De rechtbank in Roermond legde gisteren werkstraffen van tachtig en honderd uur op aan de drie mannen die vier jaar geleden zonder vergunning een Spitfire opgroeven in het Limburgse dorp Meerlo, zo meldt het Algemeen Dagblad. De opgraving gebeurde zonder toestemming van de Britse staat, eigenaar van de Spitfire.
Naast de illegale opgraving zijn er ook andere complicaties in de zaak. Zo valt het vliegtuig volgens de rechtbank onder bescherming van de wet op cultureel erfgoed. De drie zijn daarom ook veroordeeld voor diefstal van historisch erfgoed dat deels is doorverkocht.
Lager dan de eis
Eerder eiste het Openbaar Ministerie bij de rechtbank in Roermond werkstraffen variërend van 100 tot 120 uur tegen het drietal. De opgelegde straf valt dus lager uit dan de eis van het OM. Zowel de eigenaar van het stuk grond als de Royal Air Force verleenden geen toestemming voor het opgraven van de Spitfire. Daarbovenop komt dat het wrak gezien de historische betekenis volgens het OM onder de wet op cultureel erfgoed valt en zodoende beschermd is. De drie kregen niet alleen het illegaal opgraven van de Spitfire maar ook diefstal ten laste gelegd. Voor een van hen kwam daar het verboden bezit van munitie bij.