In 2020 werd de productie van de oudere Airbus A330-varianten stilgelegd. Toch blijken de toestellen nog altijd populair.
Uit een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van leasemaatschappij Avalon blijkt dat de leasetarieven van de oudere A330’s met 35 procent zijn gestegen ten opzichte van het pre-coronaniveau. Oorzaak van de stijging lijkt vooral de behoefte aan extra capaciteit te zijn. Nu de reisrestricties wereldwijd voor een groot deel zijn komen te vervallen, is er veel vraag naar tickets voor internationale reizen – en daarmee naar widebody’s. Die toestellen kunnen echter niet snel geleverd worden. In de eerste plaats zijn er tijdens de pandemie honderden vliegtuigen minder gebouwd. Daarnaast zorgen personeelstekorten en problemen in de toeleveringsketens ervoor dat de productie van nieuwe vliegtuigen maar moeilijk op gang komt. Tot slot zou ook het feit dat de vloten van airlines de afgelopen jaren met drie procent zijn gekrompen een rol spelen. Maatschappijen proberen de tekorten onder meer met leasevliegtuigen op te vangen, wat de tarieven verder doet stijgen.
Sinds 2020 produceert Airbus alleen nog de modernere neo-varianten van de A330, die over nieuwere en zuinigere motoren beschikken. Van de A330-800 zijn er op dit moment slechts elf besteld. De grotere A330-900 doet het in dat opzicht met een kleine driehonderd orders een stuk beter, maar daarvan zijn er nog geen honderd exemplaren gebouwd.