Hun hart kleurt nog altijd KLM-blauw. Gezien hun leeftijd zouden ze nog vele jaren hun carrière bij de grootste Nederlandse luchtvaartmaatschappij kunnen voortzetten. Toch ruilen Joost en Ruth de Wit hun plaatsen achter de stuurknuppels van de grote Boeings in om de kleine propellervliegtuigen te gaan besturen die deel uitmaken van de vloot van Mission Aviation Fellowship, kortweg MAF. Dankzij deze onafhankelijke non-profit vliegorganisatie kunnen duizenden hulpbehoevende mensen in afgelegen gebieden dagelijks rekenen op radiocommunicatie en veilig en snel luchttransport.
De interesse voor het vliegen begon bij de beide vliegers al op jonge leeftijd. ‘Mijn vader had een kantoorbaan bij KLM’, vertelt Ruth. ‘Omdat we goedkoop konden vliegen reisden we heel wat af. De cockpitdeur stond in die tijd nog open en ik vond al die knopjes en metertjes reuze-interessant. Omdat het me wel wat leek om piloot te worden spaarde ik mijn zakgeld op en nam ik een krantenwijk om een rondvlucht te kunnen maken. Aangezien je op kleine vliegtuigen wordt opgeleid, stapte ik tijdens een vakantie in Florida als twaalfjarige aan boord van een Cessna om uit te proberen of ik dat wel zo leuk vond. Ik vond het fantastisch! Nu wist ik het helemaal zeker! Op de middelbare school paste ik mijn vakkenpakket erop aan.’
Niet alleen bij Joost maar ook bij zijn vader was het raak toen ze tijdens een open dag op vliegveld Budel gebruik maakten van de gelegenheid een rondvlucht te maken. Joost: ‘Samen gingen we modelvliegen met radiografische bestuurbare vliegtuigen die we zelf bouwden. Mijn pa maakte echt heel mooie semischaalmodellen. Maar die crashten zo dikwijls dat we er maar mee zijn gestopt en echt zijn gaan vliegen. Dat begon in mijn geval met zweefvliegen. Pa bleef nog wel even doorgaan met bouwen. Het resulteerde in een full size vliegtuig, een Kitfox.’
‘Dikke mik’
Na zijn opleiding aan de middelbare school kon Joost door naar de KLM Flight Academy. Met zijn vliegbrevet eenmaal op zak kon hij bij KLM Cityhopper plaatsnemen op de rechterstoel van de Fokker 70. Ruth ging, eenmaal in het bezit van wat wel eens het blauwe papiertje wordt genoemd (in werkelijkheid is het groen), door met de opleiding tot vlieginstructeur. Na een klein jaar in deze functie werkzaam te zijn geweest bij Flight Center Lelystad kon zij in dezelfde functie aan het werk bij de KLM Flight Academy. Toen zij ruim vijf jaar later ook op de rechterstoel van de Fokker 70 belandde, zat Joost inmiddels op de linkerstoel. En het was in de cockpit van dit vliegtuigtype waar het stel elkaar voor het eerst ontmoette. ‘Ik was net in dienst toen we een week met elkaar waren ingedeeld’, zegt Ruth. ‘Als ik Joost ’s ochtends bij het ontbijt zag, vond ik het steeds weer leuk hem te zien. Ik werd dan heel blij vanbinnen, terwijl ik helemaal niet bezig was met het vinden van een partner.’ Joost vult met een brede glimlach aan: ‘Ik vond haar meteen een wel heel erg leuke copiloot.’ Al snel volgde een afspraak in Leiden, de woonplaats die ze met elkaar bleken te delen, en het werd ‘dikke mik’. Een huwelijk volgde en inmiddels zijn ze twee kinderen rijk: de achtjarige Naud en de zesjarige Annemijn. Met hun vliegcarrière ging het uiteindelijk wel verschillende vliegtuigen in: Joost is gezagvoerder op de Boeing 737 en Ruth copiloot op de Boeing 777 en 787.
