Het vliegtuig waarin ik ruim 35 jaar geleden mijn bruidsvlucht maakte, bestaat nog steeds. Het is een leuk weerzien op vliegveld Budel dat alweer vele jaren bekendheid geniet als Kempen Airport. En dit geldt niet alleen voor de PH-RIN maar zeker ook voor de kinderen van de inmiddels hoogbejaarde Wiel Fransen die het bedrijf nu gezamenlijk runnen.
‘De RIN is het enige toestel dat niet in onze reeks van bedrijfsregistraties zit’, vertelt Inge over de Cessna 150. ‘Het is naar mijn zusje Rian genoemd. Veel mensen denken dat RIN staat voor Ruud, Inge en Noud, maar dat is dus niet zo.’ De RIN was niet alleen het vliegtuig waarin Herman en ik een rondje maakten boven onze bruiloftsgasten, in deze tweezitter kozen we een aantal jaren eerder ook voor het eerst gezamenlijk het luchtruim. Zijn eerste vliegles kreeg Herman in de PH-RUD en de derde in de PH-NOD, getuige zijn vliegerlogboek. ‘Die machines waren naar Ruud en Noud genoemd’, zegt Inge. De PH-BOR, de enige Cessna 172 van het stel, herinnerde aan haar naam: ‘Mijn volledige naam is Ingeborg.’
Zakelijk vliegverkeer is hier booming
In de jaren waarin Herman en ik geregeld samen een rondje boven Zuidoost-Brabant vlogen in een van deze machines, dat was van 1980 tot 1987, bezat het vliegveld enkel een grasbaan. Sinds 1991 ligt er ook een verharde baan van 1199 meter. ‘De kabels voor de baanverlichting zijn eind jaren negentig eigenhandig door ons getrokken’, zegt Inge vol enthousiasme. ‘Overdag kan er dus VFR (Visual Flight Rules; red.) worden gevlogen en buiten de daglichtperiode IFR (Instrument Flight Rules; red). Vanaf 07:00 uur lokale tijd kan iedereen eruit en erin tot ’s avonds 23:00 uur lokale tijd. Toen jullie hier nog geregeld kwamen, vonden er vooral recreatie- en lesvluchten plaats. Nu is het zakelijke vliegverkeer hier echt booming. Eindhoven heeft beperkte slots. Met zakelijke jets of turbines, machines dus voor zo’n acht tot achttien personen, kom je er daar moeilijk in. Er zijn dagen dat we het hier op het platform bijna niet geparkeerd krijgen.’
Stalling en onderhoud
Charters komen er ook. ‘Kleinere charters, dus geen Transavia of TUI’, lacht Inge. ‘Een Boeing 737 kan hier niet komen.’ Een kijkje in een van de hangars maakt meteen duidelijk wat het vliegveld zoal in huis heeft aan machines. Nog steeds veel ultralights. ‘Veel mensen vinden het heerlijk om nog even op een trike-je de lucht in te gaan’, zegt Inge. We lopen langs een Tecnam P92-2000 RG, een conventionele ultralight die zowel van buiten als van binnen verdacht veel op een motorvliegtuig lijkt. Verder staan er toestellen van de merken Pilatus, Daher Socata en Cirrus, enkele met de motorkappen open. Inge: ‘Eigenaren kunnen hier niet alleen hun machines stallen. We doen hier ook onderhoud van zowel EASA- als FAA- (resp. Europees en Amerikaans; red.) geregistreerde luchtvaartuigen waarbij we pistonbevoegd zijn en beschikken over een aantal erkenningen voor straalturbines en jets. Behalve dat we onderhoudsmonteurs in dienst hebben, werken we ook met stagiaires. We zijn een erkend SBB-leerbedrijf (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven; red). Ruud, de techneut van de familie, is hoofd maintenance.’ Samen met Noud komt hij aanlopen. Goed voor het uitwisselen van enkele herinneringen, gevolgd door een fotomomentje van de familie bij diverse toestellen.
‘Voor de bedrijven die hier met hun machines komen, kunnen wij het hele management van zo’n vliegtuig doen’, vervolgt Inge als we weer verderlopen. ‘Een aantal van de home based-eigenaren heeft zelf een brevet en vliegt er commercieel, op privébasis of voor het eigen bedrijf mee. Soms huren ze ook iemand in die bevoegd is om op dat vliegtuigtype te vliegen. Wij kunnen dan adviseren, bijvoorbeeld over de vlieger die erop kan.’
