Ze leerden elkaar kennen tijdens hun opleiding aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA), vonden allebei een baan binnen de luchtvaart, wonen alweer acht jaar samen, fotograferen en filmen er stevig op los én proberen aan boord te komen van zoveel mogelijk verschillende types vliegtuigen. Voor trouwe bezoekers van de Amsterdam Aviation Collectors Fair zijn Lars Smithuis en Marieke Hoiting een bekende verschijning.
Toen zijn opa hem een keer meenam naar het Aviodrome maakte de liefde van Lars voor treinen en spoorwegen algauw plaats voor vliegtuigen en luchthavens. ‘De vonk sloeg direct over, want wat is er mooier dan de techniek van vliegtuigen? Hoe meer je je erin verdiept, hoe leuker het wordt.’ Er volgden niet alleen bezoekjes aan Schiphol, ook ging Lars er van alles over lezen, begon hij met het in elkaar knutselen van schaalmodellen en sloeg hij aan het tekenen. Hij droomde ervan luchtmachtpiloot te worden, maar viel twee keer af tijdens de selectie. Hetzelfde overkwam Marieke met haar aanmelding voor de selectie van luchtverkeersleider. ‘Mijn vader was sponsor van het Aviodrome’, vertelt ze. ‘Omdat hij als vrachtwagenchauffeur het landingsgestel van de PH-BUK ging vervoeren, mocht ik mee naar Schiphol Oost. Bij het neuswiel van die gigantische 747 werd ik door het luchtvaartvirus aangestoken.’ Eenmaal studerend aan de Aviation Academy, afstudeerrichting Operations, kwam ze Lars, die Engineering had gekozen, tegen bij excursies. Sinds kort heeft ze een baan als Sales Executive bij Zeusch Aviation. Lars kwam acht jaar geleden bij Menzies Aviation in dienst. Daar klom hij op van platform-/bagagemedewerker naar Senior Ramp Agent.
Het vliegtuig als vuilnisemmer
Tijdens zijn opleiding ging Lars op zoek naar een bijbaantje op Schiphol. Hij kwam bij de schoonmaak terecht. Zijn blikken zijn vol onbegrip als hij vertelt: ‘Er zijn mensen die het vliegtuig als vuilnisemmer gebruiken. Op hun uitklaptafeltje verschonen ze een baby, proppen vervolgens de luier onder hun stoel en laten het doodleuk voor wat het is als ze van boord gaan, zó smerig. Ik heb er een jaar gewerkt, het was het langste jaar van mijn leven. Ik heb niets dan bewondering voor de mensen die dat vuile werk doen.’ Via medestudenten kwam hij bij de grondafhandeling binnen waar hij begon met het laden en lossen van vliegtuigen. Nu is hij verantwoordelijk voor alles wat te maken heeft met veilig aankomen en wegsturen. ‘Als ik tijdens de walk around iets zie wat niet zo hoort te zijn, contact ik altijd met de captain. “Loop even mee, kijk zelf even”, zeg ik dan. Dat wordt altijd enorm gewaardeerd.’
Helemaal niet vervelend: een 757 verslepen
Met een brede lach vervolgt hij: ‘Inmiddels ben ik bevoegd om een pushbacktruck te besturen. Het moment waarop een captain tegen me zegt: “She’s all yours”… Gelukkiger kan je me niet krijgen. Met zo’n groot vliegtuig achter je aan rondrijden op het banennetwerk van Schiphol, dat is een enorme verantwoordelijkheid met 180 mensen aan boord en ruim twee ton brandstof in de tanks. Zodra er ook maar iets fout gaat haal je meteen het luchtvaartnieuws. Luchtvaart is zo ontzettend veilig en gereguleerd dat het al heel gauw een dingetje is als zich iets voordoet, het ligt meteen onder een vergrootglas.’ Lars glundert als hij zegt: ‘Een 757 verslepen vind ik echt helemaal niet vervelend.’ Maar het zijn vooral Boeing 737’s, Airbus A320/321’s en Embraers waarmee hij in zijn werk te maken krijgt.