Onder de indruk
De beide vliegers hebben het ‘heel erg naar hun zin’ bij KLM. ‘Het is een fijne werkgever, we werken met leuke collega’s’ en vliegen op mooie bestemmingen’, zegt Joost. Toch gaat het pilotenstel de blauwe maatschappij in de zomer van 2023 verlaten. Het idee dat hun leven een andere wending moest nemen ontstond toen ze eenmaal in contact waren gekomen met een van de MAF-piloten. ‘De moeder van Ruth stuurde ons een artikel over haar, een alleenstaande dertiger met een wetenschappelijke achtergrond die zich aan het omscholen was tot vlieger bij het Mission Aviation Training Centre (MATC), een internationale vliegschool van MAF, gevestigd op Teuge’, zegt Joost. ‘Wij waren onder de indruk van haar verhaal. Wij weten dat het niet eenvoudig is piloot te worden, dat het veel moeite en geld kost. Als dertiger is dat bovendien een heel ander verhaal dan wanneer je jong bent, en dat dan ook nog eens naast je werk. We maakten een afspraak met haar op Teuge, met het doel haar te steunen en enkele van haar vlieglessen te betalen. Onze ontmoeting hield tevens een kennismaking in met het MATC en MAF. In de weken daarna ontstond bij ons allebei het verlangen ook voor MAF te gaan vliegen. Aan het begin was dat heel vreemd. We zitten bij KLM met allebei een heel goede baan. En natuurlijk hield de vraag ons bezig of we dit echt moesten gaan doen, alles opgeven hier in Nederland. Wij zijn allebei gelovig, dus de vraag of dit is wat God van ons vraagt, telt daarbij voor ons ook mee. Uiteindelijk besloten we tot het maken van kleine stappen en dan merkten we wel of we daarin zouden worden bevestigd.’
Veel meer risico’s
In het afgelopen anderhalf jaar vloog het pilotenstel veel bij MATC om hun brevetten op de kleine vliegtuigen weer geldig te krijgen. Ook bezocht het paar drie keer een vliegkamp in Duitsland. ‘Daar maakten we kennis met zowel het bushvliegen als het vliegen in de bergen’, zegt Ruth. ‘Aan die “takken van sport” zijn veel meer risico’s verbonden dan aan het verkeersvliegen’, licht Joost toe. ‘Wat doe je als je door een dal vliegt en de bewolking naar beneden komt, hoe kom je uit zo’n dal, wat zijn de risico’s van valwinden?’, gaat Ruth weer verder. ‘De informatievoorziening is veel minder dan zoals we die kennen in de verkeersvliegerij.’ Joost: ‘De apparatuur in de vliegtuigen waarmee MAF vliegt wordt wel steeds geavanceerder, met moderne avionics van Garmin zodat er een goede GPS is. Een ander groot verschil met onze huidige job is dat je in je eentje vliegt en met maar één motor. En nee, geen geavanceerde vliegvelden om op te landen. In plaats daarvan een grasveld of een dirt strip, een stoffige strook aangestampte grond, die bovendien vaak erg kort is, met alle risico’s van dien.’ Ruth: ‘Je leert zo’n strip te inspecteren tijdens een fly by, of er bijvoorbeeld kuilen zijn. Maar als er eerder die dag een flinke regenbui is gevallen waardoor er een modderpoel is ontstaan en de zon er vervolgens volop op schijnt waardoor er een korst bovenop komt te liggen, is dat niet te zien als je eroverheen vliegt.’
Joost: ‘Vaak is er met zo’n airstrip wel verbinding mogelijk, maar de mensen zullen bijna altijd zeggen dat het goed is: deels als gevolg van een gebrek aan kennis en deels omdat ze zo graag willen dat je komt. Ook kan het gebeuren dat er dieren of mensen, brommertjes, op een strip staan. Dat is dus wel iets om rekening mee te houden.’ Maar ondanks al die extra risico’s zijn echte ongelukken bij MAF een zeldzaam verschijnsel. ‘In ruim dertig jaar tijd vond er twee keer een fataal ongeluk plaats, het eerste op 25 mei 1987, het tweede op 12 mei 2020’, vertelt Joost. ‘Schadegevallen doen zich ook wel eens voor, bijvoorbeeld omdat je propeller beschadigd raakt door een steen. Maar de safety is echt goed, de procedures zijn heel strak.’ Met een lach vervolgt hij: ‘We hebben heel veel boekwerken moeten bestuderen, bijna nog meer dan bij KLM.’