Quasi-kusje
Dan volgt het weerzien met de RIN. Niet meer wit met een gele striping zoals in de tachtiger jaren, maar wit met een blauw met rode striping. ‘De motor is gereviseerd, hij is voorzien van nieuwe apparatuur en er zit nieuwe bekleding op de stoelen’, vertelt Inge. ‘Zolang je het casco goed verzorgt en hem in een goede omgeving zet, kan een vliegtuig eindeloos lang mee. Bij ons blijven de machines nooit buiten staan.’ Er volgt weer een fotomomentje, waarbij de RIN zelfs een quasi-kusje van mij op zijn neus krijgt!
Breed inzetbaar
Naast zo’n honderd vliegtuigen herbergen de hangars ook twee brandweerwagens. Inge: ‘Iedereen die hier in dienst is, heeft brandweerbevoegdheid luchtvaart. Zelfs onze neef Remco Fansen die het restaurant exploiteert, kan ons bijstaan als brandweerman. Een van onze vlieginstructeurs is hoofd brandweer en zorgt er samen met een externe brandweerman maandelijks voor dat onze brandweerauto’s current blijven.’ Wie bij Kempen Airport werkt is breed inzetbaar. Dat geldt in dubbel opzicht voor de drie kinderen van Wiel Fransen die het bedrijf nu gezamenlijk runnen. Ruud en Noud verbonden hun hart en zaligheid al meteen aan het vliegveld. Beiden gingen studeren, Ruud werktuigbouwkunde en Noud bedrijfskunde, en in combinatie daarmee maakten zij tegelijkertijd hun droom waar om beroepsvlieger te worden. Inge werd fiscaal jurist. ‘Toen pa in 1999 zijn bedrijf ging overdragen, zaten mijn broers er allebei al in’, vertelt Inge. ‘Hij zei zowel tegen mijn zus als tegen mij: “Als jullie iets willen, moeten jullie nu komen.” Dat heb ik gedaan, in tegensteling tot Rian die inmiddels ook niet meer vliegt.’
Wisselen van pet
‘Het werkt heel goed met elkaar’, zegt Inge welgemeend. ‘Intern verschillen wij soms van mening, maar eruit komen doen we altijd. Naar buiten toe zijn wij eensgezind, wij zijn zes handen aan de stuurknuppel. Iedere dag vinden we het weer leuk om met zijn drieën aan de weg te timmeren. Daarbij wisselen we geregeld van pet. Alle drie zijn we Air Traffic Controller, waarbij Noud en ik tevens examinator hiervoor zijn. Ruud en Noud zijn zowel vlieginstructeur als examinator, maar ons eigen vlees keuren wij niet. Verder ben ik Safety Compliance Monitoring Manager wat inhoudt dat ik verantwoordelijk ben voor alle certificaties binnen het bedrijf.’
Gelijke kappen
‘Het is inmiddels een hele kerstboom wat we aan opleiding mogen doen’, vertelt Inge met gepaste trots. ‘Je kunt hier dus niet alleen terecht voor je PPL maar zeker ook als je verder wilt in de vliegerij. In plaats van op de Cessna 152 en 172 wordt dan gelest op Pilatus PC-12 of de Daher TBM series.’ De traditie van het stropdas knippen nadat een leerling-vlieger voor het eerst solo heeft gevlogen, hanteert Vliegschool De Kempen nog altijd traditiegetrouw. Inge neemt me mee naar de plek waar een halve cockpit hangt waaronder zes geknipte stropdassen prijken, zo anders dan in mijn tijd met Herman. Toen hingen de restanten boven de bar in restaurant de Coockpit, almaar vetter en vetter wordend als gevolg van de nicotineaanslag van de duizenden sigaretten die toen nog vrijuit konden worden opgestoken tijdens het delen van allerlei stoere vliegerverhalen.
