Zo rond hun veertigste maken veel mensen veranderingen door. Vaak gaat het om een keerpunt in het leven waarbij iemand aan een zoektocht begint naar een andere invulling ervan om vervolgens afscheid te nemen van het oude ‘zelf’ en een geheel andere weg in te slaan. Rienk Stuive is een van hen. Nu vliegt hij filmsterren, topsporters en royals met business jets door heel Europa.
‘Ik was niet het standaardjongetje dat er van begin af aan van droomde piloot te worden’, zegt Rienk. ‘Sterker nog, ik had heel weinig met vliegtuigen, dat kwam pas op veel latere leeftijd. De jongere versie van mezelf ging ervan uit dat ik, als ondernemerszoon, carrière zou gaan maken in het bedrijfsleven. Niet dus. Met al mijn kennis van bedrijven en bedrijfsprocessen kwam ik terecht bij een oliemaatschappij, een ware ramp. Ik ben helemaal geen man voor een kantoorbaan. Via een gastcollege over milieumanagement kwam ik bij de Hogeschool van Amsterdam terecht. Het vrij plotselinge overlijden van mijn moeder, ik was inmiddels 39, maakte dat ik ging nadenken over wat ik verder wilde met mijn leven. Ik vond mijn werk weliswaar heel leuk, maar na zo’n tien, twaalf jaar had ik daar alle functies en rollen zo ongeveer wel gehad. Ik realiseerde me dat als ik geen andere stappen ging zetten, ik tot aan mijn pensioengerechtigde leeftijd nog altijd hetzelfde zou doen.’
Crosswindlanding met afstandsbediening
Al eerder was Rienk naar India geweest. ‘Swami Vishnu Devananda was al overleden toen ik daar was’, vertelt Rienk. ‘Hij werd wel de vliegende goeroe genoemd omdat hij met zijn Piper Apache over conflictgebieden vloog om bloemen uit te strooien. Dat was terug te zien op de films die daar werden vertoond en ja, toen is bij mij het zaadje wel geplant om zelf te gaan vliegen. Thuis ging ik steeds meer films kijken, onder meer van landingen op Kai Tak. Mijn vrouw attendeerde me er op een gegeven moment op dat ik, als we tv keken, vaak met de afstandsbediening in mijn hand een soort crosswindlanding zat na te doen. De vliegles die ik van een vriend cadeau kreeg, kon ik verzilveren bij Aeroclub Maritime op het Maritiem Vliegkamp De Kooy, Den Helder. In een klaarstaande Aquila A 210 kreeg ik van Eric Derks mijn eerste vliegles. Hij vond dat ik er gevoel voor had. Ik mocht ook meteen zelf landen, fantastisch! Bij de koffie vroeg ik naar mogelijkheden om mijn brevet te halen. Met het behalen van mijn PPL kon hij mij wel helpen, zodat ik met vrienden een rondje om de kerk zou kunnen vliegen. Maar voor de theorie moest ik naar een vliegschool die theorie aanbiedt.’


De sim in
Rienk liet er geen gras over groeien. ‘Ik ging me oriënteren: KLS, AIS, Orbit Groundschool. Uiteindelijk meldde ik me aan voor een open dag bij AIS.’ Rienk lacht. ‘Dat leidde tot verwarring. Omdat ik niet wist dat ik me had opgegeven voor de open dag voor verkeersvliegers. Daarom werd naar mijn leeftijd gevraagd. Toen ik antwoordde dat ik 39 was, kreeg ik te horen dat ik niet hoefde te komen omdat de bank mijn opleiding niet meer zou financieren. Maar ik had het geld gewoon bij me. Het werd even stil. Daarna kon ik door. En daar zat ik twee weken later tussen jonge knullen te wachten op de dingen die komen gingen. We gingen de sim in, 737’s landen, het was de dag van mijn leven. Na afloop, we zaten aan de bar, liepen Arend en Martin van der Meer naar mij toe: die zagen mij als een vreemde eend in de bijt. Ze vroegen wat ik kwam doen. Ik vertelde dat ik bezig was met het behalen van mijn PPL. Zij hadden vlees nodig voor hun opleiding. Ze wilden weten waarom ik niet meteen opging voor de opleiding tot verkeersvlieger. Vervolgens hielden ze mij een aantrekkelijke worst voor: als ik mijn theorie zou halen met 85 procent gemiddeld, kreeg ik van hen een jaarcontract op de Jetstream 32. Ik had die kist al zien staan, ook al in de cockpit gezeten. Mijn oren stonden er wel naar. “Haal je het niet dan heb je genoeg kennis voor je PPL, dat is dan appeltje eitje, twee vingers in de neus”, stelden ze. Dat wilde ik wel even met Khatuna, mijn vrouw, overleggen. Ze zei meteen: “Doe het!”’
