Een Boeing 737-900 van United Airlines moest een landing afbreken omdat een ander vliegtuig zich op de baan bevond.
Het vliegtuig, registratie N38451, was onderweg van Chicago naar Boston Logan International Airport. Na een vlucht van ongeveer twee uur naderde de machine haar eindbestemming. Toen de 737 een hoogte van zestig meter bereikte, instrueerde de luchtverkeersleiding de piloten om de landing af te breken, omdat een ander vliegtuig zich nog op de landingsbaan bevond. Zestig meter is in de luchtvaart een zogeheten ‘beslissingshoogte’ waarna besloten wordt of de landing wel of niet doorgezet wordt. ‘Sorry daarvoor. Er stond nog een vliegtuig op de landingsbaan’, verontschuldigde de luchtverkeersleiding zich op de ATC tegenover de United-cockpitcrew. Mogelijk had het toestel dat voor de 737 landde een intersectie gemist of meer tijd nodig om de landingsbaan te verlaten.

Afbreken van de landing
De 737-vliegers gaven gehoor aan de oproep en brachten de machine naar een hoogte van een paar duizend voet. Dat bleef bij de passagiers eveneens niet onopgemerkt. ‘Mensen in het vliegtuig snakten door het snelle optrekken en het gebrul van de motoren naar adem, terwijl de snelle verandering in snelheid ons achterwaarts in onze stoelen duwde en we het asfalt en het land snel onder ons zagen verdwijnen’, zegt een van de inzittenden bij Boston 25. Na de go around lichtte de piloot toe dat de landingsbaan ‘niet op tijd vrijgemaakt kon worden’. Na een rondje Boston van circa tien minuten landde de 737 alsnog op de luchthaven van Boston.
Het is niet de eerste keer dit jaar dat in de Verenigde Staten zich een dergelijk incident voordoet. In januari kwamen een 777 van United Airlines en een Cessna 208B bijna met elkaar in botsing, terwijl een maand later een 767F van FedEx bijna op een Southwest 737 landde. De capaciteitsproblemen bij de luchtverkeersleiding wordt als oorzaak van een deel van de incidenten beschouwd.