De door de Engelsman John Davis in 1592 ontdekte Falklandeilanden, door Argentinië Islas Malvinas genoemd, waren in 1982 de inzet van een oorlog tussen de Argentijnen en de Engelsen. Niet iedereen zal meteen aan de Fokker F28’s denken waarvan de eerstgenoemden gebruik maakten in deze periode.
Tijdens de laatste jaren van de Argentijnse legerleiding besloot Leopoldo Galtieri tot bezetting van de Falklandeilanden. Daarmee leidde hij de aandacht af van de interne problemen waarmee het land te kampen had en speelde hij in op de nationalistische gevoelens van zijn landgenoten. Op Argentijnse scholen wordt aan de leerlingen gedoceerd dat deze eilandengroep van nature bij Argentinië hoort en illegaal bezet wordt door de Britten. In 1831 eiste het Zuid-Amerikaanse land de eilanden al eens op. Twee jaar later wisten de Britten het Argentijnse garnizoen te verjagen. In 1843 werden de Falklandeilanden een kolonie van het Verenigd Koninkrijk.
‘Operatie Rosario’
Galtieri dacht een goed moment te hebben uitgekozen voor de aanval. Hij ging ervan uit dat Groot-Brittannië niet zou reageren op de bezetting omdat het land te kampen had met zware economische en sociale problemen. In maart 1982 bezocht een groep Argentijnse ‘schroothandelaren’ die in werkelijkheid voornamelijk bestond uit Argentijnse mariniers, het eiland South Georgiaen en hees daar de Argentijnse vlag. Maar de reactie van Britse zijde bleef niet uit. De HMS Endurance, een ijsbreker die permanent op Port Stanley was gestationeerd, werd die kant op gestuurd.
De junta vreesde dat het daar niet bij bleef en besloot de plannen voor de herovering van de eilanden te vervroegen van 9 juli naar 2 april. Op die datum startte ‘Operatie Rosario’. Zeshonderd Argentijnse commando’s landden met amfibische voertuigen bij Kaap Pembroke. Hun taak was met zo min mogelijk schade en slachtoffers de macht op de dunbevolkte eilanden over te nemen. Op dat moment waren er slechts honderd Britse manschappen op het eiland, waaronder 47 vrijwilligers. Zij werden al snel overmeesterd en gevangengenomen, waarna begonnen kon worden met het overvliegen van extra manschappen en militair materieel naar het eiland.
Luchtbrug
De luchthaven was nu onder controle van de Argentijnse luchtmacht. Zij vloog met twee standaard Fokker F28-1000’s voor onder meer presidentieel vervoer. De vijf Fokker F28-1000C’s waarover zij eveneens beschikte, waren uitgerust met een grote vrachtdeur. De Fokker F28 Fellowship maakte ook deel uit van de vloot van de Argentijnse marine: één gewone F28-3000 en twee F28-3000C’s met een grote vrachtdeur. Deze machines onderhielden de luchtbrug tussen Argentinië en de luchthaven van Stanley op de Falklandeilanden. Tussen 2 en 29 april 1982 werden 228 retourvluchten uitgevoerd waarbij 5570 soldaten werden overgevlogen en 1.150 vlieguren werden gemaakt.
5-T-20 als eerste F28 naar Falklandeilanden
De eerste F28 die de marine naar de eilandengroep stuurde, de 5-T-20, moest zowel de gewonden ophalen als het lichaam van de tijdens de invasie gedode kapitein Pedro Giachino, om vervolgens terug te keren naar Argentinië. Echter, de luchtmacht had het bevel van de luchthaven en voelde er weinig voor de luchthaven te delen met de marine. Vandaar dat de bemanning van de 5-T-20 contact opnam met het hoofdkantoor in Buenos Aires. Na een dreiging van de zijde van de marine om de luchthaven te beschieten, kreeg de 5-T-20 algauw toestemming om te landen.
Olifant in Oxford Street
Het landen van een Fokker F28 Fellowship op de eilanden was bepaald geen piece of cake. Was het niet het gure klimaat dat een uitdaging vormde dan was het wel de erg korte start- en landingsbaan of een combinatie van die twee. Tijdens een van de vele luchtbrugvluchten die de Fokkers maakten stond er een harde wind op Port Stanley, dat door de Argentijnen tijdens de bezetting was hernoemd in Puerto Argentino. De landingsbaan was niet alleen nat maar ook glad. Het robuuste Dowty-landingsgestel en het enorme pakket Goodyear-schijfremmen konden niet verhelpen dat de TC-53 op 13 April 1982 van de baan gleed en bepaald niet zachtzinnig tegen een steen tot stilstand kwam.
Het toestel raakte ernstig beschadigd. Veel tijd om het te repareren was er niet. De Engelse marine was met verschillende fregatten en een vliegdekschip vol Harriers onderweg om het eiland terug te vorderen. Zo’n grote witte Fokker F28 langs de baan op het kleine vliegveld viel natuurlijk op als een ‘olifant in Oxford Street’ en nodigde uit tot een raketaanval van de Britten. De aanwezigheid van de gehavende Fokker werd dan ook beschouwd als een belangrijk risico. Terwijl de luchtmacht het vliegtuig wilde repareren, zag de Argentijnse landmacht het liefst dat de TC-53 zo snel mogelijk werd opgeruimd.
