Drie draaiende Dakota’s: waar vind je die tegenwoordig nog? Down Under! In een museum bij Sydney (Australië) staan vier DC-3 / C-47’s, waarvan er drie luchtwaardig zijn. In juli bracht Up in the Sky een bezoek aan dit museum op de dag dat deze Dakota’s in het zonnetje werden gezet.
De “Historical Aircraft Restoration Society” (HARS) bevindt zich op Shellharbour Airport, zo’n 100 kilometer ten zuiden van Sydney. Verdeeld over twee hangaars bezit het museum bijna veertig toestellen, waarvan een aanzienlijk aantal in vliegende staat. Een van de pronkstukken is een luchtwaardige replica van de “Southern Cross”, een Fokker F.VIIb-3m.
Johan Henzen, vrijwilliger bij HARS, vertelt: ‘Wij zijn één handtekening verwijderd van het verkrijgen van het luchtwaardigheidscertificaat. De inspecteur van Warbirds komt in november zijn inspectie doen en daarna hopelijk zijn handtekening zetten op het papierwerk!’
Dakota
Maandelijks organiseert de HARS een “Tarmac Weekend” waarbij diverse toestellen buiten op het platform worden gezet en enkele ook het luchtruim kiezen. Het Tarmac Weekend van juli 2023 kreeg als thema “Dakota”. Op twee achtereenvolgende dagen werden de motoren opgestart van DC-3 VH-AES, C-47 VH-EAE en C-47 VH-EAF. De aanblik van drie Dakota’s naast elkaar en het geluid van zes draaiende Pratt&Whitney-Twin Wasps was indrukwekkend!
De Dakota VH-AES is gestoken in de livery van Trans Australia Airlines (TAA) uit 1946, toen dit toestel de eerste vlucht uitvoerde voor TAA van Melbourne naar Sydney. Na vele omzwervingen binnen Australië, maakt deze DC-3 sinds 2016 deel uit van de HARS-collectie. Johan Henzen: ‘De VH-AES vloog ook nog rond in Papoea Nieuw-Guinea bij Sunbird Airlines, een dochteronderneming van TAA. Ook bevond ze zich enige tijd bij de ingang van Tullamarine Airport in Melbourne op een paal voor de parkeergarage!’
De andere twee Dakota’s deden tot 1997 (!) dienst bij de Australische luchtmacht (Royal Australian Air Force, RAAF). Enkele jaren later verwierf de HARS beide toestellen. De VH-EAE (A65-95) kreeg een egaal donkergroen camouflageschema, zoals ook aan het eind van de Tweede Wereldoorlog bij de RAAF. Zustertoestel A65-94 (VH-EAF) hield de kleuren die ze op het laatst droeg, namelijk de witgrijze livery van de “ARDU” (Aircraft Research and Development Unit), de testeenheid van de Australische luchtmacht.
Navy Heritage Flight
Sinds eind 2018 maken de toestellen van de voormalige “Royal Australian Navy Historic Flight” ook deel uit van de HARS-collectie. Deze historische vliegtuigen en helikopters die ooit dienst deden bij de Australische marine luchtvaartdienst, zijn nu ondergebracht bij de “Navy Heritage Flight” (NHF). De NHF maakt onderdeel uit van de HARS, maar niet alle toestellen hebben daar hun thuisbasis. Zo zijn de twee UH-1B Huey-helikopters tijdelijk ondergebracht bij het bedrijf “Air Affairs” op het vliegveld Nowra. Dit is tevens de vliegbasis van de Australische marine luchtvaartdienst en de voormalige thuishaven van deze Hueys. De ex-Royal Australian Navy C-47 en de S-2 Trackers hebben wel al hun thuis gevonden op Shellharbour Airport. De Tracker ‘844’ en Huey ‘898’ zijn zelfs volledig luchtwaardig!
Behalve veel voormalige militaire toestellen bezit de HARS ook verschillende, veelal unieke, passagiersvliegtuigen. Één van de twee nog vliegende Constellations in de wereld (de enige luchtwaardige L-1049 Super Constellation), een vliegende VC-131D (Convair 340/440) en een DC-4: allemaal zijn ze te vinden in de hangars in Wollongong. Daarnaast beschikt de HARS over meerdere Fokkers, waaronder twee F27’s. Deze beide Fokker Friendships vlogen tot 2016 bij New Zealand Post.
Fokker Friendship
De F27-500 Friendship VH-TQN wordt bij HARS gerestaureerd en weer teruggebracht in vliegende staat. De andere Friendship is de VH-EWH, die bij New Zealand Post vloog als ZK-PAX. Dit toestel zal worden gerestaureerd en daarna worden overgebracht naar de andere locatie van het HARS-museum. Dit bevindt zich bij Parkes Airport, zo’n 350 kilometer ten westen van Sydney.
