Precies vandaag, maar dan in 1974, stortte voor het eerst een Boeing 747 neer. Wereldwijd een grote schok, gezien het tot-dan-toe extreem positieve imago van de Vadsige-Volkeren-Verbinder.
Bij een tussenlanding in Kenya kwam het Lufthansa-toestel niet los van de baan, en brak in stukken. De piloten overleefden de crash vrijwel ongeschonden, en van de honderdvijftig passagiers konden er ook zeventig gewoon wegwandelen. Oorzaak was dat de ‘slats’ niet open stonden.
Even ter verduidelijking: ‘slats’ zijn smalle, luxaflex-achtig-gewelfde strips langs de voorzijde aan de vleugel. Ze buigen de inkomende luchtstroom een beetje naar beneden af, zodat de luchtmoleculen de bolle bovenkant van de vleugel makkelijker kunnen volgen.
Net als de flaps aan de achterkant zorgen slats ervoor dat de ontwerper van een vliegtuig een vleugel kan toepassen die snel en zuinig kan vliegen, maar toch ook met zeer lage snelheid kan landen en opstijgen.
Bij deze onfortuinlijke 747 waren die slats dus voor de start niet open gezet. Rampzalig, zeker op een high & hot airport. Allerlei lampjes en toeters hadden af moeten gaan om de crew te waarschuwen, maar dat was volgens de heren piloten niet het geval geweest. Zelfs het felle zonlicht kreeg even de schuld, in de rechtszaal. Er werd ook niet uitgesloten dat de mannen collectief zaten te jokken.
Lufthansa ontsloeg de piloten van de 747, maar moest ze later knarsetandend weer aannemen, omdat niet waterdicht te bewijzen was dat de waarschuwings-systemen goed gewerkt hadden.
Goof Bakker mijmert wat door over Jumbo’s en Jumbo-ongelukken in deze Jumbo-dedicated podcast.