Reparatie in recordtijd
Echter, in Buenos Aires steeg een Hercules op met aan boord vier Aircraft Mechanics. Eenmaal aangekomen op Port Stanley zorgden zij ervoor dat de machine naar een afgelegen hoek van het veld werd gesleept. Vervolgens gingen zij aan het werk om het toestel gereed te maken voor een ferryvlucht naar Comodora Rivadavia op het vaste land. Na een rudimentaire reparatie stak de TC-53 op 27 april op lage vlieghoogte de oceaan over met een beschadigde neus en een vergrendeld landingsgestel. Eenmaal aangekomen op de plek van bestemming onderging het vliegtuig reparatie in recordtijd. De machine kon de lucht weer in. Momenteel is de TC-53, die in 1978 gecharterd werd door het nationale Spaanse voetbalteam tijdens de World Cup 78, een van de laatste Fokker F28’s in reguliere passagiersdienst voor Líneas Aéreas del Estado (LADE), de niet commerciële luchtvaartmaatschappij van de Argentijnse luchtmacht. Onlangs heeft het toestel, dat haar carrière startte als PH-ZAP, nog een 50.000-manuren D-check ondergaan.
‘Operatie Black Buck’
De Argentijnse legerleiding nam ten onrechte aan dat het Verenigd Koninkrijk, dat in die tijd ook grote economische en sociale problemen kende, niet op de bezetting zou reageren. Premier Margaret Thatcher wist de aanval te gebruiken om het land te verenigen en tegelijkertijd haar herverkiezing veilig te stellen. Op 5 april begon de Naval Task Force aan de achtduizend zeemijlen lange reis naar de Falklandeilanden. Ook de Royal Air Force (RAF) kwam in actie. De bijna uitgefaseerde Avro Vulcan-bommenwerpers werden in gereedheid gebracht om onder andere het vliegveld van Port Stanley onbruikbaar te maken.
Zoeken naar overlevenden
De situatie werd voor de Argentijnen gecompliceerd toen op 2 mei de Britse kernonderzeeër HMS Conqueror de Argentijnse kruiser General Belgrano tot zinken bracht. Tot op de dag vandaag is dit het enige schip dat ooit op deze manier is vergaan. Bij deze aanval verloren 323 mensen het leven. Een Lockheed Neptunus en een Fokker F28 van de Argentijnse marine bleven dagenlang zoeken naar overlevenden.
Levensgevaarlijk
Waren de transportvluchten met de F28’s voor 1 mei al geen piece of cake, na 1 mei werden ze al heel snel levensgevaarlijk. Door de aanvallen op de luchthaven van Port Stanley was de baan beschadigd en er zaten nu kraters in van wel tien meter in doorsnede. De Argentijnse luchtmacht-F28’s vlogen vanaf toen vooral gewonde soldaten naar het vaste land van Argentinië. De Argentijnse marine bleef actief met hun F28’s op en rond de Falklandeilanden.
De Fokker F28’s moesten de kraters zien te ontwijken tijdens de start en landing. Daarna werd er op de kop van de baan omgedraaid en de grote vrachtdeur opengezet om de af te leveren vracht razendsnel te lossen. De motoren bleven intussen draaien, want tijd om de motoren opnieuw op te starten was er niet. Na het lossen was het zaak zo snel mogelijk te vertrekken.
Soms ging het luchtalarm af tijdens het lossen en dan moest er onmiddellijk gas op de plank om weg te komen. Meer dan eens was de crew nog bezig met het sluiten en vergrendelen van de vrachtdeur, terwijl de Fellowship al met de take-off run bezig was. De Fokker moest dan laag uitklimmen om zo gauw mogelijk snelheid op te bouwen om de Harriers te ontwijken. Vaak werd er zo laag over zee gevlogen dat de schuimkoppen de onderkant van de romp raakten.
Raketaanvallen
Nu en dan was het kantje boord en ging het bijna mis. Zo werd de marine-F28 5-T-21 aangevallen met raketten, maar werd gelukkig niet geraakt. Een andere close call was dat een marine-F28 in de mist en duisternis het vliegveld niet kon vinden en zich op een gegeven moment boven een Engels marineschip bevond. De Engelsen wilden raketten op het toestel afvuren, maar het zeezout had de schakelaar dusdanig aangetast dat die niet werkte.
Opnieuw achter Fokkers aan
De Hawker Siddeley Harrier was ontwikkeld in de jaren zestig, in de tijd dat Thomas Sopwith nog de oprichter-directeur was van Hawker Siddeley. In de Eerste Wereldoorlog waren het onder andere de vliegtuigen van Thomas Sopwith die boven Frankrijk achter de Fokkers aanjoegen. Thomas Sopwith heeft het nog mogen meemaken dat het in de tachtiger jaren opnieuw zijn vliegtuigen waren (de Harriers) die achter de Fokkers (Fellowships) aanjoegen. Sopwith overleed in 1989 op 101-jarige leeftijd.
Een inch diep
De Falklandoorlog werd uiteindelijk door de Britten gewonnen, hoewel er eigenlijk alleen maar verliezers waren. De Argentijnse soldaten werden ernaartoe gestuurd met het verhaal dat een stuk verloren Argentinië met het moederland verenigd moest worden. Maar eenmaal op de eilanden aangekomen, bleek al gauw dat de afgelegen eilanden nog Britser waren dan Royal Leamington Spa, inclusief Britse huizen, Britse mensen, Britse auto’s, Britse telefooncellen en zelfs Britse brievenbussen. Op het slagveld zei een zwaargewonde Argentijnse soldaat in het Engels tegen een Britse soldaat: ‘Haat ons alstublieft niet, want wij weten ook niet wat we hier verloren hebben.’ Kort daarna overleed hij. Zowel de Britse als de Argentijnse militairen kwamen thuis in een land waar het normale leven niet door de oorlog werd beïnvloed en de interesse in de oorlog maar een inch diep was.
Dit artikel kwam tot stand met medewerking van Arnold Begeman en Esteban René Lerin.
Eindelijk terug: schaalmodel van de gloednieuwe Transavia A321neo
Nu te pre-orderen in de webshop! Let op: limited edition.