Austrian Airlines gaat weer vliegen met propellervliegtuigen. Bijna drie jaar nadat de laatste vlucht met een turboprop werd uitgevoerd door de maatschappij kan er weer gevlogen worden met twee ATR’s.
Op 31 mei 2021 was het voorbij: Austrian Airlines voerde de laatste vlucht uit met een propellervliegtuig. De De Havilland Canada Dash 8 werd uit de vloot gehaald. Met de vlucht van Innsbruck naar Wenen kwam er een einde aan een geschiedenis van 41 jaar vliegen met propellers. Sindsdien vlogen alleen nog maar jets voor de Oostenrijkse dochteronderneming van Lufthansa. Nu verandert dat weer. Binnenkort zijn er weer turboprops actief op sommige routes. De toestellen zijn geen eigendom van Austrian Airlines maar van de Zweedse regionale luchtvaartmaatschappij Braathens. Twee ATR 72-600’s zullen vanaf de zomerregeling, die eind maart begint, voor Austrian Airlines gaan vliegen.
Rustige routes
De ATR 72’s met 72 zitplaatsen zullen op sommige routes de Embraer E195-regionale jets met 120 zitplaatsen vervangen. ‘Op sommige regionale routes is de vraag na de pandemie niet volledig teruggekeerd’, legt de operationeel directeur van Austrian Airlines, Michael Trestl, uit. ‘Om deze routes in de toekomst ook met Wenen te kunnen blijven verbinden, hebben we aangepaste capaciteitsstructuren nodig.’ De vliegtuigen zullen onder andere van Wenen naar Belgrado, Bologna, Graz, Klagenfurt, Kosice, Leipzig, Warschau en Zagreb vliegen. Op sommige routes zal de ATR de Embraer-jets slechts gedeeltelijk vervangen, maar op drie routes zullen in de zomer alleen nog maar de propellervliegtuigen actief zijn. Aan boord zullen zowel business- als economy-class stoelen aangeboden.