Ondanks de eigen klimaatdoelen pakken ministers steeds vaker het regeringsvliegtuig. Ook vliegt het toestel vaker leeg heen en weer. Dat meldt RTL Nieuws dinsdag.
Uit het onderzoek van RTL Nieuws blijkt dat er in de eerste acht maanden van dit jaar ten minste 56 regeringsvluchten met de PH-GOV zijn uitgevoerd. Dat zijn er substantieel meer dan in voorgaande jaren. In 2021 en 2020 werd het toestel in dezelfde periode respectievelijk 21 en 20 keer ingezet, maar dat lagere aantal komt gedeeltelijk door de coronapandemie. In eerste acht maanden van 2019, voor het begin van die pandemie, ging het om 43 vluchten. In 2018 vloog de GOV naar schatting tussen de 35 en 40 keer.
Het aantal korte vluchten dat met het regeringstoestel wordt uitgevoerd is bovendien ook toegenomen. Waar ministers Dijkgraaf (Onderwijs) en Harbers (Infrastructuur) de dienstauto of de trein namen om in Luxemburg of Parijs te komen, kozen premier Rutte en Hoekstra (Buitenlandse Zaken) steevast voor het regeringsvliegtuig. Dat terwijl het kabinet in het coalitieakkoord, dat begin dit jaar werd gepresenteerd, juist stelt het vliegen over korte afstanden te willen ontmoedigen om de uitstoot van luchtvaart terug te dringen.
‘Hoe kan je verwachten van mensen om iets te doen aan het klimaat als je zelf niet het goede voorbeeld geeft?’, zegt GroenLinks-Kamerlid Laura Bromet tegenover RTL Nieuws. Met een motie wil ze afdwingen dat het kabinet én de koning vaker de trein pakken voor reizen van minder dan 700 kilometer. Ook fracties van coalitiepartijen D66 en ChristenUnie zijn kritisch. ‘Zeker als het om kortere afstanden binnen Europa gaat. En als de trein praktisch niet haalbaar is, dan kunnen kabinetsleden ook een gewone lijnvlucht nemen’, aldus fractievoorzitter Gert-Jan Segers (CU).
Lees ook: PH-GOV: een mooie naam voor een trein | Opinie – Up in the Sky