Johan Henzen, vrijwilliger bij HARS, licht toe: ‘De verwachting is dat de TQN over ongeveer twee jaar weer zal vliegen. Mogelijk gaan we de cabine weer terug ombouwen en uitrusten met passagiersstoelen. Daarvoor is echter veel tijd en geld nodig. Als we passagiers willen meenemen voor bijvoorbeeld rondvluchten, kan dat bovendien niet zonder een aparte certificering.’
Wing walk
Publiekstrekker van het HARS-museum is ongetwijfeld een andere luchtvaarticoon: een Boeing 747. De VH-OJA “City of Canberra” is de eerste Boeing 747-400 van Qantas en werd in 2015 door Qantas gedoneerd aan het museum. Naast gewone rondleidingen door het toestel, kunnen bezoekers tegen betaling ook een “wing walk” doen. Gezekerd aan een veiligheidslijn kun je dan genieten van een fantastisch uitzicht!
Johan Henzen: ‘Onze Jumbo heeft twee records, de langste en de kortste afleveringsvluchten voor een 747. De vlucht van Sydney naar Shellharbour was de kortste met dertien minuten tussen de twee vliegvelden. Er zijn video’s op YouTube van de landing op Shellharbour.’ De “City of Canberra” werd bekend door de recordvlucht die zij bij aflevering aflegde. In augustus 1989 vloog de Boeing van Londen naar Sydney, non-stop in meer dan twintig uur. Door gebruik te maken van een speciale kerosine met hogere dichtheid, kon het toestel meer brandstof meenemen: voldoende voor de lange vlucht.
Wallaby Airlines
Een wat minder bekend iconisch vliegtuigtype van de Australische luchtmacht is de DHC-4 Caribou. De RAAF had dit transportvliegtuig meer dan veertig jaar in gebruik. De laatste Australische Caribous werden in 2009 buiten dienst gesteld. Een van de redenen waarom Australië zo lang met de Caribou vloog, zijn de “STOL”-eigenschappen (Short Take Off and Landing). De Caribou had aan een baanlengte van 200 á 220 meter genoeg om te landen en weer op te stijgen! Eind jaren zestig werd het toestel bekend onder de bijnaam “Wallaby Airlines”. De Australische luchtmacht nam in die periode deel aan de Vietnamoorlog, onder meer met een detachement Caribous. No.35 squadron (RAAF) dat met de Caribou in Vietnam opereerde, had een wallaby in het squadron-embleem. Met hun gedurfde inzetten, vaak niet zonder gevaar, maakten de Australische piloten grote indruk op de Amerikanen.
De bijnaam “Wallaby Airlines” werd synoniem voor de indrukwekkende prestaties van de Caribou. De HARS kon in 2011 twee DHC-4’s overnemen van de Australische luchtmacht. Beide toestellen vlogen eveneens bij de oorspronkelijke Wallaby Airlines in Vietnam. In 2013 ontving de HARS nog een waardevolle donatie: een grote hoeveelheid reserve-onderdelen voor de Caribou. Deze waren afkomstig van een bedrijf dat in opdracht van de RAAF het onderhoud van de Caribous verzorgde.
Vergelijking
Kijkend naar de indrukwekkende collectie toestellen van het museum, deels zelfs luchtwaardig, vallen de overeenkomsten én verschillen op met Nederlandse musea. Waardoor lukt het HARS wel om een Constellation, Catalina en meerdere Dakota’s in vliegende staat te houden? Met alleen een groot aantal enthousiaste vrijwilligers ben je er nog niet. Johan Henzen: ‘Ik heb gehoord dat het moeilijk is voor luchtvaartmusea in Nederland, en ook Europa. Wij zagen wat er gebeurd is met de Catalina, die helaas verkocht werd en nu in Amerika is. Zonder te weten welke regels gelden voor vliegende historische vliegtuigen in Europa, is het moeilijk een goede vergelijking te maken. Onze CASA (Civil Aviation Safety Authority) heeft verschillende categorieën, en voor elke categorie zijn andere regels van toepassing.’ Henzen erkent dat de regels in Australië minder streng lijken dan in Europa: ‘Wij zijn geen luchtvaartmaatschappij, dus zijn de regels wat soepeler om het zo te zeggen. Veel van onze vliegtuigen vallen onder het beleid van Australian Warbirds, die de regels in deze categorie onderhoudt voor CASA.’
Vliegen met historische vliegtuigen kost veel geld. Waar haalt de HARS het geld vandaan? Henzen: ‘Naast inkomsten via donaties heeft HARS ook goede sponsors die ons steunen. BlueScope Steel en Bendigo Bank zijn onze grootste sponsors. Wij worden gesponsord voor brandstof, afhankelijk van het vliegtuig. Een groot gedeelte van onze inkomsten is afkomstig van het bezoekende publiek. Het museum is 364 dagen per jaar geopend. De enige dag dat het gesloten is, is Eerste Kerstdag. We krijgen bezoekers van over de hele wereld, zelfs uit Nederland!’
With thanks to Jim Thurstan, Johan Henzen, Howard Mitchell and all others at HARS for their assistance in creating this article.