Toen in de loop van de jaren 20 van de vorige eeuw het luchtvervoer gestaag toenam, drong zich de vraag op wat te doen met de aangeboden luchtvracht. Tot dan toe konden een paar pakjes, kranten of dozen nog wel mee in het bagagecompartiment van de vroege Fokker-modellen. Echter, de tijd was rijp voor vrachtvervoer door de lucht. Het ging daarbij natuurlijk om kostbare vracht die erg tijdgevoelig was. Een en ander zou uiteindelijk leiden tot de bouw van de ‘Carley Jumbo’.
Een speciaal vrachtvliegtuig
KLM had toen al de luchtpostcontracten van de (toenmalige) PTT binnen gehaald, maar het volume en gewicht waren beperkt. Voor het zware werk was feitelijk een apart te ontwerpen vliegtuig nodig. In 1927 ging KLM dan ook op zoek naar een speciaal vrachtvliegtuig. Daar er niets in de markt te vinden was werd besloten er eentje te laten bouwen. Dit ontwerp was het resultaat van het teamwerk van KLM-ingenieurs en de Nederlandse ontwerper Joop Carley. De machine werd gebouwd door het bedrijf Werkspoor, een nogal merkwaardige keuze omdat hun hoofdactiviteit rollend materieel was voor de spoorwegen. Het resultaat was een forse robuuste tweedekker met staartwielonderstel, voorzien van een Gnome-Rhone Jupiter motor die een tweebladige schroef aandreef.
“Vreetservies”
Deze omvangrijke tweedekker met een volumineuze romp beschikte over twee grote laaddeuren, aan elke kant één. Het vliegtuig stond ook wel bekend als de ‘Carley Jumbo’ of de Werkspoor Jumbo. KLM bestelde er één om concept en ontwerp uit te proberen. De machine werd in 1930 ingeschreven in het luchtvaartregister onder de registratie ‘PH-AFI’. Op de romp werd de tekst “Freight Service” aangebracht, door personeel op Schiphol vertaald als “Vreetservies”. Tijdens een bombardement op Schiphol door de Luftwaffe als onderdeel van de invasie door binnenvallende Duitse troepen, werd het toestel op 10 mei 1940 vernietigd.


De Carley Jumbo op Zestienhoven, Rotterdam. Carley had een fraaie, gestroomlijnde neus ontworpen, maar dat hinderde de koeling van de Bristol Jupiter. Dit probleem zorgde voor vertraging van de aflevering. De motorbeplating is kort nadat deze foto is genomen gewijzigd, zodat de cilinders meer koelwind kregen.
Vliegtuigbouwer Joop Carley
Joop Carley (Den Haag, 20 september 1893 – Monster, 10 mei 1982) was secretaris van de Haagsche Proefvliegclub, waar ook Theo Slot en Coen van Dijk bij hoorden. Na enkele modelzweefvliegtuigen gebouwd te hebben trachtten zij nog voor de Eerste Wereldoorlog een Bleriot-eendekker te bemachtigen. Na WO-1 stichtte Carley een eigen vliegschool op Vliegkamp Ede. Hier ontwierp hij de S.1 en stelde deze tentoon op ELTA (1919). Kopers bleven echter uit. Na een onafgebouwd verkeersvliegtuig kwam Carley met een ander lesvliegtuig, de L.II. Ook voor dit vliegtuig was er te weinig belangstelling. Joop Carley moest de vliegschool in 1922 sluiten. Na nog een aantal pogingen naam te maken in de vliegtuigindustrie gedurende de jaren 20, kwam hij in contact met Frits Koolhoven, onder wiens leiding hij experimenteerde met staartloze vliegtuigen.