De ballen uit de broek
‘Ik zat in een klasje met allemaal achttienjarigen’, vervolgt Rienk. ‘Ik klampte me aan die jongens vast want zij wisten van alles over vliegtuigen en systemen. Dat ik dat deed vonden ze fantastisch. Algauw was ik gewoon een van de guys. Samen gingen we stappen in Amsterdam zoals ik twintig jaar eerder ook al eens in Groningen had gedaan. Alsof ik mijn tweede studententijd beleefde. Maar ik studeerde me ook de ballen uit de broek. Het loonde want acht maanden later had ik mijn theorie in the pocket met een score van 92%. Het aanbod van Arend en Martin stond nog steeds. Of ik het contract maar effe kon tekenen. Om het me makkelijker te maken mocht ik eerst de helft van die honderdduizend euro betalen en de rest pas als ik mijn baan als vlieger eenmaal had. Weer overleg met Khatuna. In de afgelopen jaren was het kommer en kwel in de luchtvaart geweest. Het boek De vervlogen droom kende ik ook, een aanklacht tegen de uitbuiting van jonge piloten door graaiende bedrijven.
ABN AMRO was gestopt met het verstrekken van leningen. Maar de markt was inmiddels omgeslagen, iedereen moest in 2016 ineens piloten hebben. Ik zei tegen mijn vrouw dat als er al een kans voor mij was om beroepsvlieger te worden, dat nu het geval was. Ik hield haar voor dat als het niet zou lukken ik wel een andere baan in de luchtvaart zou vinden, ik was immers al bedrijfskundige. Een ATPL op zak zou daarbij zijn nut sowieso bewijzen omdat je daarmee alle operaties kent, inclusief alle toeters en bellen. Bovendien stond mij een kleine nalatenschap te wachten van mijn net overleden moeder. Weet je wat Khatuna zei? “Ach, met al die inflatie is die nalatenschap straks niets meer waard. Je leeft nu, dus niet op de bank zetten. Ervoor gaan.”
Zo’n brullende 747
‘Mijn droom toen was dat ik op de bok van de Queen of the Skies zou belanden’, bekent Rienk. ‘Met zo’n brullende 747 het luchtruim kiezen leek me ronduit geweldig.’ Lachend voegt hij eraan toe: ‘Groter is immers beter.’ De kans dat hem het nog gaat lukken een Jumbo te besturen is inmiddels nihil: het laatst gebouwde exemplaar rolde onlangs de Boeing-fabriek uit, de meeste Queens zijn inmiddels uitgefaseerd en het aantal dat nog vliegt is steeds minder vaak welkom op luchthavens. ‘Maar dat is wat serendipiteit in het leven is’, stelt Rienk. ‘Vergelijk Columbus: hij ging naar de Oost en ontdekte Amerika. Of Fleming die bezig was met een onderzoek naar stafylokokken en penicilline op het spoor kwam. Je moet gewoon een stap doen is mijn credo en daarbij gebruik maken van de kracht van het visualiseren. Ik hing overal in huis cockpitfoto’s op waardoor ik vanzelf in de modes kwam te zitten van wat mijn nieuwe werkelijkheid beloofde te worden, ook al kon ik die niet precies invullen.’
