Fokker Next Gen doet onderzoek naar de oprichting van een productielocatie voor waterstofvliegtuigen in Letland. Deze fabriek zou naast een assemblagelijn op Groningen Airport Eelde de tweede van het bedrijf worden.
Fokker Next Gen, de Nederlandse start-up die waterstofvliegtuigen wil gaan produceren is een brede samenwerking aangegaan in Letland. CEO Juriaan Kellermann van Fokker Next Gen heeft recentelijk drie overeenkomsten ondertekend: één met het Letse ministerie van economische zaken, een met de Liepaja Speciale Economische Zone (SEZ), en de derde met de Technische Universiteit van Riga (RTU).
Vanaf 2035 wil Fokker jaarlijks zo’n 150 nieuw te ontwikkelen toestellen produceren. De helft hiervan zou gemaakt moeten worden op Nederlandse bodem. Het bedrijf kijkt vooralsnog met name naar Eelde voor deze locatie. Voor de tweede helft van de productie zou Fokker nu dus Letland op het oog hebben. Fokker Next Gen heeft specifieke interesse getoond in de Liepaja Speciale Economische Zone (SEZ) aan de westkust van Letland, evenals het nabijgelegen vliegveld van Liepaja. Op Liepaja Airport zou mogelijk een tweede assemblagelijn voor waterstofvliegtuigen kunnen worden gevestigd. De SEZ is interessant door de reeds bestaande faciliteiten en de ligging. Ook wordt er in de buurt al geinvesteerd in groene energie en waterstof. ‘De directe zeeverbinding met Nederland en de verwachte nabijheid tot toekomstige waterstofproductiefaciliteiten zijn aanzienlijke voordelen’, aldus Kellermann.
Kenniscentrum
Naast een fabriek behoort de oprichting van een kenniscentrum op het gebied van grondafhandeling van waterstofvliegtuigen, luchthaveninfrastructuur en waterstofinfrastructuur tot de plannen. Volgens Fokker Next Gen beschikt de Universiteit van Riga al over aanzienlijke expertise op dit gebied. Met deze universiteit is dan ook een intentieverklaring getekend.