Het vervoeren van patiënten en gewonden door de lucht is een vak apart, zowel binnen de luchtvaart als binnen de geneeskunde. De afdeling Operationele Gezondheidszorg (OGZ) is binnen de Koninklijke Luchtmacht verantwoordelijk voor Aeromedical Evacuation. Up in the Sky sprak exclusief met een arts, een verpleegkundige en een logistiek medewerker.
De afdeling OGZ is gevestigd op de vliegbasis Gilze-Rijen en vormt een onderdeel van het Centrum voor Mens en Luchtvaart (CML). Het CML is het instituut voor luchtvaartgeneeskunde van de luchtmacht. De afdeling OGZ bestaat uit ongeveer 100 personeelsleden, waarvan het merendeel medisch is opgeleid (verpleegkundigen, verzorgenden en artsen). Behalve voor het luchttransport van gewonden is de OGZ ook verantwoordelijk voor de medische zorg voor luchtmachtpersoneel tijdens uitzendingen.
Jurre is flight nurse (verpleegkundige) bij de het onderdeel van de luchtmacht. ‘Vier keer per jaar moeten we een week trainen op elk type toestel, dus zowel op de C-130 Hercules als op de verschillende typen helikopters (Cougar, Chinook en NH90). In zo’n trainingsweek oefenen we hoofdzakelijk op de grond. Meestal ga je ook wel een keer de lucht in tijdens zo’n week, met een oefenpatiënt. De omgeving waarin je werkt maakt deze baan zo interessant, met een helikopter die plotseling manoeuvres maakt, enzovoort. In de lucht is het allemaal net wat moeilijker, je kunt niet zomaar dingen even neerleggen. Dat maakt het allemaal net even uitdagender.’
Limousine
Uiteraard zijn er verschillen tussen het vervoer van patiënten in een helikopter of in een groot transportvliegtuig zoals de Herculessen van de luchtmacht. ‘Het grootste verschil is vanzelfsprekend de ruimte, de Hercules is een stuk groter en ruimer. Maar ook de Chinook is behoorlijk groot, een beetje een limousine onder de heli’s. In de Cougar en NH90 is de werkruimte echt een stuk kleiner. Met één patiënt gaat dat nog wel, maar zodra het er meer worden is het toch wel krap.’
De OGZ kwam eerder dit jaar in het nieuws tijdens de inzet van een medisch team in Turkije, na de aardbevingen. Met een Hercules zijn toen enkele tientallen patiënten vervoerd naar ziekenhuizen in de regio. Yildiz kwam als vlieger-arts (flight surgeon) met het eerste team in Turkije aan. Vlieger-artsen hebben eerst de opleiding tot Algemeen Militair Arts (AMA) gevolgd en vervolgens de vervolgopleiding tot vlieger-arts. Ze zijn dus niet opgeleid tot vlieger binnen de luchtmacht, maar hebben specifieke kennis over luchtvaartgeneeskunde.
Evacuaties
‘Ik ging als eerste mee naar Turkije. We werkten met twee teams, een dagploeg en een nachtploeg. Ik zat in team 2, wij vlogen ‘s avonds. Tijdens onze eerste vlucht namen we zes patiënten mee, wat niet onze volle capaciteit was. Maar omdat we dit soort evacuaties met grote aantallen niet vaak doen, wilden we niet meteen met een vol toestel vliegen. Gaandeweg werden het er meer, tot uiteindelijk dertig op één vlucht. Voor zover ik weet, is het de eerste keer geweest dat we zulke grote aantallen patiënten vervoerd hebben in een Nederlandse C-130.’
Stefano is logistiek medewerker bij de afdeling Materieel en Logistiek (MatLog), dat deel uitmaakt van het Centrum voor Mens en Luchtvaart (CML). Hij kwam een paar dagen later in Turkije aan. Yildiz was erg blij met zijn komst: ‘Het helpt enorm als de logistiek erbij is. Als we naast de reguliere werkzaamheden ook nog het magazijn moeten beheren, kost dat veel extra tijd en aandacht. Zeker omdat je ook op dingen moet letten als temperatuurcondities en herbevoorrading.’
Stefano: ‘Op maandag ging ik naar Turkije, samen met Jurre en nog een arts. We namen extra materialen mee die we de dag ervoor in het magazijn hadden verzameld. In de ochtend vertrokken we met de Hercules vanaf Eindhoven. Ik kon meteen aan de slag om het magazijn in te richten en op orde te brengen. De collega’s die al eerder waren aangekomen hadden nog geen tijd gehad om de spullen netjes uit te pakken. Gelukkig waren de temperatuurgevoelige materialen al wel goed opgeslagen.’
Taal
De taalbarrière maakt het moeilijker een adequate inschatting te maken van de conditie van de patiënten. Ondanks vertaling door de tolk, gaat er toch informatie verloren. Het is dan lastiger met de weinige informatie die beschikbaar is, toch de juiste beslissing te nemen.
De samenwerking met de Turkse medici op de grond werd als bijzonder prettig ervaren. Yildiz: ‘Het was heel fijn om Turkse SEH-artsen mee aan boord te hebben. Niet alleen om te kunnen vertalen, maar ook als “extra handjes” tijdens de vlucht. Nederland was een van de weinige landen die Turks medisch personeel liet meevliegen, maar dat werkte heel goed. De Turkse medici vertaalden ook veel voor ons, en dat was echt goud waard.’
