneemens nooit komt. Terwijl het zo’n interessante plek is. Aan de ene kant van je bord passeren veel vrachtwagens en soms een binnenschip. Aan de andere kant ligt het platform vanwaar geregeld zo’n kek toestel vertrekt.’ In die tijd was het voor de hoofdgebruikers van de luchthaven ook mogelijk lid te worden van de Industry Club die hoger in de oude toren was gehuisvest. ‘Aan dat lidmaatschap hing een prijskaartje van 5.000 gulden per jaar’, vertelt Martin. ‘Ging het niet om het lidmaatschap van één persoon per huishouden, dan werd het 25.000 gulden per jaar.’
Twee menuutjes
De exploitatieresultaten van het zakenrestaurant annex businessclub vielen tegen. De SARS-uitbraak betekende de genadeklap. Er werd faillissement aangevraagd met de bedoeling direct daarna een doorstart te maken. Gerekend werd op medewerking van de Duitse hotelketen Dorint, die pal tegenover de toren een hotel bouwde. Aanvankelijk toonde Dorint animo, maar haakte later toch af. Daarop ging de horeca-exploitant, een dochteronderneming van de VCS (Vliegclub Schiphol), voor de tweede maal failliet. Het werd heel stil in de oude toren. Na anderhalf jaar leegstand nam de SNS Bank, de belangrijkste geldschieter, het besluit het gebouw te veilen op 7 december 2005. Het openingsbod stond op 1.75 miljoen euro.
Vergeefs probeerde de Stichting De Oude Toren, met negentig procent van de aandelen de belangrijkste eigenaar, de veiling te voorkomen. Niet alleen het gebouw maar ook een deel van de inventaris zoals zilverwerk, glaswerk, potten en pannen, werd te koop aangeboden. Begin 2007 opende het Chinees-oriëntaalse restaurant Boeddha Oude Toren haar deuren met een Boeddha Dining Room en een Sky Bar. Het liep niet. ‘De kaart bestond uit twee menuutjes’, vertelt Martin. ‘Het ene bestond uit twee gangen, het andere uit drie. In 2009 zei Schiphol het contract op en klopte alsnog bij ons aan.’
Vaste stek
Martin heeft een lange geschiedenis in de horeca. Als dertienjarig jochie voorzag hij op vrijwillige basis de bezoekers van het buurthuis al van drankjes. Na zijn middelbareschooltijd ging hij werken in het Marriott Hotel waar hij zijn opleiding kreeg. Via een vriend belandde hij in 1995 bij Schiphol Plaza. Martin werd bedrijfsleider van de Juggle Juice Bar. Uiteindelijk runde hij vijf zaken waarbij hij 180 personeelsleden aanstuurde. ‘Na veertien jaar had ik het wel gezien’, zegt hij. Samen met zijn toenmalige werkgever Loyd Vandenberg, eigenaar van de Glendale Group, gaf hij gehoor aan de vraag van de Amsterdamse luchthaven.
‘Het duurde anderhalf jaar voordat we de toren weer positief op de kaart konden zetten. Nu is het een vaste stek voor een vaste kliek.’ Met een lach vervolgt hij: ‘Soms denken KLM’ers wel eens dat het hier van hen is, maar we hebben hier ook veel aanloop van de luchtverkeersleiding, hotelgasten van Steigerberg, werknemers uit de Tristar- en Constellation-gebouwen, en natuurlijk ook van Martinair- en Transavia-personeel.’ Nu is de kaart rijkelijk gevuld met een variatie aan gerechten voor zowel een snelle hapsnap als een uitgebreid hoofdgerecht. Geen uitzonderlijke, gedurfde ingrediëntenmixen maar wel een smakelijke mix van vertrouwd en eigentijds.
Niet drinken in uniform
Op de dag van de beëdiging en inhuldiging van koning Willem-Alexander kreeg Martin, die WINGS food & drinks sinds 2011 alleen runt, leden van de Eerste en de Tweede Kamer en ambassadeurs te gast. ‘Wij waren het tussenstation’, vertelt hij. ‘De mensen konden parkeren op het parkeerterrein hier achter, kregen bij ons koffie en thee, om vervolgens te worden opgehaald met bussen.’ De koning, die als gastvlieger twee keer per maand in een Boeing 737 passagiers vliegt voor KLM, heeft Martin nog niet in zijn restaurant gezien. Vliegend personeel dat bij hem een vorkje komt prikken is overigens nooit als zodanig te herkennen aan hun kleding. ‘Piloten en mensen uit de cabine mogen niet drinken in uniform. Ook al zijn ze afgewerkt, het schept een verkeerd beeld. Andere gasten zullen toch kunnen denken: lekker hijsen en straks vliegen.’ Ook bij het bedienend personeel, dat uit Jesse, Kiki en Saskia bestaat, gaan de epauletten af zodra ze zijn afgewerkt en nog even een drankje doen.
Elke week feest
Tot voor de uitbraak van het coronavirus vond er elke week wel een feestje plaats in de oude verkeerstoren. Martin schudt enkele voorbeelden uit de mouw: ‘Jaarlijkse reünies van Martinair en Aero Ground Services. Zomerfeesten van Delta Airlines. De Pub Quiz van Transavia. Het afscheidsboek over de Martinair-MD-11 kon hier worden opgehaald, Martin Schröder was daarbij nog van de partij. De Stichting Farewell MD-11 organiseerde bij de presentatie van het afscheidsboek over de Fokker 70 hier een signeersessie.’ Toen laatstgenoemde stichting de opbrengst van het afscheidsboek over de KLM-MD-11doneerde aan de Stichting Wings of Support, vond dit nog plaats op de plek waar ooit de verkeersleiders zes tot tien vluchten per dag afhandelden. ‘Er zitten daar nu twee sloten op de deur’, zegt Martin. ‘Het was voor ons niet rendabel. Voor een borrel van één à twee uur in een ruimte van zestig vierkante meter moet je één medewerker inzetten, de kosten daarvan verdien je niet terug.’ Ook de beide etages waar sinds februari 2013 de Flight Simulator Training (FST) was gevestigd, staan leeg sinds januari dit jaar. Corona is de boosdoener. Met de corona-app heeft Martin geen probleem. ‘Iemand weigeren is tegen onze inborst, we zijn gastvrij, maar als dit de enige manier is om open te zijn, dan moet het maar.’
777
Alhoewel Martin inmiddels 26 jaar werkzaam is op Schiphol, heeft hij nog altijd niets met vliegtuigen. ‘Ik zie het verschil tussen een 777 en een 747. En tussen een 777 en een Airbus A380. Maar tussen een 777 en een Airbus A330?’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Geen idee.’ Alles wat groot is en tweemotorig is voor hem een 777. Hem gaat het om de mensen, de service en zeker ook de gezelligheid.