Compleet in de stress
Denk niet dat dat allemaal zo makkelijk ging. Dat zijn ATPL Rienk bepaald niet kwam aanwaaien vond zijn oorsprong in familieverhoudingen. ‘Ik ben een nakomertje’, biecht Rienk op. ‘Mijn vader was veel van huis en ook mijn twee oudere zussen woonden al niet meer thuis. Pa heeft tot kort voor zijn overlijden altijd gedacht dat ik niet van hem was. Daarom heeft hij me altijd tegengewerkt. Als kind zat ik op pianoles en de lerares zag wel wat in me, ze vond dat ik talent had. Toen heeft mijn vader me ervan afgehaald. Ik ben opgegroeid met het beeld dat ik geen knip voor de neus waard was en dat ik tegen mezelf beschermd moest worden. Op het moment dat ik een relatie kreeg met Khatuna, toen een illegaal in Nederland verblijvende Georgische vrouw die bij ons thuis in de huishouding werkte, stond mijn familie helemaal op de achterste benen. De angst ontstond dat ik al het voor mij bestemde geld dat uit de erfenis van mijn moeder zou vrijkomen, naar Georgië ging brengen. Met Khatuna, met wie ik inmiddels was getrouwd, sprak ik af dat we met niemand zouden praten over mijn vliegopleiding, overtuigd als ik ervan was dat mijn familie me toch weer zou gaan tegenwerken zodra ze lucht kregen van mijn streven.
Ik was al een heel eind met mijn opleiding op weg toen ik bij een vriend, die zijn hele leven al over vliegtuigen praat en met wie ik in een bandje speelde, op een zomeravond bij eetcafé De Lamoraal toch mijn verhaal deed. Zijn mond viel open. Hij vond het zó gaaf. Ik had nog net niet tegen hem gezegd dat het top secret was. En alsof de duivel ermee speelde… uitgerekend toen kwam mijn zus voorbijlopen. Ik zie haar nooit en juist toen… Ze ging bij ons zitten en die vriend, vanuit zijn enthousiasme, gooit het er zo uit. Ik kon hem wel een dreun verkopen, maar ja, wist hij veel. Een week later kreeg ik een mail van mijn vader. Daarin kwam hij terug op de auto die hij mij eerder dat jaar had gegeven. Hij stelde dat dit eigenlijk niet kon en dat hij het betreffende bedrag van mijn moeders erfdeel zou aftrekken, samen met nog wat zaken. Ik kon dus wel stoppen met mijn vliegopleiding. Maar ja, ik had er contractueel voor getekend. Khatuna en ik compleet in de stress. Ik met die auto naar de dealer waar hij gekocht was. “Wat bied je ervoor?”, vroeg ik. Hij noemde een bedrag. “Oké, strik eromheen”, hapte ik gretig toe. Het geld heb ik meteen doorgesluisd naar AIS. En omdat ik de tweede helft van de opleidingskosten pas later hoefde te betalen, was ik op dat moment gedekt. Omdat ik inmiddels in het vliegtraject zat en afhankelijk van het weer twee of drie keer in de week vloog, kon ik werk ernaast doen als scriptiebegeleider.’
Onterfd
Rienk had niet kunnen vermoeden dat zijn vader niet veel later zou komen te overlijden. Maar voordat het zover was had hij wel een DNA-test laten doen die er geen twijfel over liet bestaan dat hij toch echt de zoon was van de man die hij zijn hele leven als ‘pa’ had aangesproken. Rienk: ‘Toen ik hem de op één na laatste keer zag heb ik hem de uitslag gegeven. Ik zag zijn pupillen groeien. Hij zei alleen maar dat het leuk was dat ik was gekomen en wees me vervolgens de deur. Op de laatste dag van zijn leven waren wij, zijn drie kinderen, zijn kleinkinderen en mijn vrouw, bij hem. Hij was niet meer bij machte te praten. Maar plotseling voelde ik dat hij mijn hand vastgreep. We keken elkaar recht in de ogen en ik voelde een schok van liefde als een bliksemschicht door mijn hand naar mijn hart gaan en weer terug. Toen hij werd weggereden om verzorgd te worden, wilde hij mijn hand niet meer loslaten. Ik voelde dat hij wist wat voor een enorme fouten hij had gemaakt, dat hij zijn eigen gezin uit elkaar had getrokken, dat hij het liefst zaken wilde terugdraaien maar dat het te laat was. “Het is goed”, zei ik.
En zo voelt het nog, ook al volgde er een nieuwe klap toen mijn zussen en ik eenmaal bij de testamentair-executeur zaten, een met mijn vader bevriende advocaat. Algauw werd duidelijk dat ik was onterfd. Ik kreeg te horen dat een dergelijke uitsluiting, gevolgd door een legaat, wel vaker plaatsvindt in vermogende families waarin sommige kinderen van het pad zijn afgeraakt. Inmiddels weet ik dat mijn vader zodra hij hoorde dat ik die auto had verkocht, naar de notaris liep en mij heeft onterfd. Hij was zo pissig daarover, het was een opwelling van hem. Ik denk dat hij, als hij nu op een wolk zou kunnen meekijken, ongelooflijke spijt zou hebben en trots op mij zou zijn.’
