Je kunt er niet onderuit. Of je wilt of niet, op een goede dag zit er een lid of leden van de koninklijke familie aan boord. In de opleiding werd ons uitgelegd hoe we met deze personen om dienden te gaan. Aanspreken met Majesteit, Koninklijke Hoogheid, Mevrouw, enzovoort. In de praktijk was dat voor de meesten van ons een nieuwe ervaring, maar al doende leert men.
Zo vroeg een collega bijvoorbeeld eens aan Prinses Margriet of ze iedere keer als ze haar aansprak Koninklijke Hoogheid moest zeggen. De prinses antwoordde dat het wel de gewoonte was, maar dat het niet hoefde! Dat is heel wat anders dan wat ik hoorde over hoe men zich tegenover Koning Juan Carlos diende te gedragen. Buigen en achteruit de kamer uit lopen. Zelfs zijn vrouw en kinderen moesten, iedere keer als ze hem tegenkwamen, buigen of, voor de vrouwen, een reverence maken!
Hoewel ik meerdere malen met prinsen en prinsessen in aanraking ben gekomen, had ik de grootste moeite om Koninklijke Hoogheid te zeggen. Op de een of andere manier vond ik een weg waardoor het overbodig werd. Er is gelukkig nooit een opmerking over gemaakt.
Enfin, toen ik begon te vliegen in 1968 had ik van mijn collega’s berichten gehoord, dat als koningin Juliana en Prins Bernhard aan boord waren er een speciaal opgeleide cabinebemanning werd ingedeeld. Hoewel ik had begrepen dat koningin Juliana zichzelf een hele gewone mevrouw vond, bleek dat in de praktijk anders te zijn. De purser droeg witte handschoenen en het gesprek met de koningin werd via de hofdame gevoerd.
De conversatie ging dan ongeveer als volgt:
Purser: ‘Mevrouw, wat zou Hare Majesteit voor haar lunch willen gebruiken?’
Hofdame : ‘Juul, wat wil jij eten?’
Koningin: ‘Is de kip lekker?’
Hofdame: ‘Hare Majesteit wil graag weten of de kip lekker is.’
Purser: ‘De kip is heel lekker, die kan ik Hare Majesteit van harte aanbevelen.’
Hofdame: ‘De kip is lekker, wil je die bestellen?’
Koningin: ‘Ik weet het niet, ik zie hier op het menu, dat er ook vis is..’
Prins Bernhard zat het grootste gedeelte van de reis op zijn favoriete plek: in de cockpit. Speciaal voor hem was er een heel krat met roze champagne aan boord en een doos van de allerbeste Cubaanse sigaren.
De Engelse Koningin Elizabeth en haar echtgenoot Prins Philip hadden een evenredige werkverdeling aan boord. Een gezagvoerder van de BOAC (nu BA) vertelde ons tijdens het drinken van een gin and tonic in het BOAC-Hotel in Karachi, (waar we waren uitgenodigd na onze onderlinge tennismatch Engeland vs Nederland) een anekdote. Hij had eens aan His Royal Highness gevraagd of Her Majesty niet óók eens een kijkje in de cockpit wilde nemen? Waarop de prins, zonder een spier te vertrekken, had gezegd : ‘The Queen is only interested in anything that farts and eats hay.’
Goed, onze koningin mocht ik niet bedienen, maar wel dochters Margriet en Christina en haar schoonzoon Claus. Christina heb ik meerdere keren aan boord gehad. Eerst alleen, uit Montreal of New York, later met Jorge and the kids.
Die keer dat ze alleen was zat ze, incognito, ergens in het midden van de economy class in een DC-8-50 vrachtkist van YMX naar AMS. Ze zat het grootste gedeelte van de reis, heel huiselijk, foto’s van haar vrienden uit het conservatorium in een dik album te plakken. Het enige probleem deed zich voor toen ze op Schiphol van boord moest, want de hofdignitarissen die haar in de “slurf” bij de achterdeur stonden op te wachten, wilden per se dat ze als eerste uitstapte. Alle passagiers stonden al met hun handbagage in het gangpad. Incognito? Toen niet meer dus.
Later, toen ze met Jorge Guillermo getrouwd was, heb ik haar nog enige malen naar JFK heen en weer gevlogen. Omdat Guillermo werkte voor de Golden Tulip Hotels reisden ze vaak als IPB (Indien Plaats Beschikbaar)-ers en dat liep wel eens fout af. Ik herinner me een keer, toen we met een volle bak naar JFK gingen, dat ik bij deur 12 van de Boeing 747 stond en ineens vijf figuurtjes in identieke jagersjassen, twee volwassenen en drie kinderen, in de slurf op me af zag hollen met een hijgende grondfunctionaris in de achtervolging. De gatedeur had waarschijnlijk, per ongeluk, opengestaan. Vlak voor de vliegtuigdeur had hij ze ingehaald en moesten ze onverrichter zake weer terug: er was geen plaats beschikbaar!
Prinses Margriet en haar man reisden ook veel met KLM en niet altijd zonder problemen. Zo stonden we eens op een ijskoude winternacht in Montreal op het platform met twintig koffers plus nog een aantal bontmantels van de prinses, waar geen plaats meer voor was; zo vol zat de 747. De stationmanager stelde voor dat de koffers van de bemanning er dan maar vanaf moesten. Groot protest van de crew natuurlijk. Uiteindelijk ging de bagage mee in de ruimte achter de cockpit.
Prins Claus ging een keer met me (toen ik als purser op de DC-9 werkte) mee naar Genève waar hij een conferentie zou bijwonen. Ik werd vóór de vlucht gebriefd dat hij, incognito, zou reizen onder de naam van zijn veiligheidsagent. Ik verwachtte dan ook niet dat hij zich zou gaan voorstellen toen hij, als laatste, aan boord stapte. Hij stak, tot mijn verbazing, zijn hand naar me uit en zei : ‘Claus’. Waarop ik zonder aarzelen mijn eigen voornaam noemde.
Mijn collega’s begonnen met de drinkservice, maar toen ik daarna ging checken zag ik dat de prins en zijn metgezel niets op hun tafeltje hadden staan. Ik vroeg of ze iets wilden drinken? Ja, dat wilden ze wel! Later vroeg ik aan de meisjes waarom ze de prins hadden overgeslagen? Ze lachten wat verlegen: ze kwamen net van de cursus af en hadden het niet gedurfd om hem aan te spreken!
Hoe het protocol tegenwoordig is, weet ik niet. Waarschijnlijk gaat het er wel wat relaxter aan toe! Maar zolang de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij bestaat zal het zijn eigen koning blijven vervoeren!