Een meerderheid in de Tweede Kamer is tegen de opening van Lelystad Airport voor commerciële luchtvaart. Een motie van de Partij voor de Dieren kreeg deze middag steun van GroenLinks-PvdA, NSC, D66, BBB, CDA, SP, ChristenUnie en Volt.
Een motie van de Partij voor de Dieren (PvdD), die door een meerderheid is aangenomen, roept het kabinet op met een plan te komen om Lelystad Airport niet meer beschikbaar te stellen voor commerciële vluchten. De partijen zijn van mening dat het niet langer verantwoord is om op Lelystad burgerluchtvaart te laten plaatsvinden. Klimaatoverwegingen, volksgezondheid en de beperkte beschikbaarheid van stikstofruimte zijn de voornaamste beweegredenen van de Kamer om zich uit te spreken tegen het vliegveld.
Weinig steun
Sinds de verkiezingen was het al duidelijk dat de opening van Lelystad Airport in politiek Den Haag op weinig steun meer kan rekenen. Zodra een blik wordt geworpen op de verkiezingsprogramma’s wordt duidelijk dat de VVD de enige partij is die Lelystad Airport wil uitbreiden. Waar eerst de meeste partijen nog openstonden voor de opening van de polderluchthaven, is dat nu het omgekeerde. Andere partijen spreken niet specifiek over de uitbreiding van Lelystad, maar willen wel (groei)ruimte geven aan Schiphol. Als het verzet tegen de opening blijft groeien heeft dat grote economische gevolgen, stellen zowel de gemeente Lelystad als lokale ondernemers.
Economische sof
Dat afzien van de opening een serieus geldelijk verlies zal betekenen moge duidelijk zijn. Er is de afgelopen jaren meer dan 200 miljoen euro geïnvesteerd in het gereedmaken van Lelystad Airport voor commerciële luchtvaart. Ook voor de werkgelegenheid in de provincie Flevoland en de capaciteitsproblematiek op Schiphol zal een definitief besluit in deze richting geen goed nieuws betekenen. De motie van de PvdD lijkt wel oog te hebben voor de lokale economische gevolgen. Het roept het kabinet namelijk ook op om samen met lokale autoriteiten en inwoners alternatieve plannen te ontwikkelen voor ‘een maatschappelijke investering’ in de regio