Er is echter nooit één van gebouwd. Dit geeft wel aan dat er ook voor WO II al werd geëxperimenteerd met staartloze vliegtuigen; net als in Engeland (Westland) en Duitsland (Gebr. Horten). Gedurende de oorlog deed Prof. Lippisch in Duitsland verder onderzoek naar de besturing en stabiliteit van dit soort ontwerpen. Al deze kennis werd in de naoorlogse jaren toegepast door onder andere Northrop in de V.S. in het ontwerp van een staartloze bommenwerper de XB-49. In 1929 werd Carley in contact gebracht met KLM om een vrachtvliegtuig te ontwerpen. Dit resulteerde in de zogenoemde “Jumbo”.
Bron: Stadsarchief Amsterdam
Ontwerp Carley Jumbo
Het ontwerp toont een robuuste tweedekker met verspannen vleugels. De romp was van staalbuis, met aluminium beplating aan de voorzijde vanwege de stroomlijn. De romp was bekleed met linnen. De vleugels waren van hout, ook weer met linnen bekleed. Alles stond op een degelijk tweewielig onderstel. Aanvankelijk was er alleen een vrachtdeur uitgespaard aan de bakboordkant, later deed men dit ook aan de stuurboordkant, zodat men snel grote pakketten kon laden. Het toestel had een laadvermogen van ruim 1600 kg.
De voortstuwing werd verzorgd door een Gnome-Rhône (Bristol) 9A Jupiter, van 358 kW (480 hp), een zeer betrouwbare krachtbron voor die tijd die een kruissnelheid mogelijk maakte van 180 km/uur. De Jumbo had een actieradius van ca. 930 km.
Productie Carley Jumbo
Het toestel zou worden gebouwd bij de N.V. Werkspoor, de belangrijkste leverancier van spoorwegmaterieel in Nederland. Werkspoor was al enigszins actief in de Nederlandse luchtvaartindustrie. In 1925 was het bedrijf betrokken bij de bouw van de eerste Nederlandse helikopter door Ir. A. G. von Baumhauer. (Hoewel oorspronkelijk van Duitse komaf, een echte Nederlander) Vliegtuigconstructeur Pander leverde de nodige luchtvaarttechnische kennis. In 1930 gaf KLM-topman Albert Plesman aan Werkspoor de opdracht om het vliegtuig te bouwen naar het ontwerp van Joop Carley. De ontwikkeling van de Werkspoor Jumbo in samenwerking met Pander & Zn. werd geplaagd door tegenslagen waardoor de constructie meermalen vertraging opliep. Een van de belangrijkste problemen was de koeling van de Jupiter-stermotor. Een te krappe stroomlijnbeplating zorgde voor oververhitting van de motor. Pas in 1931 maakte de Jumbo de eerste vlucht. De motorbeplating is nog een paar maal gewijzigd, maar daarna voldeed het vliegtuig goed.
© Nationaal Archief (CC0), Willem van de Poll
Operationeel gebruik Carley Jumbo
Desondanks werd de Jumbo geen groot succes en na bijna twee jaar vrachtvliegen op het traject Amsterdam – Rotterdam – Londen, werd het toestel doorgeschoven naar (KLM)- vliegeropleiding. Hier bleef het in dienst tot begin 1940. Reden hiervoor waren de operationele kosten versus de onregelmatige inzet: ja, er was behoefte aan een vrachtvliegtuig, maar nee, niet de gehele tijd. Daarnaast: In 1929 brak de crisis los en zakte het luchtvrachtvervoer in. Een economische exploitatie was derhalve niet goed mogelijk.
Conclusie
De Jumbo was een degelijk en goed ontwerp en zeker berekend op haar taak. Echter het economisch tij zat tegen. Desondanks leidde de machine jarenlang een nuttig leven. Al met al geen slecht vliegtuig.
Voor de liefhebber: luchtvaartpublicist Theo Wesselink heeft over dit boeiende vliegtuig een fraai boekwerk geschreven dat veel verder op deze materie ingaat.
Nu te bestellen: Diecast Exclusive Martinair MD-11 PH-MCP Schaalmodel (1:200)
De PH-MCP was zowel de eerste als de laatste MD-11 die in de vloot van Martinair opereerde. Via onze partner Diecast Trading kunt u dit exclusieve, kleurrijke stukje luchtvaarthistorie in huis halen!