MD-11 gemist
‘Eigenlijk zijn wij allebei een beetje te laat geboren’, meent Marieke. ‘De hoogtijdagen van de luchtvaart, toen de propellervliegtuigen werden opgevolgd door de jets, hebben wij niet meegemaakt. Vroeger waren er heel veel vliegtuigbouwers, nu zijn het er nog maar een paar.’ Lars begint meteen met het opsommen van vliegtuigtypes waarin het in Europa en soms zelfs wereldwijd niet meer mogelijk is als passagier mee te vliegen: ‘De DC-9-serie, de DC-10 en MD-11, de AvroRJ100, de Fokker 70 en -100.’ Van een Bac One-Eleven heeft hij totaal geen beeld, evenmin van een Caravelle. Enige spijt klinkt door in zijn stem als hij zegt: ‘De MD-11 hebben we gemist, geen enkele reguliere vlucht meegemaakt en ook met de Farewell flights zaten we niet aan boord. Toen de laatste exemplaren werden uitgezwaaid realiseerden we ons dat er zowel binnen als buiten Europa heel veel oudere types vliegtuigen op korte termijn zouden worden uitgefaseerd. Vanaf dat moment is het tellertje bij ons gaan lopen om nog zoveel mogelijk jets en een aantal (turbo)props uit vorige generaties van binnen te bekijken en hun motorgeluid te horen.’
MD-80-serie bijna compleet
In 2018 plande het stel een reis naar Amerika. ‘We wilden de KLM-747 niet ook nog eens missen’, zegt Lars. ‘Dus vlogen we heen met de 747 in full pax-configuratie en terug met de Combi. Het originele plan was om in Amerika ook nog even een vlucht te maken met een MD-80 Mad Dog van American Airlines, zo’n mooie zilveren nog. Kregen we toch een mailtje van American dat het type vliegtuig was veranderd in een CRJ900: de MD-80 was van de route gehaald. Toen we later lazen dat het type in september 2019 de vloot zou verlaten keken we elkaar aan en prompt viel onze beslissing: gauw terug naar de Verenigde Staten. Het werd een intensieve vakantie met vluchten bij American en Delta met de MD-83, MD-88, MD-90 en het laatste type uit deze serie, de MD-95 die uiteindelijk door Boeing gebouwd werd en daarom Boeing 717 kwam te heten. Dat ons dit was gelukt bleek achteraf maar goed ook, want de 88’s en 90’s die tot 2023 bij Delta zouden doorvliegen werden tijdens de coronapandemie vervroegd aan de kant gezet. Omdat we de MD-82 nog misten grepen we in 2023 de kans bij European Air Charter, MD-80-serie bijna compleet. We missen de -81 en -87 nog. Voor die eerste moet je naar Venezuela, die tweede is commercieel niet meer te doen. Geen makkelijke queeste dus.’
Een treintje van vijf jumbolino’s
De AVRO RJ-85 konden ze in 2018 al afvinken, maar de RJ-100 nog niet. Lars: ‘Het was begin corona en iedereen raadde ons af de inmiddels al geboekte Zweedse vliegreis nog door te zetten. Tegen dovemansoren! Als vrij Nederlander vertrokken we vanaf een uitgestorven Utrecht Centraal Station naar Eindhoven van waaraf we met een 73 van Transavia naar Stockholm vlogen. Eenmaal daar bereikte ons algauw het nieuws dat Nederland in lockdown was. Oké, zeiden we tegen elkaar, dat is een probleem voor later, we zijn nu even hier. Toen we de volgende ochtend aan het ontbijt zaten stond er geen enkele RJ-100 op Stockholm. Knap chagrijnig constateerden we dat het wel een ATR of zo zou worden. Uiteraard hielden we Flightradar in de gaten en jawel, daar zagen we op Malmö een RJ-100 oppoppen. Dat moest hem zijn! Het werd een heel leuke vlucht, met acht man aan boord. Na afloop nog even met de flight crew gepraat, de verwachting was dat de RJ-100 er met een week of vier uit zou gaan. De terugvlucht was gecanceld, maar wij moesten hoe dan ook terug naar Stockholm, niet alleen omdat daar ons hotel was met onze spullen, ook omdat een dag later daar vandaan onze vlucht met een Fokker 50 zou plaatsvinden. Uiteindelijk vloog een ATR72 ons terug. Na aankomst in Sundsvall met het BRA-Fokkertje zag ik op Flightradar een treintje van vijf Jumbolino’s op weg naar Norwich. Een dag na onze vlucht, de op één na laatste commerciële vlucht met de BRA-RJ-100, was het in Europa over en uit met dit vliegtuigtype.’
