Een Nederlandse C-130 Hercules landde afgelopen zaterdag op de vliegbasis Eindhoven, na een inzet van twee weken in Turkije. Aan boord van het toestel was een Nederlands militair team van 45 personen, dat is ingezet bij de hulpverlening na de aardbevingen. Het transportvliegtuig, dat tijdelijk was ingericht als ‘vliegende ambulance’, transporteerde gewonden naar verschillende Turkse ziekenhuizen.
Het Nederlandse team opereerde tijdens de inzet vanuit Antalya. Vanuit diverse plaatsen waaronder Adana, Incirlik, Adiyaman en Kahramanmaraş, zijn slachtoffers vervoerd naar ziekenhuizen in Antalya, Ankara en Izmir. Deze slachtoffers waren ter plaatse behandeld en gestabiliseerd, zodat ze door de lucht konden worden vervoerd naar behandelcentra elders in Turkije. Naast patiëntenvervoer is de Hercules ook ingezet voor transport van hulpgoederen. Zo vervoerde het toestel tien pallets met tenten.
Detachementscommandant luitenant-kolonel Maurice Schonk: “Voor het team is het een intensieve inzet geweest, met lange dagen. Maar de dankbaarheid die we er voor terugkregen was enorm. Naast slachtoffers vervoerden we ook veel bijbehorende familieleden. In Turkije helpt de familie vaak in de verzorging van ziekenhuispatiënten.”
In twee weken tijd vervoerde het Nederlandse team 83 gewonden en meer dan 200 overige passagiers. Dit waren familieleden van slachtoffers, maar ook ziekenhuispatiënten uit het rampgebied die werden geëvacueerd. Twee medische teams en meerdere vliegtuigbemanningen werkten in twee ‘shifts’, zodat de Hercules zo optimaal mogelijk inzetbaar was.
Militair verpleegkundige Vera vertelt: “We zijn als medisch luchttransportteam 24 uur per dag paraat voor medisch vervoer van patiënten door de lucht. Vaak is dat om een defensiemedewerker te repatriëren naar Nederland. In Turkije kregen we te maken met niet-alledaagse patiënten, vanwege de situatie en de taalbarrière. Daarom maakten ook tolken deel uit van het team. Ook maakten we gebruik van pijnscore-kaartjes met gezichtjes om te kunnen communiceren met de Turkse patiënten.”
Evelien was één van de militair artsen van het team. Ze vult aan: “De samenwerking met de Turkse artsen ter plaatse was bijzonder goed. We zagen veel ‘crush letsels’ doordat slachtoffers beklemd of bedolven zijn geweest. Lokaal zijn deze mensen behandeld in de ziekenhuizen. Deze patiënten goed medisch ondersteunen aan boord tijdens een vlucht is echt heel anders dan op de grond. In een Hercules is de ruimte beperkt, je hebt weinig zicht en er is veel lawaai. We hebben steeds goed afgestemd met de bemanning, zodat de vlieghoogte en luchtdruk aan boord optimaal zou zijn.“