Je mag kiezen
‘Natuurlijk heb ik erover gedacht het testament van mijn vader aan te vechten’, zegt Rienk. ‘Hij had me kunnen beperken tot een legitieme portie, maar zijn besluit met dat legaat klopt voor geen meter, dat is niet rechtsgeldig. Ik zat echter midden in mijn vliegopleiding. Als ik een rechtszaak had aangespannen, zou ik die zeker hebben gewonnen. Maar mijn zussen wilden doorgaan tot aan de Hoge Raad. Dat konden zij zich financieel makkelijk permitteren. Ik had met mijn opleiding moeten stoppen als ik het gevecht was aangegaan. Toen heb ik in de spiegel gekeken en tegen mezelf gezegd: “Kijk goed naar jezelf. Als je mag kiezen tussen je leven of het geld, kies voor je leven, Rienk, en niet voor het geld.”
Voor het geld kiezen is altijd een foute keuze. Ja, ik zou miljonair zijn geweest met een mooie villa in de Mosselenbuurt hier in Bergen. Met Khatuna en onze zoon George woon ik nu in een rijtjeshuis, maar ik ben gelukkig. En ik vlieg rond in een multi million dollar jet.’ Rienk lacht. ‘Weet je wat mijn vader ooit zei? Dat er één beroepsgroep is waarop hij jaloers was en dat waren de piloten. “Als je de vliegtuigdeur achter je hebt dichtgedaan, is de tent gesloten”, stelde hij. “Dan ben je vrij, ook in je hoofd.” Er is vrijwel geen baan waarover je verder niet hoeft na te denken als je werktijd erop zit. Je doet de deur van het vliegtuig dicht en bam, je zit bij het zwembad.’
Meerdere starts en landingen per dag
Binnen twee jaar was Rienk klaar met zijn ATPL en kon het vliegen beginnen. ‘In het eerste half jaar zat ik als copiloot in de Jetstream in Zweden. Dat was echt de mooiste vliegervaring van mijn leven met die natuur, die eeuwig zingende bossen, die sneeuw, die kleine gehuchtjes waar je op de minimums landt.’ Hij komt terug op het thema serendipiteit: ‘Ik wilde heel graag op de bok zitten van de Queen of the Skies omdat het een machtige machine is. In plaats daarvan vlieg ik nu met business jets op de mooiste bestemmingen en kom ik op talloze velden met de meest interessante mensen. Aan boord ben ik zowel vlieger als steward, ik serveer de mensen aan boord een drankje en in geval ze bij hun boeking iets te eten hebben besteld regel ik dat ook, en ik voer de leukste gesprekken met hen.
In een Jumbo hang je, met een cockpitdeur, uren achter elkaar in de lucht. In de Citation Mustang vinden we drie uur al lang. In plaats van dat je in een 747 uit verveling maar sudoku’s gaat zitten oplossen, maken wij meerdere starts en landingen per dag. Het is altijd verrassend waar we heen gaan, we kunnen overal naartoe worden gestuurd. Soms weten we dat pas een uur van tevoren. Eén keer stonden we zelfs met de motoren al aan, het was dat de captain zijn mobiele telefoon aan had staan en een app-je zag dat we niet naar Düsseldorf moesten, maar naar Zürich. Dat is ook business aviation. Of je moet ineens naar Samedan, een luchthaven in de bergen.’
Positieve landing
Glunderend vervolgt Rienk: ‘Het is echt fantastisch om met dertig knopen bij cross wind aan te komen met weinig zicht, slagregens en een natte baan. Een harde landing is dan de veiligste die je kunt maken, je maakt daarmee als het ware een klein deukje in de baan zodat je meteen ook door die layer van water heen bent. Een zachte landing is voor de passagiers natuurlijk veel prettiger, maar een harde landing, officieel heet dat een positieve landing, kan dus veiliger zijn omdat daarmee wordt voorkomen dat je doorslipt.’
