‘Mijn God, wat ben ik moe!’ Mijn oppasmeisje ploft op de bank neer. Haar benen zijn gebruind, haar haar is door de zon lichter geworden en ze ziet er allesbehalve echt moe uit. Stralend vertelt ze over haar reis van Kroatië terug naar Nederland. Heerlijk was het! Er even uit te zijn, de warmte van de zon op je gezicht te voelen, het heldere zeewater te bewonderen, maar vooral ook de zaligheid van de totale ontspanning en de gezelligheid die met een vakantiegevoel gepaard gaan.
‘Opgeladen door de vakantie, maar doodmoe van de reis’, is het statement. Ze stond tenslotte om half drie ‘s nachts naast haar bed om met het vliegtuig terug te reizen naar huis. ‘Half drie, Renske! Ka-pot ben ik!’ Ik glimlach mijn oppas minzaam toe. Dit gesprek heb ik al vele malen vaker mogen voeren met mensen die af en toe een keer een vliegreisje maken. De totale vermoeidheid door het reizen met het vliegtuig en de dreun die een jetlag met zich meebrengt, raakt de nietsvermoedende passagier ‘lekker hard’.
Tegelijkertijd ziet men mijn baan als stewardess -waarin dit de norm is en geen uitzondering- als een vakantiebaan. Want: ‘Heerlijk! Mag je weer weg?! Lekker met de billen op het witte zand liggen ergens? Wat een luxebaan heb je toch!’ Na een enkele reis waardoor ‘de burger’ zich gesloopt, uitgeknepen en kapot voelt, denk ik alleen maar: ‘mietjes’. En realiseer ik me des te meer dat een passagier zich nooit en te nimmer een oprechte voorstelling kan maken van de fysieke belasting die bij het leven in de lucht en de functie van cabinepersoneel hoort.
Ik realiseer me wat de rol van het dragen van het uniform hierin is. Een uniform behelst zoveel meer dan alleen het gevoel van eenheid (uniformiteit), betrouwbaarheid en veiligheid weer te geven. Het aantrekken van een uniform leidt ook tot het bedrijfsmatig ‘kleuren’ van de persoon die het uniform draagt. De stewardess is niet meer een vrouw (een mens) die het blauwe pak draagt, maar ineens is zij de blauwe superstess, die het bedrijf representeert. Dat blauwe pak laat zien dat wij niet moe te krijgen zijn, niet ziek te maken zijn, nooit last hebben van een slecht humeur of een dagje tegenslag ervaren. Trek het pak aan en je transformeert tot een blauwe superstess, waar nog net geen flapperende cape achteraan wappert terwijl je het gangpad doorsuist!
Tegelijkertijd realiseer ik me dat dit niet alleen voor het blauwe KLM-pak geldt, maar net zo goed voor politieagenten, defensiepersoneel, verplegers en bijvoorbeeld zorgverleners die hun ‘gekleurde’ uniform dragen. Een uniform als barrière tussen de professie die je uitoefent en de mens die je bent. Een barrière waardoor we soms ‘de mens’ in het uniform even (lijken te) vergeten. Naar hen opkijken als zijnde onze redder, onze vraagbaak, onze alwetendheid wanneer we als leek het zelf allemaal even niet meer weten. Het uniform dat de mens ‘anoniemer’ maakt.
Het tegendeel is natuurlijk waar. In dat blauwe pak, achter dat opgestoken haar en die parelknopjes in de oren, achter de opgemaakte ogen en de gloss op de lippen, zit een persoon, die (net als ieder mens van vlees en bloed) moe wordt en ‘op’ raakt. Soms is de superstess zo met het uniform verbonden dat alleen een blik op dat blauwe pak een golf van vermoeidheid, het zuur op de kaken en trillende handen, met zich meebrengt. Letterlijk. De oplossing is om het uniform dan in de diepste diepten van de kleerkast te verbergen. Vooral niet naar kijken tot de volgende reis zich weer aandient.
Niemand van de passagiers die dit ziet. Niemand die -naar alle waarschijnlijkheid- zich er ook voor interesseert. We houden namelijk de façade van deze onoverwinnelijkheid graag in leven. Het is ‘part of the job’: een uitruil tussen een avontuurlijk leven en de prijs die je ervoor betaalt door fysieke (en uiteindelijk soms mentale) belasting. Dus we glimlachen minzaam als we weer een: ’Dat jullie nou nooit last hebben van een jetlag, hè?’ van een passagier krijgen en houden het imago dapper in stand.
Negen uur vooruit in de tijd, 48 uur op locatie, net een beetje gewend aan het tijdsverschil, terug naar huis, nacht overslaan, 32 uur wakker, drie dagen vrij, zeven uur achteruit in de tijd, 24 uur op locatie, terug naar huis, nacht overslaan, 22 uur wakker, drie dagen vrij, vijf dagen op Europa, drie dagen tussen drie en vijf uur in de ochtend eruit, twee dagen vrij en ga zo maar door en door en door en door…..
In Alblasserdam vond van de week een drama plaats. Een foto van twee politieagenten die troostend een arm om een huilende vrouw heen hebben geslagen, vulde de media. Het raakt mij. Ik zie drie mensen, waarvan twee een donkerblauw uniform dragen. Het uniform straalt professionaliteit uit, een professie waarnaar je je kan wenden als het werkelijk mis gaat, als er dreiging is. En ik denk: ‘ik hoop maar dat iemand zich hiervoor interesseert’. Dat dit ‘part of the job’ is. Maar dat we niet vergeten dat deze agenten, in dit uniform, geen anonieme entiteit zijn, maar mensen van vlees en bloed. Mensen waar de adrenaline doorheen schiet, trauma op het netvlies zal staan en die empathisch in hun hart geraakt zijn.
Dat we daar even voor stoppen. Een moment bij stilstaan…. een troostende schouder bieden, een goed gesprek aangaan, even in alle oprechtheid vragen: ‘Kan ik iets voor je betekenen?’ In plaats van almaar door en door en door…..Een uniform verbergt zoveel. Maar het stopt bij de wens om achter die façade, achter die professionaliteit, achter het uniform dat zo graag anoniem lijkt te maken, de mens te willen blijven zien. De aannames die we doen, zijn tenslotte zo makkelijk gemaakt. Tegelijkertijd ook zo makkelijk te weerleggen…..mits we ernaar zouden vragen.
-
Product in de uitverkoopKLM 747 Afscheidskalender + twee sleutelhangersOorspronkelijke prijs was: €29,90.€22,40Huidige prijs is: €22,40.
-
Boek Love is in the Air€15,00
-
Aviationtag KLM 747-400 PH-BFG€34,95