Komende zomer wordt opnieuw enorme drukte op Schiphol verwacht. Detlef Döbberthin, marketingdirecteur, hoopt dat daarom meer reizigers via Flughafen Münster-Osnabrück reizen.
Extra (vakantie)bestemmingen en samenwerkingen met Nederlandse reisbureaus moeten ervoor zorgen dat meer mensen uit Nederland vanaf Münster vertrekken in plaats van Schiphol (en andere Nederlandse luchthavens). Momenteel heeft het vliegveld 22 bestemmingen waar momenteel jaarlijks 700.000 tot 750.000 reizigers gebruik van maken. Onder hen komt volgens Döbberthin tien procent uit Nederland, voornamelijk uit Overijssel, Gelderland en Drenthe. Vanaf die provincies is het ongeveer een uur rijden naar Münster. Döbberthin verwacht dat als er niets geks gebeurt, het vliegveld volgend jaar weer op het niveau van vóór de coronapandemie zit: circa één miljoen reizigers per jaar. “Ik noem ons, vaak met een grapje, de oostelijke luchthaven van Nederland”, grapt de marketingdirecteur tegenover RTV Oost.
Nederlandse taal
Hij streeft ernaar dat de informatieborden voorzien worden van onze taal. Momenteel is de informatie alleen in het Duits en Engels beschikbaar. “Er praten ook nog niet zoveel mensen op deze luchthaven Nederlands. Daar werken we aan, al hebben we inmiddels al wel een Nederlandse website.” Verder denkt de marketingdirecteur dat Münster-Osnabrück zich kan onderscheiden van grote luchthavens, omdat het vliegveld kleinschalig is, én het parkeren niet zoveel geld kost. Daarnaast stelt Döbberthin dat de luchthaven van Münster goed bereikbaar is.
Nog steeds verlies
Ondanks dat maakt Flughafen Münster-Osnabrück, die dit jaar vijftig jaar bestaat, nog steeds verlies. Gemeenschapsgeld moet er dus bij. “We maken geen winst, dat klopt. Duitse luchthavens hebben dezelfde problemen als die in Nederland en de coronapandemie heeft natuurlijk ook niet geholpen. Maar ik vergelijk ons weleens met het openbaar vervoer: dat maakt vaak ook geen winst, terwijl er wel veel mensen gebruik van maken, nuanceert de marketingdirecteur.