‘Het is druk op Eindhoven Airport. Kom 2,5 tot 3 uur voor het vertrek van je vlucht naar de luchthaven. Kom niet eerder.’ Toen Eindhoven deze maand negentig jaar geleden een eigen vliegbasis onder de naam Welschap opende, kon niemand bevroeden dat reizigers die er het vliegtuig wilden nemen ooit van een dergelijk advies zouden worden voorzien. En evenmin hoe veelbewogen de geschiedenis van de luchthaven door de jaren heen zou uitpakken.
De eerste plannen voor een vliegveld in de stad die tegenwoordig veel bekendheid geniet als brainport, ontstonden ruim honderd jaar geleden, toen het bestuur van de Luchtverkeer Tentoonstelling Amsterdam zich voornam de luchtvaart te promoten in diverse Nederlandse steden, waaronder Eindhoven. Ondanks dat het gemeentebestuur van de zich uitdijende stad hier wel oren naar had, bleef het vooralsnog bij luchtfietserij. Uiteindelijk waren het de plaatselijke welgestelde industriëlen die daadwerkelijk voor de vliegerij in de lichtstad gingen. De aanleg van het vliegveld betekende werk voor de vele werklozen die er waren. Tweehonderd arbeiders konden aan de slag met de ontginning van een gebied op de Strijpsche heide, pal tegen de noordwestelijke grens van de gemeente.
Uit isolement verlost
De feestelijke opening van Welschap, genoemd naar de nabijgelegen buurtschap met diezelfde naam, volgde op 10 september 1932. Posters met de tekst ‘Het zuiden zal uit zijn isolement worden verlost’ kondigden de gebeurtenis aan. Niet alleen de gebruikelijke redevoeringen en een luchtvaartshow maakten deel uit van het feestprogramma, ook negen op leeftijd zijnde inwoners van Eindhoven en omliggende gemeenten kregen een rondvlucht aangeboden. De oudste onder hen bezat de gezegende leeftijd van 96 jaar. Vrouwen maakten geen deel uit van de uitverkorenen, die werden domweg niet uitgenodigd, klaarblijkelijk vanzelfsprekend voor die tijd van leven. Nog een saillant detail: de foto met deze ouden van dagen werd in de loop van de tijd veel populairder dan allerlei andere waarop hooggeplaatste autoriteiten te zien zijn.
© Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Luchthavengebouw
De eerste machine van KLM die passagiers van Schiphol naar Welschap vloog, zette een week na de opening van het vliegveld haar wielen op de grasbaan. Binnen het jaar was het mogelijk om met KLM vanaf Eindhoven naar steden als Amsterdam, Rotterdam en Groningen te vliegen. De vlucht van de Uiver tijdens de Londen-Melbourne-race in 1934, riep bij menigeen genoeg enthousiasme op om zelf het vliegtuig te nemen voor een binnenlandse lijnvlucht. Dankzij de oprichting van de NBAC, de Noord-Brabantsche Aero Club, door onder anderen Frits Philips op 28 september 1932, verwierf Welschap ook een recreatieve functie. De club werd later opgesplitst in de Eindhovense Aero Club-motorvliegen (EAC-m) en de Eindhovense Aero Club-zweefvliegen (EAC-z).
In maart 1933 vestigde de Nationale Luchtvaart School er een dependance. Met al die bedrijvigheid was de komst van een luchthavengebouw een logische vervolgstap. Dirk Roosenburg, een met Albert Plesman bevriende architect die onder andere voor Philips het NatLab, het hoofdkantoor (de Bruine Heer) en de bedrijfsschool ontwierp, kreeg de opdracht. Het mintgroene gebouw kwam te bestaan uit een in het midden geplaatste verkeerstoren, met aan de ene kant een ontvangsthal en bagageruimte en aan de andere kant een café-restaurant.

© Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Gebombardeerd
In de tweede helft van de jaren dertig ging een aantal proefvluchten vanaf Welschap van start. Fokker testte er in 1936 het prototype van de D.XXI en in 1937 de G.1. Koolhoven maakte er in juni 1938 de eerste vlucht met de nieuwe F.K.55. In de tweede helft van 1939 kwam het vliegveld onder het beheer van de inmiddels gemobiliseerde Militaire Luchtvaart. Tot begin april 1940 waren er niet alleen verkenningsvliegtuigen gestationeerd van het type Fokker C.V en Koolhoven F.K.51, maar ook Fokker D.XXI-jachtvliegtuigen. Die laatste om Zuidoost-Nederland te beschermen tegen indringers die de Nederlandse neutraliteit schonden. Kort na het vertrek van deze machines versperden militairen het vliegveld met betonnen rioolbuizen. De bewaking werd vervolgens overgelaten aan een compagnie van het Regiment Wielrijders. Hoewel Welschap tijdens het uitbreken van de oorlog dus niet in gebruik was, liet de Luftwaffe niets aan het toeval over. Op 10 mei 1940 bombardeerde een zestal Heinkel HE 111’s het vliegveld.

© Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Allereerste Luftwaffe-basis
Gedurende de hele Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitsers Welschap als Fliegerhorst Eindhoven. In eerste instantie stationeerden ze jachtvliegtuigen van het type Messerschmitt Bf 109E op deze allereerste Luftwaffe-basis op Nederlands grondgebied. Dit ter ondersteuning van hun oprukkende grondtroepen. Hoewel Eindhoven niet als specifieke Nachtjagd-basis was aangewezen, bevonden zich er soms wel vliegmachines die als voornaamste taak hadden het Roergebied ’s nachts tegen geallieerde bommenwerpers te verdedigen.
Nadat de bezetter de enig aanwezige grasbaan uitbreidde met drie verharde banen, was het vliegveld gereed voor de ontvangst van zwaardere toestellen. Vervolgens vlogen er vanaf Eindhoven Heinkel HE 111’s richting Londen teneinde deze stad met bommen te bestoken. De zuidwesthoek van Fliegerhorst Eindhoven raakte ampele uren later zelf bedolven onder een bommentapijt. De bommenvoorraad die bij Liegeplatz 4 lag opgestapeld deed de rest. Acht HE 111’s gingen volledig verloren, twee andere raakten beschadigd.

© Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Nog altijd is het in nevelen gehuld of het een bombardement van de geallieerden betrof of dat een in problemen verkerende en daarom terugkerende HE 111 per abuis de eigen bommenlast op Fliegerhorst Eindhoven had afgegooid in plaats van op het schijnvliegveld annex Notabwurfplatz bij Oirschot.
Het verlies betekende niet dat de Duitsers hun activiteiten vanaf Eindhoven staakten. Het bestrijden van de voor hen vijandelijke scheepvaart en het droppen van talloze mijnen in riviermondingen en kustwateren, maakte daarvan deel uit. Jachtvliegtuigen waren er ook nog geregeld gestationeerd. De nog altijd aanwezige HE 111’s en Junkers JU88’s werden tevens geregeld ingezet voor verkenningsvluchten.

© Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Een van de eerste bevrijde vliegvelden
Uiteraard trok een grote basis als Eindhoven de aandacht van de geallieerden, al moesten de als molen gecamoufleerde verkeerstoren en het nabijgelegen schijnvliegveld dit voorkomen. Toch vond de eerste echte omvangrijke aanval pas plaats op 14 juni 1944. Meer dan zestig B-24 Liberator-bommenwerpers dropten ruim tachtig ton bommen in de noordoosthoek van het vliegveld. Enkele hangars werden getroffen, waarbij zes JU88’s vernield werden en drie andere forse schade opliepen.
Op 5 juli wierpen opnieuw dertien Liberators hun verwoestende lading af, gevolgd door elf B-17 Flying Fortresses op 9 augustus. Op 15 augustus kwamen 108 Halifax- en negen Lancaster-bommenwerpers het nog eens dunnetjes overdoen. Niet dat al die bommen op de beoogde plek neerkwamen. Dat er nogal eens afzwaaiers waren hebben ze zowel in Geldrop als in het Eindhovense stadsdeel Strijp kunnen merken.
De definitieve nekslag volgde op 3 september. De Duitsers bliezen de aftocht, zij het wel na alles wat nog restte compleet te hebben vernield. Zo werd Eindhoven een van de eerste bevrijde vliegvelden van Nederland. De geallieerden maakten het vervolgens op provisorische wijze weer geschikt voor militaire operaties. De Britse RAF kreeg tussen 1945 en 1947 de beschikking over het vliegveld. Bij de renovatie die volgde werd een van de landingsbanen zodanig verbreed en verlengd dat burgertoestellen er ook weer gebruik van konden maken.
Militair karakter
Toen in 1952 voor het eerst drie Nederlandse luchtmachtsquadrons op Welschap werden ondergebracht, kreeg de luchtmacht de luchthaven officieel in bezit. Er werd gevlogen met F-84G Thunderjets en F-84F Thunderstreaks. Een van deze Thunderjets crashte op 23 maart 1954 tijdens de start en stortte bij Oerle neer.

