Terwijl luchtvaartmaatschappijen nog herstellende zijn van de coronacrisis, doemen er alweer nieuwe problemen op. De roep om het aantal vluchten te verminderen vanwege milieuschade wordt steeds luider en concreter, de frequentie van vertragingen neemt toe vanwege beperkte capaciteit in het luchtruim en op luchthavens, en vluchten worden geannuleerd vanwege personeelstekorten, zowel op de grond als in het vliegtuig.
Deze problemen zijn niet van de ene op de andere dag ontstaan, maar zijn het gevolg van de sterke toename van vliegbewegingen gedurende de afgelopen decennia. Toegegeven, de onverwacht snel herstelde vraag na twee jaar van vliegbeperkingen heeft de vinger op de zere plek gelegd.
Ondanks de groeiende complexiteit van deze problemen, lijkt de oplossing eenvoudig: het aantal vluchten verminderen. Dit verlaagt de druk op de beschikbare capaciteit van personeel, luchthavens en luchtruim, wat de operationele stabiliteit ten goede komt.
Het voorstellen van deze oplossing wordt doorgaans niet gewaardeerd door luchtvaartmaatschappijen. Minder vluchten betekent echter niet noodzakelijkerwijs dat er minder passagiers en vracht kunnen worden vervoerd. Om te compenseren voor het kleinere aantal vluchten kunnen er grotere vliegtuigen per vlucht worden ingezet.
In de Verenigde Staten wordt deze strategie al toegepast. Daar hebben recentelijk meerdere grote luchtvaartmaatschappijen op verzoek van de FAA het aantal vluchten verminderd. Zo zal United Airlines het aantal vertrekkende vluchten vanaf hun hub in Newark met dertig verminderen ten opzichte van de zomer van 2019. Maar door de inzet van grotere vliegtuigen, verwacht de maatschappij toch vijf procent meer stoelen aan te kunnen bieden.
Echter, naast het aantal beschikbare stoelen, bestaan er voor luchtvaartmaatschappijen ook operationele redenen om zoveel mogelijk vluchten uit te voeren, zelfs als deze met relatief kleine vliegtuigen worden uitgevoerd.
Vooral luchtvaartmaatschappijen die volgens het hub-and-spoke-model vliegen, zoals KLM, profiteren van een hoge vluchtfrequentie. KLM vliegt minstens tien keer per dag naar Londen zodat een passagier uit Tokyo, met een overstap op Schiphol, niet lang hoeft te wachten op de eerstvolgende vlucht naar de Engelse hoofdstad.
Daarnaast biedt een groter aantal vluchten operationele flexibiliteit. Als bijvoorbeeld een vliegtuig vanwege een technisch mankement in het buitenland niet kan vertrekken naar de thuisbasis, is het handig als er snel een volgend vliegtuig die kant op gaat om een monteur of onderdelen mee te sturen.
Luchtvaartmaatschappijen zullen in de komende jaren keuzes moeten maken. Willen ze focussen op netwerkstabiliteit of flexibiliteit? Het reduceren van het aantal vluchten en het inzetten van grotere vliegtuigen kan zorgen voor minder operationele verstoringen zonder dat de omzet eronder hoeft te lijden. Een hoger aantal vluchten biedt echter meer flexibiliteit, wat aantrekkelijk is voor passagiers en helpt bij het snel oplossen van operationele problemen.
Maar die vluchten moeten dan wel doorgaan.
De nieuwe Bose A30-pilotenheadset: beter dan ooit?
Bestel nu in de webshop van Bose Aviation!

