Een voor een worden de motoren gestart. Langzaam komt het vliegtuig in beweging. Met een snelheid van ongeveer 35 kilometer per uur begeeft het zich richting startbaan. Daar aangekomen komt het tot stilstand. Het is even wachten op de definitieve toestemming om te vertrekken naar een bestemming waar dan ook. Is die eenmaal geaccordeerd dan gaat het gas erop. Sneller en sneller raast de machine over de startbaan, bereikt het moment van de rotatiesnelheid, V1, Velocity 1, een point of no return. De take-off kan nu niet meer worden afgebroken. Ook niet als zich een groot probleem voordoet, zoals een motorstoring of een vogelaanvaring.
De cockpit crew van een Kalitta-Boeing 747-200F, registratie N704CK, startte op 25 mei 2008 een voor een de motoren om vanaf Brussels Airport op weg te gaan naar Bahrain International Airport. Om 11:29 uur kregen de jongens op de bok toestemming voor take off. Full throttle ging het, op naar V1, rotate. Een minuut later een knal, direct gevolgd door een explosie in motor 3. De vliegers besloten de start te onderbreken, schakelden de straalomkeerders in en zetten het motorvermogen op stationair. Maar het beoogde effect bleef uit. Al die ellende kwam doordat een Europese torenvalk in motor 3 was beland. De vogelaanvaring had ook een impact op de straalomkering. Zodoende werd de V1-snelheid toch met 12 knopen overschreden. Het vliegtuig steeg weliswaar niet op, maar de mannen slaagden er evenmin in het toestel voor het einde van de baan tot stilstand te brengen. De Jumbo ploegde driehonderd meter door het gras alvorens tot stilstand te komen, honderd meter verwijderd van een spoorlijn verderop. Het vliegtuig overleefde het gebeuren niet: in drie delen brak het uiteen: de cockpit, de romp en de staart. De bemanning bracht het er met lichte verwondingen vanaf. Een kwestie van geluk dat de volgetankte machine niet in brand was gevlogen.
Na een bezoek aan een vriendin in Leuven reed ik via Brussels Airport terug naar huis. Ik zag de zwaargewonde vogel liggen, een net om de neus om verder doorschuiven te voorkomen. De sloop ervan was volop gaande.
Ik dacht aan de crash van de N704CK terug toen ik, nog werkzaam in mijn beroep van weleer waarin ik patiënten in het ziekenhuiswezen begeleidde die op afdelingen lagen waar de meeste mensen het liefste met een grote boog omheen lopen, aan het ziekbed stond van Tanja. Zo heette ze niet, maar zo noem ik haar hier wel.
Tanja was twee maanden eerder door de behandelend arts naar mij verwezen op basis van een infauste prognose, dat wil zeggen dat er een kwaadaardige ziekte bij haar was geconstateerd zonder hoop op genezing. Het betrof een zachtmoedige vrouw, getrouwd, twee nog jonge kinderen van twee en vier, kindjes welbeschouwd. Samen met haar man runde ze een boerenbedrijf met melkkoeien. In onze eerste contacten focusten we er vooral op hoe zij een herinnering kon nalaten voor haar beide kinderen. Er werd een bandje ingesproken en een plakboek gemaakt waarin ze ook van alles voor hen opschreef. Nu lag ze in het ziekenhuis, vanwege het stadium waarin ze inmiddels verkeerde alleen in een kamer. Toenemende pijn, almaar verdergaande ontluistering. Zo dikwijls vroeg ik me af waarom mensen soms zo moeten lijden. Dit werd, zoals gebruikelijk bij patiënten die in de eindfase van een slopende ziekte verkeren, verlicht door toediening van een slaapmiddel (midazolam) in combinatie met een sterke pijnstiller (morfine). Gevolg was dat Tanja bijna continu sliep. Zo ook nu. Haar strenggelovige familie zat om haar bed.
‘De artsen hebben voorgesteld de morfine op te hogen’, zei haar man. Ik knikte alleen maar, omdat dit feit mij al bekend was. ‘Wij zijn daar niet voor’, nam Tanja’s vader het woord van zijn schoonzoon over. ‘Wie zijn wij om het stervensuur van Tanja te bespoedigen?’