Herman was een stropdassenman en had die bewuste dag van zijn eerste solovlucht nietsvermoedend een gloednieuw exemplaar omgeknoopt. Zijn genoegen was dan ook niet onverdeeld toen hij te horen kreeg dat hij voor het eerst zonder instructeur de lucht in mocht. Kans om te vervetten hebben de stropdaseindjes tegenwoordig niet meer. ‘Je schuift met je das steeds een plek op, totdat je ervan af valt’, licht Inge toe. Voor het gegeven dat nog maar weinig mensen een stropdas dragen, bedachten de Fransens een creatieve oplossing. ‘We hebben hier stropdassen ten overvloede. De deal is dat je er de eerstvolgende les zelf een terugbrengt.’ Met een lach voegt ze eraan toe: ‘Je gaat maar snuffelen bij je vader of grootvader in de kast.’ Voor de dames geldt hetzelfde. Inge, opnieuw lachend: ‘Ze willen toch gelijk behandeld worden? Dus gelijke monniken, gelijke kappen.’
Aangenaam verrast
In het restaurant zijn alle tafeltjes leeg in tegenstelling tot op het aangrenzende terras waar het schouwspel van de aankomende, vertrekkende en voorbij taxiënde vliegtuigen goed kan worden gevolgd. ‘Neef Remco hebben we met open armen binnengehaald’, zegt Inge. ‘Hij kan heel goed koken en verstaat de kunst om iedere gast zich welkom te laten voelen, al is het nog zo druk.’ De kaart toont drie- en viergangenmenu’s waarbij het water me meteen in de mond loopt en ook de prijs aangenaam verrast. Er zijn zelfs puzzelmenu’s, maar ach, gemiste kans, geen enkel daarvan is op de vliegerij gebaseerd. ‘Remco heeft hier vaak bruiloften, eventueel gecombineerd met een vliegarrangement waarbij we dan één concept maken’, zegt Inge. Terwijl ze vertelt over de mogelijkheid van een fly pass boven het vliegveld dwalen mijn gedachten een moment af naar die feestelijke dag in mijn leven, toen Herman en ik dat rondje vlogen boven de hoofden van onze gasten die vrolijk naar ons zwaaiden. De beelden van toen maken weer plaats voor het moment van het hier en nu als ik Inge hoor zeggen: ‘Op aanvraag verzorgen we ook rondleidingen. Dat doen we uitsluitend buiten de weekends, want het kan tot onwenselijke situaties leiden als je in je eentje met zo’n veertig à vijftig mensen rondloopt. Mensen zitten helaas vaak overal aan en dat kunnen we hier niet hebben. De verzoeken komen overal vandaan: van scholen, bedrijven, senioren, families. Het kan van alles zijn.’
Alert service
Een verkeerstoren is er wel maar gebruikt wordt hij niet. ‘Dan moet je iemand boven hebben zitten en iemand beneden’, legt Inge uit. ‘Als het druk is handelen we het vliegverkeer met twee man af, maar dan zitten we nog beneden omdat we vanuit onze uitbouw het hele veld kunnen overzien.’ Alhoewel er tijdens de openingstijden van het vliegveld altijd een van de Fransens aanwezig is, wordt graag gewerkt met PPR’s (Prior Permission Required). ‘Stel je komt uit Hilversum onze kant op. Als je aan ons hebt laten weten dat je om 14:00 uur komt landen en je bent er om 14:30 uur nog niet, dan gaan we oproepen. Krijgen we geen verbinding dan bellen we Hilversum om te vragen of de machine is vertrokken. Zeggen ze ja en als we hem dan op de radar vlak voor Eindhoven zien, begrijpen wij wel dat er een extra rondje is gemaakt. Maar blijkt hij te zijn vertrokken en niet op de radar te zien, dan is het meteen een kwestie van alert service. Misschien kan je dan nog gered worden.’