© Leonard van den Broek
Ten onrechte wordt de Lockheed T-33 die op 22 september 1956 in Strijp neerstortte nogal eens in verband gebracht met het Eindhovense vliegveld. De piloot die zijn eerste solovlucht maakte vanaf Volkel vloog laag boven de Eindhovense wijk, naar verluidt om te zwaaien naar zijn zwangere vrouw.
Het militaire karakter van wat inmiddels Vliegbasis Eindhoven heette, werd in de jaren zeventig versterkt door de komst van de Northrop NF-5’s. Opmerkelijk genoeg bleven andere gebruikers er ook welkom, waaronder het Philips Vliegbedrijf met op zijn hoogtepunt acht vliegtuigen en een helikopter. KLM-dochter NLM was van de partij met lijndiensten in het binnenland. Ook de gebruiker van het eerste uur, de Eindhovense Aero Club-motorvliegen, kon er weer terecht. In de zeventiger jaren werd NLM gewijzigd in NLM Cityhopper en volgde de uitbreiding van het netwerk vanaf Eindhoven naar Londen (Gatwick en Heathrow), Hamburg en Parijs.
© Leonard van den Broek
Zowel militair als civiel
Geluidsoverlast werd als gevolg van al dit intensieve gebruik een serieus issue, vooral voor de Eindhovense stadsdeel Woensel. De eerste protestacties kwamen op gang, de lol van Frits Philips ten spijt die het prachtig vond als hij vanuit het toen nog aan de Boschdijk gevestigde hoofdkantoor, een van zijn machines zag vliegen.
Eindhoven en Defensie bereikten een akkoord over het zodanig verleggen van de baan dat er zo min mogelijk over bewoond gebied zou worden gevlogen. In 1980 volgde de definitieve beslissing over de nieuwe vorm van het vliegveld en de combinatie van militaire en burgerluchtvaart. Vier jaar later was het zo ver: op 30 augustus 1984 opende ZKH Prins Claus Eindhoven Airport, dat militair én civiel was ingesteld met een gezamenlijk gebruik van zowel de start- en landingsbaan als de diverse ondersteunende diensten, zoals verkeerstoren, meteo, brandweer en vogelwacht. Voor de burgerluchtvaart was er niet alleen een passagiersterminal maar ook eigen platform. BASE Regional Airlines was er een veelvuldige verschijning, veelal voor het uitvoeren van zakenvluchten voor Philips. Op zaterdag en zondag was het vliegveld dicht.
© Eindhoven Airport
Op 11 mei 1985 landde paus Johannes Paulus II met een Douglas DC-9 van AlItalia op Eindhoven Airport. Bij zijn aankomst kuste hij de grond die tot 1994 nog deel uitmaakte van Veldhovens grondgebied. Op 26 juni 1988 vond er opnieuw een hoogtepunt plaats met de aankomst van het Nederlands Elftal dat het Europees Kampioenschap met 2-0 had gewonnen. Pas eind jaren tachtig ging de eerste vakantievlucht vanaf het vliegveld van start, met Mallorca als bestemming.
Transporttaken
De ontwikkelingen op militair gebied lagen evenmin stil waarbij de General Dynamics F-16 zijn intree had gemaakt en tot 1994 op Vliegbasis Eindhoven operationeel bleef. In 1992 volgde de overplaatsing van transporttaken naar het Eindhovense vliegveld met de stationering aldaar van twaalf Fokker F27 Friendships/Troopships. In 1994 ontving de Koninklijke Luchtmacht haar eerste twee Hercules C-130H en in 1995 kwamen er twee KDC-10’s bij die allemaal vanaf Vliegbasis Eindhoven opereerden.
Dieptepunt
Het dieptepunt in de geschiedenis van deze luchthaven voltrok zich op 15 juli 1996 toen een Belgische Hercules C-130 bij de landing verongelukte. 34 van de 41 inzittenden kwamen hierbij om het leven. Zowel op de plek waar de Hercules-ramp zich voltrok als in het centrum van Eindhoven is een herdenkingsmonument geplaatst. Het eerste is uitsluitend toegankelijk voor nabestaanden.
Nieuwe terminal
Inmiddels breidde het aanbod van lijnvluchten zich uit en vestigden steeds meer bedrijven zich in de directe omgeving van de luchthaven. Na de komst van Ryanair in 2002 wisten ook andere lowcost-maatschappijen Eindhoven Airport te vinden. Voor een aantal vluchten van Transavia, Wizz Air, Corendon, TUI en Vueling kan op dit vliegveld worden opgestapt. Ook Pobeda Airlines deed er zaken, maar sinds de getroffen internationale sancties tegen Rusland is deze luchtvaartmaatschappij niet langer welkom.