Eén patiënt is Jurre erg bijgebleven: ‘Tijdens mijn eerste vlucht hadden we een man mee, die als enige mee terugging naar Antalya. Daar zou hij worden opgehaald door de ambulance. De andere patiënten hadden we al eerder afgeleverd op een andere locatie, dus hij was de enige aan boord op dat laatste stuk terug. Hij had een dwarslaesie door de aardbeving en was daaraan al geopereerd. Via de tolk vertelde hij wat hem was overkomen. Hij voelde de aardbeving aankomen en rende naar buiten. Toen hij merkte dat zijn hele gezin nog binnen was maakte hij rechtsomkeert om hen uit het huis halen. Toen hij op het laatst zijn dochtertje naar buiten bracht, viel de zware houten voordeur op zijn rug. Daardoor heeft hij zijn rug gebroken en er een dwarslaesie aan overgehouden. Desalniettemin kwam hij redelijk positief over, omdat zijn gezin het er wel levend van heeft afgebracht.’
Flexibiliteit
De inzet van het onderdeel van de luchtmacht in Turkije deed een beroep op de flexibiliteit van de teamleden. Yildiz: ‘Bijna alles was anders dan we gewend zijn. De leeftijd van de patiënten varieerde van jong tot oud. De beschikbare informatie over de patiënten was beperkt en de ziektebeelden zelf waren anders en vaak verder gevorderd. Zo zagen we relatief veel crushletsels van mensen die onder het puin hebben gelegen. Omdat de juiste behandeling en medicatie vaak niet voorhanden was, zijn die wonden ook nog gaan infecteren. De patiënten hadden ook veel secundaire aandoeningen, doordat de slachtoffers niet meteen adequaat behandeld konden worden. Heel anders dan een marinier die in Noorwegen zijn been heeft gebroken tijdens een oefening en die je ophaalt in een ziekenhuis in Noorwegen.’
Jurre vult aan: ‘Heel veel dingen waren in Turkije anders dan we normaal gesproken gewend zijn. Bij de meeste medische evacuatievluchten die we doen, gaat het om kleine aantallen militaire patiënten die goed Nederlands spreken. Het zijn volwassenen, meestal goed behandeld en gestabiliseerd en we weten wat er eerder gedaan is qua behandeling, medicatie enzovoort.’
Noorwegen
Medische evacuatievluchten van Nederlandse militairen (Aeromedical Evacuation, AE) is een van de kerntaken van de OGZ. Jurre vertelt: ‘Als ik AE-dienst heb, ben ik gedurende een week oproepbaar voor evacuatievluchten. Drie flight nurses en één flight surgeon vormen samen een oproepbaar team. Per jaar voeren we een kleine honderd evacuaties uit. Het kan erg wisselen hoe druk het is. Als de marine een grote oefening heeft in Noorwegen, hebben wij het druk. Als we een evacuatieverzoek (“Patient Movement Request”) krijgen, beoordelen we eerst of het echt nodig is een patiënt op te halen. We bekijken of de patiënt vervoerd kan worden en onder welke voorwaarden. Soms is medische begeleiding door ons op een reguliere lijnvlucht ook voldoende en hoeft er niet een Hercules voor ingezet te worden.’
Yildiz: ‘Onze tijd besteden we voor een groot deel aan het “current” houden van diverse vaardigheden. Zo hebben we deze week “currency week” gehad voor de C-130. Dat betekent dat we AE trainen in de C-130, dus hoe het is patiënten te vervoeren in de Hercules. Volgende week zitten we bij MatLog en helpen we bij het tellen en controleren van de materialen. Dit helpt wel om nog beter te weten welke spullen we zoal hebben.’
Foto: © Cristian Schrik, Mediacentrum Defensie
Materieel
Een van de cursussen die alle artsen en verpleegkundigen van de OGZ moeten volgen, is de Forward AeroMedical Evacuation Course (FAMEC). Na vernieuwing van het opleidingsprogramma kreeg deze cursus een andere naam. Stefano: ‘De FAMEC heb ik eind vorig jaar als logistiekeling ondersteund op Fort Hood in Texas, samen met collega’s van MatLog. FAMEC is een stressvolle oefening voor de artsen en verpleegkundigen, daarom gaan we mee voor de logistieke ondersteuning. Als het medische personeel tijdens zo’n oefening zich ook nog moet bekommeren om het materieel, kost dat veel extra tijd en focus.’
Voor Stefano was deelname aan de FAMEC cursus een waardevolle ervaring, die ook in Turkije goed van pas kwam. Het verschil tussen een oefening en een operationele inzet was voor hem niet heel groot: ‘Het verschil is dat je je meer beseft dat het “echt” is en dat het materiaal voor echte patiënten wordt gebruikt. In Turkije kreeg ik aan het eind van elke vlucht (overdag en ’s nachts) door, welke materialen gebruikt waren. Ik zorgde er dan voor dat er al een doos klaar stond, zodat de voorraad aan boord meteen weer aangevuld kon worden.’
Met dank aan Yildiz, Jurre, Stefano en Femke voor hun medewerking aan dit artikel.
Foto: © Cristian Schrik, Mediacentrum Defensie
De nieuwe Bose A30-pilotenheadset: beter dan ooit?
Bestel nu in de webshop van Bose Aviation!