Of hij toch de overstap gaat maken naar de verkeersvliegerij? Hij lacht opnieuw. ‘Goethe indachtig met zijn uitspraak “Napels zien en dan sterven” zeg ik wel eens: de stap naar een grote kist en dan sterven. Nogmaals, op zo’n grote bak vliegen is een tick in the box. Maar ik weet ook dat het vliegen bij GlobeAir qua operatie tien keer leuker is.’ Vergenoegd voegt hij eraan toe: ‘Ik heb inmiddels driehonderd velden in mijn logboek. En het afgelopen jaar was goed voor 180.000 kilometer, vier keer de wereld rond dus.’
Hypocriet
Dat het vliegen met business jets momenteel onder vuur ligt, weet Rienk natuurlijk ook. ‘Met die bezetting van die klimaatactivisten onlangs op Schiphol, hadden die lui zich ook aan een van onze vliegtuigen vastgeketend. Het verhaal is dat wij met onze jets waarin zich maar een beperkt aantal stoelen bevinden, per passagier aanmerkelijk meer CO2 de lucht inpompen dan passagiersvliegtuigen met vele stoelen meer. Onlangs vlogen Kaag en Helder elkaar nog in de haren over wie van de twee het regeringsvliegtuig kon gebruiken. Voor Henk en Ingrid maken Kaag en consorten het vliegen onbetaalbaar maar ze stappen zelf wel met het grootste gemak in een zakenjet. Ik vind dat zo hypocriet. Straks moeten Transavia en KLM kisten aan de grond houden terwijl iedere piloot blij was na die coronaperiode weer los te kunnen. Maar die hele elite interesseert het echt helemaal niets.’
Rienk schudt zijn hoofd. ‘Als je ziet hoe de politiek bezig is, dan houd ik me toch maar vast aan de uitspraak van Maarten Luther dat als morgen de wereld vergaat, ik vandaag nog een boom plant.’ Met een lach voegt hij eraan toe: ‘Is nog goed voor het milieu ook!’ Over zijn eigen situatie maakt hij zich ‘niet zo druk’. Rienk: ‘Als het allemaal toch mislukt omdat de kerosineprijzen de pan uitrijzen, kan ik nog altijd met mijn muziek de straat op. Ik speel piano en gitaar, ik zing. Nee, ook dat heeft mijn vader niet kunnen voorkomen.’
Geloof in jezelf
Terwijl Rienk al de nodige ervaring had met het schrijven van boeken over bedrijfskunde, waagde hij het er ook op aan een roman te beginnen. ‘Het begon eigenlijk als het van me afschrijven wat ik met mijn familie heb doorgemaakt. Mijn pijn wilde ik laten spreken’, zegt hij. ‘Waarom ik ermee naar een uitgever ben gegaan? Ik wilde mijn kant van het verhaal naar buiten brengen, al is De Leeuwenkuil uiteindelijk wel een semi-autobiografische versie ervan geworden. Zeker ook is het mijn bedoeling geweest er bij een groot publiek de aandacht op te vestigen hoe belangrijk het is dat je je eigen leven in de hand neemt en daarbij blijft geloven in jezelf. John Lennon was er heel duidelijk over in zijn song over die concepten waarin hij afstand neemt van zijn geloof in God, in magie, in yoga, in Mantra, in Ghita, in Boeddha en noem het maar op. Hij geloofde in zichzelf. Ik geloof ook niet in de overheid, in de kerk, et cetera. Ik geloof in mezelf. Wat mijn vader daarbij voor mij betekend heeft? Hij heeft me in elk geval sterk en weerbaar gemaakt, dat zeker.’ Rienk geeft toe dat het voor het verhaal in het boek niet echt relevant is dat de hoofdpersoon ervoor ging vlieger te worden. ‘Het had evengoed bioloog, hersenchirurg of dierenarts kunnen zijn, ik noem maar wat. Maar de metafoor van het vliegen vind ik wel mooi. Het verzinnebeeldt toch het vermogen om letterlijk en figuurlijk boven je oude zelf uit te stijgen, overzicht en koers te houden en je doel te bereiken.’


De Leeuwenkuil
Rienk Stuive
Paperback
222 pagina’s
ISBN 9789464628982
€22,50
Uitgeverij Aspekt | 2022
Lees ook: ‘Van KLM-vliegers naar bushpiloten’ – Up in the Sky