BAE Systems uit het Verenigd Koninkrijk, Mitsubishi Heavy Industries uit Japan en Leonardo uit Italië hebben een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling van een ‘next generation fighter’ binnen het Global Combat Air Programme (GCAP). De partijen gaan samenwerken aan een conceptversie, meldde BAE Systems op dinsdag.
In december 2022 spraken de drie landen af de handen ineen te slaan voor de bouw van een nieuw geavanceerd gevechtsvliegtuig dat naar verwachting halverwege het komende decennium in dienst treedt. Het GCAP belandt daarmee in een nieuwe fase en de partners zullen de komende tijd werkafspraken moeten maken.
De drie landen geven deze week een update over de voortgang van het project tijdens de internationale wapenbeurs DSEI in Londen, aldus BAE. Vooralsnog lijkt de samenwerking soepel te verlopen. Herman Claesen, GCAP-leider bij BAE, verklaarde dat er sinds de lancering van het programma een ‘intensieve betrokkenheid tussen industriële en overheidsinstanties in Italië en Japan’ bestaat. Voor andere landen blijft het interessant de samenwerking in dit vroege stadium te volgen. Saoedi Arabië gaf al aan zich graag bij het project te willen aansluiten maar Japan lijkt dwars te liggen.
Kosten en export
De verwachte kosten van GCAP worden geschat op tientallen miljarden dollars. De partijen hebben nog niet definitief vastgesteld hoe het budget zal worden verdeeld. Het Britse Ministerie van Defensie had al 2 miljard pond toegezegd aan het project, dat voorheen bekend stond als Tempest, voordat Japan en Italië zich aansloten. Naar alle waarschijnlijkheid zal er ook een exportversie gemaakt worden om zo de stukprijs van de toestellen te minimaliseren.