Het CDA heeft besloten om het omstreden voorstel voor een transfertaks op de lange baan te schuiven. De belasting voor overstappende passagiers, waarvan de opbrengst gebruikt zou moeten worden voor een verlaging van de energiebelasting, stuitte op zeer felle kritiek vanuit de luchtvaartindustrie.
Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen liet CDA-Kamerlid Inge van Dijk weten dat haar partij nu vindt dat er eerst gekeken moet worden naar Europese invoering van een soortgelijke belasting. Een eventuele nationale invoering ervan zou als ‘stip op de horizon’ gehouden moeten worden. Eerder liet het kabinet ook al weten dat de invoering van zo’n belasting volgend jaar sowieso al niet zou lukken. Daarmee ging het doel van de motie, de dekking voor een verlaging van de energiebelasting, al in rook op. De partij van Henri Bontenbal gaat nu op zoek naar alternatieve dekking voor haar plannen.
Eerder deze week bleek al dat de politieke toekomst van het CDA-proefballonetje hoogst onzeker was. PVV-leider Geert Wilders trok zijn steun voor de motie – daags nadat deze was aangenomen – alweer in. Vanuit de luchtvaartsector werd geschokt gereageerd op het plan: enerzijds omdat eerdere onderzoeken al hebben aangetoond dat een dergelijke transfertaks op nationaal niveau helemaal niet effectief is, maar ook omdat de impact ervan gigantisch kan zijn. Zo zou KLM naar verwachting 34 procent van haar overstappers kwijtraken, wat de hub-positie van Schiphol in gevaar zou brengen en Nederland tientallen directe bestemmingen zou kunnen kosten.
Het is al met al niet uitgesloten dat de taks er in de toekomst mogelijk alsnog komt. Ondanks het feit dat het kabinet het ‘zeer onverstandig’ vindt om in Nederland als enige een dergelijke belasting in te voeren, pleiten sommige partijen er in hun verkiezingsprogramma’s expliciet voor.