Veel meer zelf doen
Het is niet alleen de kunst en de kunde van het vliegen zelf die bij hun nieuwe missie totaal anders wordt, dat geldt evenzeer voor alles wat erbij komt kijken. ‘Als piloot bij een grote luchtvaartmaatschappij als KLM ben je in feite maar een klein stukje van de organisatorische puzzel’, zegt Joost. ‘Je doet je vlucht en als die erop zit, ben je klaar. Bij MAF moet je veel meer zelf doen. Vaak is er wel flight dispatch maar er is wel meer input van de piloot nodig tijdens de voorbereiding van een vlucht. Evenmin is er een vrachtafhandeling dus al zijn er altijd wel helpende handen, zelf ben je verantwoordelijk voor het in- en uitladen en dat kan variëren van medische hulpmiddelen tot bouwmaterialen en van allerlei voeding, inclusief kippen en varkens, tot waterfilters.’ Verder zijn er neventaken als contact onderhouden met autoriteiten en het safety management. Ruth, in haar arbeidsverleden al gepokt en gemazeld als vlieginstructeur, is bezig met het hernieuwen van haar instructeursbrevet om ook wat dit betreft weer actief te kunnen zijn. Joost volgde om dezelfde reden de opleiding. ‘Bij MAF hebben ze altijd piloten nodig en het is voor deze organisatie een groot probleem aan ervaren piloten te komen’, legt Joost uit. ‘Luchtvaartmaatschappijen kunnen die mensen goed gebruiken en het laat zich raden waarvoor dergelijke piloten doorgaans kiezen.’
Het verschil maken
Inmiddels is duidelijk dat Joost en Ruth de grote stap gaan maken: de komende zomer zeggen ze KLM vaarwel om te gaan vliegen voor MAF. Joost: ‘Wij zijn geen van beiden piloot geworden vanwege de status of het grote geld. We hebben er allebei een passie voor, dat zit in ons hart. Zeker zullen we zo nu en dan wel eens terugdenken aan onze tijd bij KLM, hoe mooi het daar was, maar we zijn toe aan een nieuw hoofdstuk. Was het eerst een hobby voor ons en vervolgens een baan, nu wordt het een missie. We willen heel graag mensen helpen met onze talenten en onze ervaring, mensen waarvoor wij het verschil kunnen maken tussen leven en dood. Het gaat om mensen die op plekken leven die alleen maar met het vliegtuig bereikbaar zijn. Dat kost wat. MAF geeft ons geen salaris, we worden straks helemaal afhankelijk van donateurs.’ En dat is niet het enige dat een enorme verandering gaat betekenen voor het gezin De Wit. Ruth: ‘We weten intussen dat we in Kenia zullen gaan werken, een land dat vele malen minder veilig is dan Nederland. Er is veel criminaliteit, vandaar dat het huis waarin we komen te wonen zich in een compound bevindt met een hek eromheen. Ook voor onze kinderen verandert er veel. Ze komen op een andere school, laten vriendjes en vriendinnetjes achter. Hetzelfde geldt voor onze huisdieren, twee poezen, ze kunnen niet mee.’
Samenwerken
MAF beschikt over een vloot van 130 vliegtuigen waarvan er acht in Kenia zijn gestationeerd, alle van het type Cessna 208 Caravan. ‘Vijf hiervan zijn in gebruik voor Zuid-Soedan waar de nood heel hoog is’, vertelt Joost. ‘Dit land heeft weliswaar een eigen basis in Juba, maar alle support vindt plaats vanuit Nairobi. In deze plaats worden de vliegtuigen ook onderhouden.’
