Het cabinepersoneel van KLM is niet te spreken over de werkomstandigheden in de Boeing 777 en 787 en de Airbus A330.
De 777-200 trad in 2003 bij KLM in dienst en de 777-300 in 2008. De A330-300 volgde in 2012 en drie jaar later deed de 787-9 haar intrede. Vier jaar nadien maakte de 787-10 haar debuut op Schiphol. Hoewel KLM de vliegtuigen al enige tijd gebruikt, is het cabinepersoneel kritisch op de werksituatie aan boord. Zo zijn de gangpaden volgens hen te krap. ‘Dit terwijl er wel normen zijn voor het vervoer van levende dieren. Denk aan de krappe gangpaden waar je als een krabbetje (zijwaarts lopend) doorheen moet om voor ons en de passagiers ongewenst fysiek contact te voorkomen’, licht de Vereniging Nederlands Cabinepersoneel (VNC) kritisch toe in een verklaring.
Meer punten van kritiek
Niet alleen over de gangpaden uit het cabinepersoneel haar ongenoegen. De plek waar zij zich tijdens de vlucht bevindt, is naar haar mening veel te klein. Tijdens take-off en landing zitten de stewards en stewardessen met hun knieën tegen elkaar aan. Daarnaast is de situatie tijdens de vlucht niet wenselijk. De keuken wordt als klein ervaren en sommige kastjes bevinden zich hoger in de cabine waardoor het personeel opstapjes moet gebruiken die niet altijd even stabiel zijn. Tevens vergelijkt VNC de slaapruimtes met familietombes.
Eerdere werksituatie
Het KLM-cabinepersoneel wil dan ook dat meer werkruimte aan boord gegarandeerd wordt. Een betere werksituatie wordt vergeleken met de uitgefaseerde 747 en MD-11. Gangpaden waren daarin breder. De 747 had bijvoorbeeld tussen de eerste en de tweede uitgang aan één kant van het toestel een keuken. Tevens konden stewards en stewardessen in die vliegtuigen tijdens take-off en landing comfortabeler zitten en waren de slaapruimtes acceptabel. De Arbeidsinspectie gaf gehoor aan de kritiek en gaat de werkomstandigheden in de vliegtuigen controleren.
De nieuwe Bose A30-pilotenheadset: beter dan ooit?
Bestel nu in de webshop van Bose Aviation!

