Het zat er al jarenlang aan te komen, maar afgelopen woensdag landde eindelijk de eerste Airbus A321LR van JetBlue op Schiphol. De eerste vlucht van de Amerikaanse low-costmaatschappij die het monopoly van SkyTeam (met KLM en Delta Airlines) op de populaire route Amsterdam – New York JFK gaat aanvallen. Deze mooie aanvulling voor de prijsbewuste consument kreeg dan ook een warm welkom bij aankomst.
In eerste instantie dus extra concurrentie voor vooral KLM. Een nieuwe maatschappij die goed op de kleintjes weet te letten en geen lid is van de eigen alliantie. Echter, wanneer je verder kijkt, betekent de komst van JetBlue ook meer concurrentie voor Schiphol. En hoewel dat tegenstrijdig klinkt, is JetBlue bezig met het mogelijk maken van trans-Atlantische point-to-point vluchten, de antagonist in het succesverhaal van de Noord-Europese hubs.
Tot voor kort was het overvliegen van oceanen het exclusieve terrein van widebodies. Grote vliegtuigen met meerdere gangpaden, een uitgebreide business class, en soms zelfs meerdere verdiepingen. Dit om de doodeenvoudige reden dat de kleine narrowbodies, met een enkel gangpad, niet genoeg bereik hadden om de meer dan zes uur durende oversteek (plus reserves) te maken.
Om commercieel rendabel met grote vliegtuigen te vliegen heb je veel passagiers nodig. Daarom beginnen en eindigen trans-Atlantische routes altijd bij grote hubs, met uitgebreide feeder-netwerken om genoeg passagiers naar de hub te krijgen. Mensen in Billund of Hamburg die naar New York willen reizen, kiezen er vaak voor dit via Schiphol te doen. Hun eigen lokale vliegveld is geen hub of heeft niet genoeg omwonenden om een lijndienst met een Boeing 787, met minstens 240 passagiers, of groter te vullen. Als je het de reizigers zou vragen, zouden ze liever rechtstreeks naar New York vliegen, de overstap op de megalomane hub vermijden, maar de techniek en commerciële afwegingen laten ze in de steek.
Echter, de komst van de long-range narrowbody gaat daar verandering in brengen. De A321LR maakt het mogelijk met honderd passagiers minder de oceaan over te steken (de A321 van JetBlue biedt plaats aan 138 passagiers). Hierdoor wordt het rendabel vanaf kleinere luchthavens, met een kleinere achterban, lange vluchten uit te voeren.
In de toekomst gaat het op deze manier dus voor veel meer Europeanen mogelijk worden rechtstreeks naar de Verenigde Staten te vliegen. Geen extra vlucht, geen extra rijen, geen extra reistijd, geen extra angst of de koffers ook mee zijn gekomen. Gewoon een directe vlucht vanuit waar je bent naar waar je wilt zijn. Vliegen zoals vliegen bedoeld is.
Dit zal ten koste gaan van het hub-and-spoke-model waar vele luchthavens groot mee zijn geworden. Ook onze eigen nationale luchthaven lijkt deze week haar eigen Paard van Troje te hebben binnengehaald.
De nieuwe Bose A30-pilotenheadset: beter dan ooit?
Bestel nu in de webshop van Bose Aviation!