Op dat specifieke moment dacht ik dus terug aan de N704CK, welbeschouwd in plaats van op weg naar Bahrain op weg naar haar eindbestemming. Soms gaat een vlucht verder dan een vliegtuig reiken kan. Met een één of andere hemelpoort als bestemming. En Tanja zat in haar geval niet alleen in een vliegtuig met die bestemming, ze was dat vliegtuig ook. Omdat ik te maken had met strenggelovige mensen besloot ik in dit specifieke geval niet het verschil te gaan uitleggen tussen palliatieve sedatie en euthanasie, maar het moment van V1 te gebruiken, het moment waarop het point of no return is gepasseerd, en daarbij een brug te slaan naar een bijbels verhaal dat ze geheid zouden kennen.
‘Zoals een vliegtuig op weg kan gaan naar New York of naar welke andere plek ter wereld ook, zo is Tanja begonnen aan haar weg naar de hemelpoort’, zei ik. ‘Op het moment dat een vliegtuig loskomt van de grond, het moment van V1, kan de start niet meer worden afgebroken, het moet door, ook al staat een van de motoren in brand of heeft er een vogelaanvaring plaatsgevonden, het point of no return is gepasseerd. Uit alle macht kan je proberen er een andere wending aan te geven door de start toch tegen te gaan, maar zelfs als dit lukt verandert die bestemming er niet mee. Als gevolg van haar ziekte verkeert Tanja in een stadium waarin ze het point of no return is gepasseerd. Natuurlijk zijn jullie bekend met het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Als iemand op weg is naar de hemelpoort kan je ook een barmhartige Samaritaan zijn. Dat heet stervensbegeleiding. Palliatieve sedatie, zoals de medische behandeling heet die met Tanja’s goedvinden al eerder is gestart, maakt daarvan deel uit. Kijk eens naar haar gezicht. Het is zichtbaar dat ze pijn heeft.’
In de stilte die viel waren alle blikken op het gezicht van de jonge vrouw gericht. ‘Ja, ze heeft zichtbaar pijn’, erkende haar man. ‘En dat stopt als de morfine wordt opgehoogd?’ ‘Dat is wat wordt beoogd’, beaamde ik. ‘Overlijdt ze dan niet eerder?’, wilde de vader weten. Ik legde uit dat pijn stress betekent en dat het lichaam door stress meer zuurstof verbruikt. ‘Daardoor brandt het kaarsje juist sneller op,’ zei ik. ‘Al zou het niet zo zijn’, zei nu Tanja’s echtgenoot en in zijn stem klonk het grote verdriet door dat hij doormaakte. ‘We laten haar harteloos in de steek als we die barmhartige Samaritaan nu niet voor haar zijn.’
Ik zag de vader wikken en wegen. Daarom zei ik: ‘Uw dochter zal niet overlijden door de toediening van meer morfine. Ze zal overlijden als gevolg van haar ziekte, een ziekte die met steeds meer pijn gepaard gaat, ondraaglijke pijn, onnodige pijn, omdat die bestreden kan worden.’ Het moment voor de moeder nu om zich ook in het gesprek te mengen. ‘Je ziet toch dat ze pijn heeft? Er is geen terug, Henk, hoe graag we haar ook bij ons willen houden.’ Teder streelde ze de hand en de arm van haar dochter. ‘Mijn lieve, lieve Tanja.’ ‘Goed’, stemde uiteindelijk ook de vader in. ‘Hoe noemde u dat? Iets met point en no return. Geef het maar door aan de artsen, geef maar door dat we akkoord zijn.’ Ik knikte, zei dat ik dat zou doen, reikte de familie de hand, keek nog eens naar Tanja, wist dat het de allerlaatste keer was dat ik haar zou zien, en verliet toen haar kamer, met een brok in mijn keel, dat wel.
Een kleine week later lag de rouwkaart op mijn bureau met daarop de aankondiging: ‘Bedroefd om haar heengaan, maar met een dankbare herinnering en een gelovig vertrouwen dat zij nu thuis is bij God, geven wij u kennis van het overlijden van onze Tanja.’ Opnieuw die brok in mijn keel om zo’n lieve vrouw, zo’n jonge moeder, twee van die kleine kindjes, een zo jonge weduwnaar en ouders die hun kind overleven. Vragen als waarom en waartoe, zeker als er een alles in de hand hebbende God zou zijn. Vragen waarop ik geen antwoord heb.
Pre-order nu: schaalmodel van de gloednieuwe KLM A321neo
Nu te bestellen in de webshop! Let op: limited edition.