Luchtvaartmaatschappijen hebben geklaagd bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM) over de hogere havengelden die Schiphol per 1 april heeft ingevoerd. De toezichthouder heeft echter geoordeeld dat de tariefverhogingen ‘niet onredelijk’ zijn.
In de aanklacht werd gerefereerd aan de lange rijen bij de beveiliging op Schiphol vorig jaar zomer. Hierdoor ondervonden luchtvaartmaatschappijen economische schade waardoor zij het niet terecht vinden dat de havengelden met tientallen procenten zijn gestegen.
De ACM doet haar oordeel op basis van de maatregelen die Schiphol heeft genomen om vertragingen tijdens piekmomenten te voorkomen. Door het aannemen van 850 extra beveiligers voorziet Schiphol dat 95 procent van de passagiers niet meer lang hoeft te wachten bij de beveiligingscontrole. Of dit echter genoeg gaat zijn om een situatie vergelijkbaar met vorig jaar te voorkomen, valt nog te bezien.
Schiphol verhoogt de havengelden om de gaten in de begroting die zijn ontstaan tijdens de coronacrisis te dichten. Het bestuur van de luchthaven is van mening dat luchtvaartmaatschappijen moeten meebetalen aan het compenseren van deze verliezen.
De tarieven die airlines betalen op Schiphol zijn gereguleerd en de ACM controleert of ze redelijk zijn en het vliegveld er niet te veel aan verdient. Een vorig jaar ingediende klacht over tariefverhogingen werd eerder al door de ACM afgewezen. Luchtvaartmaatschappijen gingen in beroep tegen deze uitspraak en de rechter moet zich daarover nog uitspreken.