Zowel Joost als Ruth zijn niet geheel onbekend in het redelijk ontwikkelde Nairobi. Joost kwam er zo nu en dan in zijn copilotentijd op de Boeing 747-400. Hij herinnert zich dat er in de belly meermaals koffers vol speelgoed meegingen voor Wings of Support (WOS), een onafhankelijk particulier initiatief van medewerkers van de KLM-groep ter zake hulp aan kinderen door onderwijs, opvang en medische hulp te faciliteren op de bestemmingen waarop KLM en Martinair vliegen. Als gevolg van de coronapandemie raakte Ruth die sinds tweeëneenhalf jaar longhaul vliegt, niet betrokken bij WOS. ‘We waren blij dat we konden vliegen’, zegt ze. ‘Van uitstapjes op onze bestemmingen kwam het niet, regelmatig zaten we opgesloten in onze hotelkamers.’ Nu het afscheid bij KLM er zit aan te komen hoopt het pilotenechtpaar, eenmaal vliegend voor MAF, WOS te kunnen toevoegen aan de rij van de ruim tweeduizend organisaties waarmee al wordt samengewerkt. ‘Meerdere KLM-collega’s zinspelen er ook al op’, vertelt Ruth. ‘Dat we deze optie nu pas serieus onderzoeken komt doordat het er eerst naar uitzag dat we naar Papoea-Nieuw-Guinea zouden gaan. En daar vliegt KLM niet op.’
Wilson Airport
De machines van KLM met Nairobi als bestemming landen op Jomo Kenyatta Airport terwijl die van MAF hun thuisbasis hebben op Wilson Airport. De beide luchthavens liggen nog geen half uur rijden met de auto bij elkaar vandaan. Diezelfde tijd is nodig om van de toekomstige woning van het gezin De Wit bij Wilson Airport te komen. Dit vliegveld is vooral in gebruik voor binnenlandse vluchten waarbij hoofdzakelijk exploitanten in de sectoren toerisme, ngo en landbouw worden bediend. Joost: ‘Voor MAF is daar een team van 26 mensen werkzaam, waaronder uiteraard een aantal engineers die de vliegtuigen onderhouden.’
Planning
Terwijl het voor honderd procent zeker is dat Joost en Ruth in de komende zomer in plaats van voor KLM voor MAF gaan vliegen, is de planning nog niet rond. ‘Om op de Caravan te leren vliegen moeten we naar Uganda en daar moet plek voor ons zijn’, zegt Ruth. ‘Tot die tijd vliegen we bij KLM. Maar we gaan van januari tot en met maart wel een periode in van onbetaald verlof om in Engeland naar het All Nations Christian College te gaan.’ Joost licht toe: ‘Daar leren we zowel hoe te leven en te werken in andere culturen als hoe het Evangelie te verspreiden zonder dat op te dringen. Waar nood is helpen we, of het nou gaat om christenen, moslims, boeddhisten, atheïsten of wat dan ook: onze insteek is dat alle mensen ertoe doen.’ Ruth vervolgt: ‘We gaan er met drie gezinnen van MAF-piloten naartoe. Ook een zus van een van de piloten gaat mee, zij is docent. Samen met twee PABO-studenten gaat zij ervoor zorgen dat het onderwijs voor de kinderen doorgaat, dus ook voor onze Naud en Annemijn. Door Brexit is het allemaal wat ingewikkelder geworden want de mogelijkheid om ze naar de lokale school te laten gaan is daardoor komen te vervallen. Alle dertien kinderen krijgen vanuit de scholen waar ze nu nog op zitten werk mee. Later in Kenia gaan ze naar de internationale school. En eenmaal terug uit Engeland beginnen we tussen het vliegen door voor KLM met inpakken.’
© Hour of Power
Voor elk wat wils
Het pilotenechtpaar heeft accounts aangemaakt op Facebook, LinkedIn, YouTube en Instagram, is te vinden op een recent verschenen website en gaat een nieuwsbrief uitgeven met berichten over hun activiteiten. ‘Wij willen graag een achterban die ons volgt, met ons meedenkt en ons ook financieel ondersteunt’, geeft Joost te kennen. ‘We zijn immers met ingang van komende zomer volledig afhankelijk van donateurs die onze inzet voor mensen in nood in Kenia ook een goed doel vinden en ons daarom willen ondersteunen bij het betalen van de kosten van onze huisvesting en de scholing van onze kinderen.’ Ruth: ‘Gelukkig zijn er nu al mensen die dat doen, een aantal uit christelijke kring maar ook al verschillende luchtvaartrelaties.’ Met een knipoog voegt Joost eraan toe: ‘Zo je ziet, er is voor elk wat wils!’