Airbus maakte maandag bekend dat haar dochteronderneming, Airbus Beluga Transport (AiBT), haar Air Operator Certificate (AOC) heeft ontvangen. De maatschappij zal zich met oude Beluga’s richten op chartervluchten voor ongebruikelijk grote vracht.
Het plan om verouderde BelugaST-vliegtuigen te verhuren aan derden bestaat al langer. De vliegtuigbouwer heeft voor haar eigen gebruik de BelugaXL, die gebaseerd is op een A330, in gebruik genomen. De op de oudere A300 gebaseerde BelugaST’s kunnen volgens Airbus nog jaren mee. De ST’s hebben gemiddeld 15.000 cycli gevlogen, terwijl ze ontworpen zijn voor 30.000 cycli.
Benoît Lemonnier, algemeen directeur van de nieuwe vrachtmaatschappij, is enthousiast over het verkrijgen van de AOC. ‘We hebben nu de vliegtuigen, we hebben de mensen, we hebben de faciliteiten en het certificaat. Nu kunnen we opdrachten uitvoeren als onze eigen luchtvaartmaatschappij’, aldus Benoît. AiBT beschikt momenteel over drie van de vijf BelugaST’s. De overige twee zijn nog onderdeel van de Airbus Transport International vloot. AiBT verwacht later dit jaar over vier toestellen te beschikken.
Nieuwe markt
Phillippe Sabo, die bij Airbus het overmaatse transport overziet, denkt dat het bedrijf met de Beluga een nieuwe markt kan aanboren. Ook verwacht hij dat de grote toestellen bij klanten voor nieuwe mogelijkheden zorgen. Eind 2021 werd een eerste test uitgevoerd, waarbij een Airbus-helikopter van het Franse Marignane naar Kobe in Japan werd gevlogen.