De terminal uit 1984 werd uiteindelijk te klein als gevolg van het stijgende passagiersaantal. In 2005 kreeg de luchthaven de beschikking over een nieuwe terminal. Verruiming van de openingstijden kon niet uitblijven en ook in het weekend werd het er een komen en gaan van de vliegtuigen. Omdat het aantal passagiers bleef stijgen, werd de terminal in 2013 uitgebreid.
Het militaire verkeer nam eveneens fors toe omdat tijdens de deelname van het Nederlandse leger aan de internationale vredesmacht in Afghanistan, al het transport van personeel en materieel plaatsvond vanaf Vliegbasis Eindhoven. Aangezien de tankermissies van de beide KDC-10’s als gevolg van de vraag naar transport steeds meer in de knel kwamen, besloot de Koninklijke Luchtmacht tot de aankoop van nog een DC-10. De geheel gereviseerde en gemoderniseerde machine heeft maar weinig starts en landingen kunnen maken op haar nieuwe thuishaven. Vanwege de bezuinigingen op defensie werd zij op 11 april 2014 naar de sloop gevlogen.
Sinds 1 september 2010 bevindt het European Air Transport Command (EATC), een internationaal commandocentrum dat voor Nederland, België, Duitsland, Luxemburg, Frankrijk, Italië en Spanje de operationele controle uitvoert van het militair luchtvervoer zich ook op de Eindhovense vliegbasis. De totale transportvloot die onder het commandocentrum valt bestaat uit zo’n 220 toestellen.
MH17
Op 23 juli 2014 arriveerden de lichamen van de eerste veertig Nederlandse slachtoffers van de ramp met de MH17 op deze locatie. Twaalfhonderd nabestaanden, maar ook premier Rutte, koning Willem-Alexander, koningin Máxima en de commissaris van de Koning, Wim van de Donk, waren aanwezig. Ook de dagen daarna landden een Nederlandse Hercules C-130 en een Australische Boeing C-17 Globemaster er opnieuw met de lichamen van nog meer slachtoffers.
Nieuwe vliegtuigen
Terwijl het aantal passagiers dat gebruik maakte van Airport Eindhoven bleef groeien, werd de bereikbaarheid verbeterd. De aanpak van de parkeergelegenheid verliep niet volgens plan. Op 27 mei 2017 stortte het gebouw twee weken voor de oplevering deels in. Pas op 1 oktober 2019 kon de luchthaven erover beschikken.
Nieuwe plannen voor verdere uitbreiding en vernieuwing van het terminalcomplex van de op dit moment grootste regionale luchthaven van Nederland, staan op stapel. Daar zit niet iedereen op te wachten. Nieuwe en daarmee stillere vliegtuigen moeten de geluidsoverlast terugdringen.
Ook bij de luchtmacht wordt daarop ingezet door enerzijds de KDC-10’s te vervangen door A330 MRTT’s en anderzijds de C-130’s door Embraer C-390M’s. De eerste KDC-10 maakte op 4 november 2019 haar laatste start ooit op Eindhoven, de tweede volgde dit voorbeeld op 25 oktober 2021. Op 30 juni 2020 werd de eerste A330 MRTT verwelkomd, op 31 augustus 2021 arriveerde de vijfde en tevens laatste. De komst van de eerste C-390 wordt in 2026 verwacht.

Panoramaterras
Het uitzwaaien van familie of vrienden is op Airport Eindhoven echt leuk omdat de luchthaven niet over aviobruggen beschikt. Onder het genot van een hapje en een drankje kan het boarden vanaf het panoramaterras worden gadegeslagen. Ook het starten en landen van de vliegtuigen is vanaf deze plek prima te zien. Voor de A330 MRTT’s moet je op het dak van P4 zijn.

Vanwege de aanwezigheid van het oude luchthavengebouw en de hangar waar ooit aan straaljagers werd gesleuteld, is een bezoek aan de nieuwe wijk Meerwijk die op de plek van de oude start-/landingsbaan verrees, zeker de moeite waard. Het luchthavengebouw doet inmiddels dienst als restaurant, de hangar vervult een functie als sociaal centrum met onder andere een café, jongerencentrum en fitnessruimte.

© Lieneke Koornstra