De kogel lijkt door de kerk: Schiphol moet op de langere termijn met tien procent krimpen.
Momenteel vinden er maximaal 500.000 vluchten per jaar plaats op Nederlands grootste luchthaven. Dat aantal zal reduceren naar 450.000 en mogelijk gaan daar nog eens dertigduizend vanaf. De voornaamste reden voor de krimp is de geluidsoverlast, die volgens het kabinet erger is dan gedacht. Er zijn diverse oplossingen bedacht om die overlast te reduceren. Naast dat veel luchtvaartmaatschappijen hun vloot vernieuwden, zou het omleggen van start- en landingsbanen een alternatief zijn. Echter, hierdoor zouden andere omwonenden last krijgen van het geluid van opstijgende en landende vliegtuigen.
Problemen stapelen zich op
Dit probleem komt om de hoek kijken naast de stikstofproblematiek en personeelstekorten. “Nog los van de stikstofproblematiek en het ontbreken van een natuurvergunning, komt deze maatregel op tafel”, stelt een ingewijde bij de Telegraaf. Daarnaast kwam het RIVM ook nog eens met een rapport over fijnstof naar buiten waaruit zou blijken dat er niets anders op zou zitten dan te snijden in het aantal vluchten op Schiphol. Mark Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat, zou daar volgens ingewijden geen vuist tegen kunnen maken.
Tóch geen groei Schiphol
Door de krimp wordt afgeweken van eerdere uitspraken van Harbers. Halverwege maart dit jaar zei de minister dat er ‘geen aanleiding is’ om de luchtvaartnota 2020-2050 aan te passen. Daarin staat dat het aantal vluchten groeit naar 620.000 per jaar. Daar komt Harbers nu van terug. “Het gaat daarbij enerzijds over het behoud van onze internationale luchthaven met een goed netwerk aan bestemmingen wereldwijd. Anderzijds moet er aandacht zijn voor de nadelige gevolgen van de luchtvaart in de omgeving van Schiphol. Ik ben bezig met de uitwerking van die opdracht. Dat is complex. Ik neem de tijd die nodig is om tot een zorgvuldig besluit te komen”, licht hij toe. De verwachting is dat Harbers nog vóór de zomer met de uitwerking naar buitenkomt. In de Tweede Kamer zou het aantal ‘hoofdpijndossiers’ dusdanig groot zijn, dat er niets anders besloten zou kunnen worden dan een forse krimp.