Air France-KLM heeft bekendgemaakt dat de nieuwe Airbus A320neo’s en A321neo’s, die vanaf 2023 in dienst komen bij KLM en Transavia, zeer waarschijnlijk motoren van CFM krijgen. Het luchtvaartconcern gaf maandagavond aan bezig te zijn met exclusieve onderhandelingen met de Amerikaans-Franse motorfabrikant.
CFM aan de A320’s
Tegen het einde van 2021 werd bekend dat zowel KLM als Transavia overstapt van de Boeing 737-familie naar de Airbus A320neo-familie. Met elkaar plaatsten de beide bedrijven een bestelling voor honderd toestellen met een optie dit aantal te verhogen met nog eens zestig exemplaren.
Na de keuze voor de A320neo-familie kon Air France-KLM nog een tweede keuze maken, namelijk uit twee motortypes: de LEAP-1A van CFM, wat een joint venture is van het Amerikaanse General Electric en het Franse Safran, en uit de PW1127G van het Amerikaanse Pratt & Whitney.
De keuze voor de motoren van CFM is voor het onderhoudspersoneel van KLM gunstig. De huidige vloot van 737’s vliegt ook met motoren van deze fabrikant, al zijn die wel van een ander type, namelijk de CFM56. Overeenkomsten tussen beide typen zijn er wel waardoor er reeds een grote mate van bekendheid is met het nieuwe materieel.
De keuze voor Airbus
Hoewel een keus voor de 737 MAX van Boeing in eerste instantie met het oog op de vliegers en het onderhoudspersoneel logischer leek, gaat Air France-KLM toch voor de Airbus A320neo en de A321neo. Waarschijnlijk speelden vooral duurzaamheidsoverwegingen hierbij een rol. De modernere toestellen zullen naar verwachting zorgen voor een vermindering van het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van vijftien procent. De Europese toestellen produceren tot vijftig procent minder geluid dan de huidige 737-800’s waarmee KLM en Transavia nu nog vliegen. In relatie met de 737 MAX overtreft het vliegbereik van de A321neo (iets meer dan 7.400 kilometer) met bijna 1.300 kilometer.