Niet aangegeven
Terwijl Kempen Airport groeit en bloeit staat de luchthaven op geen enkel ANWB-bord aangegeven. Inge: ‘Mijn vader, die een zaak had in Budel waar witgoed, radio’s en tv’s werden verkocht, opende het vliegveld op 26 juli 1970. Toen hij in zijn diensttijd als communicatie-expert bij de luchtmacht werkte, raakte hij in de ban van het vliegen. Hij haalde zijn vliegbrevet, maar kon op geen van de dichtstbijzijnde luchthavens terecht omdat die destijds uitsluitend voor militaire doeleinden werden gebruikt. Daarom trok hij zijn eigen plan, kocht tien hectare grond en ging daar van start met Luchtvaartterrein Budel, bedoeld voor recreatievliegers en zakelijk vliegverkeer. Zodoende zijn wij een particuliere luchthaven, de enige die belasting betaalt in plaats van subsidie ontvangt. Uiteraard is er wel bemoeienis met allerlei wetgeving, waaronder luchtvaart- en ARBO-wetgeving, maar nee, op borden worden wij niet vermeld.’ Inge haalt haar schouders op. ‘Mensen weten ons toch wel te vinden.’
No way
De luchthaven haalde in oktober 2017 het nieuws omdat een stelletje misdadigers voornemens was met een gehuurde helikopter een topcrimineel uit de gevangenis van Roermond te bevrijden. ‘Daags voordat de verijdelingsactie zou plaatsvinden, werden wij in vertrouwen genomen. De heli stond hier al, de eigenaar was ook verwittigd over wat er stond te gebeuren. Zo min mogelijk mensen mochten ervan weten. Noud en ik waren de enigen hier, zelfs Ruud wist het niet. Die kerel die met de heli zou meevliegen, kwam hier binnen en werd opgevangen door de recherche en vervolgens overmeesterd. De helikopter is vertrokken om in Maarheeze nog enkele van de betrokken delinquenten in handen te krijgen.’ Hoofdschuddend vervolgt ze: ‘De dag erna was voor ons pas echt een ramp’, herinnert Inge zich. ‘Alle kranten, tv- en radiostations wilden erover berichten. Je kreeg een microfoon onder je neus geduwd, ze wilden foto’s maken. We hadden daar geen enkele behoefte aan en dat geldt nog steeds. Onlangs werden we nog benaderd voor een filmopname. No way.’
No way geldt eveneens voor het idee om voor de luchthaven zonnepanelen te plaatsen. Inge: ‘Als je bij de start of landing een noodlanding zou moeten maken op een zonnepanelenweide, heb je geen schijn van kans, je vliegtuig vliegt meteen in brand. Op zand of gras kunnen de inzittenden er nog levend vanaf komen. Natuurlijk willen wij bijdragen aan duurzaamheid. Daarom is met de TU Eindhoven het onderzoeksproject Falcon gestart om een Cessna 150 elektrische voorstuwing te geven. Zonneparken zijn een goede methode om duurzame energie op te wekken, maar ze moeten wel buiten het circuitgebied liggen om het veilig te houden. Alles draait om veiligheid in de luchtvaart.’
Trots als een pauw
Het allerlaatste vliegtuig dat Herman bestuurde was de PH-BSX, een Cessna 177, de mooiste single engine van deze vliegtuigbouwer, met verstelbare propeller en intrekbaar landingsgestel. Alhoewel hij kort daarvoor medisch nog was goed gekeurd voor weer een heel jaar lang vliegplezier, sloeg kanker kort daarna noodlottig toe. Onze gezamenlijke toekomst had geen schijn van kans meer, nog geen drie maanden later was hij overleden. Nog een enkele keer bezocht ik Kempen Airport, koos zelfs enkele keren met Ruud of Noud het luchtruim in de PH-RIN, maar het gemis van mijn maatje was te pijnlijk. Gelukkig heelde niet alleen de tijd, maar vooral een intens rouwproces, de wond.
Het gesprek met Inge komt als vanzelf op de toekomst van de luchthaven. ‘Noud en Ruud hebben geen van beiden kinderen’, zegt ze. ‘Zelf heb ik een dochter die geneeskunde studeert, dus nee, geen kans dat zij het bedrijf te zijner tijd gaat overnemen. Verkoop van ons familiebedrijf is dan het enige.’ De eerste decennia is het gelukkig zo ver nog niet. En de oude Fransen? ‘Oh, die wandelt hier nog dagelijks meermaals binnen. En zo trots als een pauw natuurlijk!’
En de PH-BSX, BOR, NOD en RUD? Die zijn alle verkocht. De eerste drie vliegen inmiddels rond als respectievelijk OK-WIB, G-CBOR en N150TV. De RUD staat al tijden gras te happen in gezelschap van de PH-VOT te midden van de reetjes.