Air France-KLM gaat 300 miljoen euro extra kapitaal werven bij investeerders ter versteviging van de financiële positie. Grootaandeelhouders Nederland en Frankrijk kochten bij dergelijke maatregelen van de luchtvaartcombinatie ook gretig in om zo hun belang te behouden. Nu laten de beide regeringen echter verstek gaan.
Air France-KLM heeft na de malaise door de coronacrisis een flink negatief eigen vermogen. Om te vermijden dat dit het bedrijf op de langere termijn parten gaat spelen stuurt Air France-KLM nu aan op een nieuwe kapitaalinjectie. Er worden leningen aangegaan die uiteindelijk omgezet kunnen worden in aandelen. Wanneer de betrokken partijen die optie lichten neemt het relatieve belang van de al bestaande aandeelhouders af. Voor de Nederlandse staat, die op dit moment 9,34 procent van de aandelen in handen heeft, kan dit een significante domper betekenen: het belang van het Rijk zou kunnen dalen tot 8,66 procent.
Kaag hapt niet toe
Opvallend aan de keuze niet in te kopen is dat Sigrid Kaag, minister van Financiën, eerder dit jaar wel nog voor 220 miljoen euro in de buidel tastte. Toen koos de minister er bewust voor nieuwe aandelen aan te schaffen om het belang van Nederland te verzekeren. Nu ziet Kaag het nut van aankoop echter niet. “De Nederlandse staat blijft nog steeds een van de grootste aandeelhouders van de onderneming en de huidige informatiepositie en betrokkenheid bij de besluitvorming blijft behouden”, aldus de minister tegenover de NOS.
Dat de aankoop van aandelen in Air France-KLM voor de staat enkel interessant is met het oog op invloed, moge duidelijk zijn. Een lucratieve investering is het immers niet. Sinds 2019 kocht Nederland enkele keren aandelen. Dit begon in 2019 met een investering van maar liefst 744 miljoen euro voor een belang van veertien procent. Dalende koersen maken echter dat het totale belang van Nederland vandaag de dag minder dan 300 miljoen euro waard is.