Door de vliegtuigindustrie wordt gewerkt aan vliegtuigen die bestuurd kunnen worden door één piloot. Of dat wel veilig kan, is voorlopig een grote vraag. Stel dat die ene piloot onwel wordt, of depressief is en zelfmoord wil plegen, zoals in 2015 gebeurde met een vlucht van Germanwings?
Jaren geleden, op een vlucht van Caracas naar Lima in een DC-8 van VIASA, had ik daar al eens door de omstandigheden aan boord, over nagedacht. De maaltijdservice was afgelopen en we vlogen ‘s nachts over de vulkanen van Zuid-Amerika naar onze bestemming. Ik lag uitgestrekt over drie stoelen na te denken over de voorgaande dagen die we hadden doorgebracht op Curaçao.
Zonder iets gereserveerd te hebben – we vlogen met een IPB-ticket – waren we in Amsterdam op de directe vlucht naar Curaçao gestapt en hadden op vliegveld Hato gestaan zonder vervoer naar een hotel te kunnen regelen. Er stonden geen taxi ‘s voor de aankomsthal en het zag er daarom zorgelijk voor ons uit, totdat een auto voor ons stopte en de man achter het stuur ons vroeg of we ergens heen wilden? We legden ons probleem aan hem uit, waarop hij aanbood ons naar een hotel in Willemstad te brengen. Zo gezegd, zo gedaan. Hij was werkelijk alleraardigst, zette ons af bij een hotelletje in Punda en nodigde ons uit de volgende dag met hem een toertje te maken, want hij wilde ons het echte Curaçao laten zien.
Het hotel was goedkoop en dat had zo zijn nadelen. Geen airconditioning, maar een ouderwetse ventilator aan het plafond. Over de badkamerfaciliteiten zal ik het kort houden, want die waren beneden peil. Iets met verstopping en overstromingen. Misschien nog steeds wel!
Onze nieuwe vriend had woord gehouden en reed ons de volgende dag over ‘zijn’ eiland. Hij wees ons de plaatsen aan waar het belangrijkste Curaçaose gebeuren plaatsvond en nam ons mee naar de bar waar je de beste whisky kon drinken. Ook belandden we in een plaatselijk restaurant waar typisch lokale gerechten op het menu stonden.
De volgende avond waren we op een feest waarvoor we waren uitgenodigd door een vriend van mijn zwager, die op het eiland hoofdonderwijzer was geworden na zijn afstuderen op een Nederlandse Kweekschool (tegenwoordig Pabo geheten). We arriveerden bij een zwaar bewaakt huis, want – zo vertelden ze ons – dat was hard nodig.
Een steelband verzorgde de muziek tijdens de luxe BBQ en een lokale man onderwees me hoe te dansen op het Latijns-Amerikaanse ritme. De altijd aanwezige harde wind, de verwaaide klanken van de muziek, de geur van de frangipanibloemen: dat alles liet een onvergetelijke indruk na.
Deze ochtend hadden we echter bij nacht en ontij op moeten staan, want onze vlucht van Curaçao naar Lima met een overstap in Caracas zou vroeg vertrekken. Onze vriend zou ons om half acht komen ophalen, dus maakten we om 07.00 uur onze opwachting in de ontbijtzaal van het hotel. Er was niemand te bekennen, maar alle tafeltjes waren keurig gedekt. We wisten dat er een Chinese delegatie die ochtend uit het hotel zou vertrekken, dus namen we aan dat het voor hen was. We keken in de keuken, geen personeel te zien maar wel machines vol met versgebrouwen koffie en diverse mandjes met toast. We namen de toast en koffie mee naar een tafeltje, gebruikten de klaargezette boter en marmelade. Toen het tijd was om te vertrekken hadden we nog steeds geen hond gezien, dus vertrokken we onopgemerkt.
Na de hele dag op het vliegveld van Caracas gewacht te hebben op onze vlucht naar Lima, konden we dan toch eindelijk, bij het vallen van de avond, vertrekken. Ik had een paar uur geslapen en was wakker geworden met een vreselijke dorst. Ik keek om me heen maar het was werkelijk pikdonker. Nergens brandde een lichtje. Omdat ik als IPB’er niet wilde bellen, stond ik op en liep op de tast naar de pantry achterin het vliegtuig. Toen ik daar aankwam was er niemand die de wacht hield. Hoewel ik natuurlijk best op de hoogte was waar de drankjes zich bevonden, vond ik het ongepast om die dan zelf maar te pakken.
De beste oplossing was naar voren lopen en iets te drinken te vragen bij de bemanning aldaar. Door het donker zocht ik me een weg daarheen, al struikelend over uitstekende armen en benen in het gangpad. De voorste pantry was eveneens onbemand. De gedachte kwam bij me op dat ik nu gewoon zou kunnen doorlopen naar de cockpit, maar stel je voor dat ik, als ik daar de deur opendeed, alleen maar lege stoelen zou zien? Wat een griezelig idee! Het leek mij daarom het beste mij weer naar achteren te werken en mijn glas water maar zelf te pakken. Eenmaal daar, stond er een andere dorstige passagier verweesd naar een lege pantry te kijken. Kordaat opende ik de drankcontainer, pakte een paar glazen en schonk ons wat in.
Zo stonden we in de pantry, en toen andere passagiers langs kwamen die iets te drinken wilden hebben schonk ik dat ook maar in. Ik legde wel uit dat ik een KLM-stewardess was die, hoewel ik niet in uniform was, regelmatig samenwerkte met VIASA-bemanningen, zoals ik dat trouwens ook had gedaan op vluchten met de PAL en Garuda. Ik zat er niet eens zo ver naast, maar ik had geen zin om de details betreffende de samenwerkingsverbanden tussen de verschillende maatschappijen nader toe te lichten. Gelukkig realiseerden de passagiers zich niet dat er misschien wel helemaal geen crew meer aan boord was en dat we in cirkeltjes boven de Andes zouden vliegen tot de brandstof op was.
Wie het toestel later geland heeft weet ik niet, maar we zijn uiteindelijk toch veilig aangekomen op het vliegveld van Lima, waar het volgende avontuur op ons te wachten stond.
Eindelijk terug: schaalmodel van de gloednieuwe Transavia A321neo
Nu te pre-orderen in de webshop! Let op: limited edition.