Begin juni werd een Airbus A330 van Aeroflot vlak voor vertrek uit Sri Lanka aan de ketting gelegd. Een kleine week later kon het toestel toch terugkeren naar Rusland. Inmiddels is er meer bekend over de wijze waarop Aeroflot de jet terug wist te krijgen.
De A330 in kwestie, die inmiddels vliegt onder registratie RA-73702 maar eigenlijk als VQ-BMY geregistreerd staat op Bermuda, arriveerde in de vroege ochtend van 1 juni op de luchthaven van Colombo, de grootste stad van Sri Lanka. Toen het toestel de dag daarop klaarstond om terug te vliegen naar Moskou, hield de luchtverkeersleiding de betreffende vlucht tegen op last van de rechter. Er bleek een ‘commercieel geschil’ te zijn met de rechtmatige eigenaar van het vliegtuig, de Ierse leasemaatschappij Celestial Aviation Trading.
Vrijwel meteen werd er grote diplomatieke en politieke druk uitgeoefend om het besluit terug te draaien. Een belangrijk deel van de economie van Sri Lanka, dat er financieel sowieso slecht voor staat, is afhankelijk van Russisch toerisme. Toen Aeroflot aankondigde dat het alle vluchten naar Sri Lanka zou opschorten, ontstond er grote onrust bij het Sri Lankaanse ministerie van Toerisme, dat vervolgens de procureur-generaal vroeg in te grijpen.
Uit berichtgeving van de Washington Post blijkt nu dat er meer aan de rel voorafging dan tot nu toe bekend. Celestial zou twee dagen na de Russische inval in Oekraïne Aeroflot al voor het eerst hebben gevraagd om teruggave van het toestel. In de daaropvolgende weken werden meerdere aanmaningen gestuurd, zonder dat Aeroflot die van een reactie voorzag. Dat de maatschappij wel internationale vluchten bleef uitvoeren met de A330 had te maken met, zo blijkt nu, het feit dat Sri Lanka de garantie had gegeven dat Russische vliegtuigen ongehinderd van en naar het eiland konden vliegen.
Nadat het Aeroflot-toestel op last van de rechter toch aan de ketting was gelegd, dreigde Rusland Sri Lanka af te sluiten van de levering van olie en andere energiebronnen. Het eiland is voor een groot deel afhankelijk van deze Russische leveringen, zo bleek temeer toen de enige raffinaderij van Sri Lanka eerder dit jaar twee maanden stil kwam te liggen door het uitblijven van olieleveringen vanuit Rusland. Naar aanleiding van dat dreigement zouden advocaten van de Sri Lankaanse staat de rechtbank – met succes – hebben verzocht het vliegtuig vrij te geven, zo schrijft de Amerikaanse krant. Zodoende kon de A330 op 6 juni weer vanuit Sri Lanka vertrekken. In de tussentijd kiest Aeroflot eieren voor haar geld en zet het de RA-73702 uitsluitend nog in naar Kirgizië en op binnenlandse routes. De Ierse leasemaatschappij staat ondertussen opnieuw met lege handen.