Het liep tegen de avond en ik zat op mijn balkon van het hotel in Rio te genieten van het uitzicht. Met mijn voeten op de reling en een glaasje champagne in de hand zag ik hoe van de berg Pedra Bonita hanggliders als eigentijdse Icarussen de diepte in sprongen. Daar cirkelden ze in elegante spiralen naar beneden om met een laatste rondje boven de branding op het strand van Sao Conrado voor mij te landen. Soms hield ik mijn hart vast als ze laag over de appartementenblokken recht op mij af leken te vliegen, misschien om hun landing nog een beetje uit te stellen. Gelukkig viel er niemand naar beneden terwijl ik daar zat, want dat zou mijn dromerige stemming wreed hebben verstoord.
Ik was al vele malen in Rio geweest. De eerste keer was ik er in 1969 en was ons hotel gelegen aan het strand van Copacabana. Toen ik ‘s middags wakker was geworden, de boulevard was op gelopen en het “suikerbrood” had zien liggen, had ik even in mijn arm moeten knijpen om te controleren of het geen droom was, of ik daar wel écht stond, middenin de poster die ik al jarenlang had bewonderd in de etalages van reisbureaus. Het was heel erg heet geweest en ik had geen zin gehad om in mijn eentje op het strand te gaan liggen, maar het feit dat ik daar was had me een geluksgevoel gegeven. Achter het hotel zat een restaurantje waar de crew na aankomst een biertje ging drinken. Het favoriete gerecht dat de bemanning daar altijd bestelde was avocado met garnalen in cocktailsaus, een hors d’oeuvre die ik volgens hen beslist niet mocht missen. Tot op dat moment was de avocado een voor mij totaal onbekende vrucht geweest!
We hadden maar een korte stop gehad omdat er in Rio een bemanning gestationeerd stond die een nachtstop maakte in Santiago de Chile. We kwamen ‘s ochtends aan, na ruim twaalf uren te hebben gevlogen vanuit Lissabon, en gingen alweer de volgende avond datzelfde ellenlange stuk terug.
Ik was er ook eens geweest tijdens het befaamde carnaval. We hadden op onze vrije avond en nacht op de Copacabana met de uitbundige menigte de samba gedanst. Wat een ambiance! Een unieke ervaring, hoewel ik er eigenlijk niet zo van houd om me in een grote menigte te begeven. Dat was alweer een tijd geleden en de stationering was inmiddels afgeschaft. We vlogen nu twee maal per week naar Santiago de Chile met op de ene reis een vierdaagse stop in Rio en op de andere vier dagen in Santiago.
Ik kwam hier meestal als het winter was op het zuidelijke halfrond, want dan hadden de echte Zuid-Amerika liefhebbers niet zo’n zin om erheen te gaan. Deze keer was het echter wel het goede seizoen, alleen hadden we hier helemaal niet moeten zijn! Ik had een reis naar Aruba aangevraagd, want enthousiaste collega’s hadden me verteld dat het daar zo’n BioVakantieOord was. Daar was ik wel aan toe geweest na al mijn Europa-gekachel.
We hadden een gezellige crew en in Lissabon waren we met zijn allen uit eten gegaan. Die nacht wachtten we echter tevergeefs op calling time, want het mistte weer eens in Lissabon, dus vloog de machine over. We waren teleurgesteld, want nu moesten we naar Rio met maar één korte stop. Mopperen hielp niet, dus pasten we onze plannen aan. De dag van aankomst hadden we ons na een paar uur slapen uit bed gesleept om een tochtje te gaan maken naar de Corcovado, de berg waar het Christusbeeld op staat en vanwaar je een fantastisch uitzicht hebt over de stad, de bergen en de omringende baaien.
We namen taxi’s om naar het stationnetje onder aan de berg te rijden. Onderweg passeerden we de wereldberoemde stranden Leblon, Ipanema en Copacabana. Door de raampjes zagen we wit zand en blauwe zee geflankeerd door hoge palmbomen in hoog tempo aan ons voorbij glijden. Met het kabeltreintje reden we door een tropisch oerwoud omhoog. Tussen de exotische planten door kregen we zo nu en dan een glimp te zien van de stad onder ons die alsmaar verder in de diepte wegzakte. Het uitzicht bovenop de berg was adembenemend en na een tijdje gingen we met tegenzin weer terug naar beneden.
Niemand, behalve ik, had een camera durven meenemen, omdat we die ochtend weer eens afschuwelijke verhalen hadden gehoord over de roofovervallen die onlangs in Rio hadden plaatsgevonden. Bemanningsleden die de bus hadden genomen naar de stad waren beroofd van al hun sieraden, geld en camera’s. Amerikaanse dames, met van die blauwgespoelde permanentjes en synthetische felgekleurde broekpakken aan, waren overvallen tegenover de ingang van ons hotel, nadat ze in het geldwisselkantoor hun dollars hadden omgewisseld voor de dagelijks devaluerende cruzeiro’s. Dat het gevaarlijk was wisten we natuurlijk wel, maar zo nu en dan werden we weer eens met onze neuzen op de feiten gedrukt. Al die luxe die ons omringde had ook zijn keerzijde, namelijk dat er een enorme kloof bestond tussen arm en rijk in de meeste landen waar we heen vlogen. Behalve Rio waren er nog veel meer steden in de wereld, vooral in Afrika, waar het gevaarlijk was om als westerling de straat op te gaan.
Het werd ons dan ook aangeraden om gouden, zilveren en diamanten juwelen en dure camera’s thuis te laten. De kluizen in het hotel waren geen garantie want ook die werden zo nu en dan leeggeroofd. Fijn is het niet al is het te begrijpen. Vanuit het oogpunt van de armen moet onze pronkzucht wel erg onrechtvaardig overkomen. Het was des te schrijnender omdat vlak achter ons luxe hotel de armoedigste favela´s tegen de berg aangeplakt lagen, terwijl aan het strand de mooiste paleisjes stonden die noodgedwongen beveiligd moesten worden door hoge muren met daar bovenop glasscherven en een gewapende wacht voor de toegangspoort..
Mijn glas was leeg en ik stond op om roomservice te bestellen. Ik besefte dat ik deze weelde nooit van mijn salaris zou hebben kunnen bekostigen en nam me voor, zolang als het duurde, er heel veel van te genieten!
Unieke kans: win een proefles elektrisch vliegen!
Kom op 5 april langs bij E-Flight Academy op Teuge Airport en maak kans op een proefles elektrisch vliegen.