Al die aviation goodness helemaal voor jezelf!
Hun derde reis naar de Verenigde Staten hield een bezoek in aan de Aerospace Valley Air Show. Lars: ‘De NASA zou ook van de partij zijn, dus grote kans de Boeing 747SP SOFIA daar was te zien. We wilden erheen. Daarvoor moesten we een portfolio aanleveren. Met onze website LAMA-Aviation, waarvan de naam niet gebaseerd is op dat spugende dier maar op de twee eerste letters van onze voornamen, was dat zo moeilijk niet. We zaten in Finland op de luchthaven van Pori te wachten op onze vlucht met een Embraer 120, toen er een mailtje binnenkwam: gefeliciteerd, twee passen voor het hele weekend. We keken elkaar aan en zeiden: nu móeten we wel gaan. Dankzij die passen konden we het terrein op voordat het general public zich aandiende. Dat bleek al vanaf vijf uur ’s ochtends te kunnen waarmee je al die aviation goodness helemaal voor jezelf had! Geweldig, de 747SP SOFIA, de laatst vliegende Lockheed L-1011 Tristar ‘Stargazer’, een KC-10 Extender, een SR-71 Blackbird, een B1-B Lancer, een NASA Gulfstream 3, een Mustang, en dat allemaal in een gouden gloed van de opkomende zon!’ De SOFIA was opengesteld, de Tristar niet. Marieke: ‘Wij tegen de man die erbij stond: “Wel jammer hè, dat ie dicht is.” Wij bekogelden hem met vragen over de systemen van die machine. “Jullie zijn toch van de pers?”, vroeg hij, wijzend naar onze fotopassen. Nee dus. “Jawel, zei hij, jullie zijn van de pers. Follow me.” Met z’n tweeën konden we via een oude galley naar boven klimmen, die L-1011 in, zo bizar.’
Aircraftcartoons
Toen ze elkaar leerden kennen was Marieke helemaal niet van de airshows. ‘Ik gaf niets om dat militaire spul’, zegt ze. ‘Maar Lars kwam elke keer zo enthousiast thuis, dat ik dacht: mis ik iets?’ Lachend merkt hij op dat ze nu zowel straaljagers als gevechtshelikopters makkelijk kan herkennen. Hij ‘sleepte’ haar ook mee naar de Polderbaan, waar ze nog nooit eerder was geweest. ‘Toen er een filmcamera kwam kreeg ik de fotocamera in mijn handen gedrukt. Dat is onze rolverdeling geworden’, vertelt Marieke. Tijdens corona kwamen ze tot de conclusie dat ze wel heel veel beeldmateriaal hadden. ‘Onze computer was er verschrikkelijk traag door geworden. Een vriend raadde ons aan een YouTube-kanaal op te richten en met Instagram te beginnen. Algauw ontstond het idee onze reisverhalen dan ook maar op een website te zetten.’ Op die site zijn ook een aantal aircraftcartoons te vinden. Aan de hand van grote cartoonisten zoals Ton van Andel kwam Lars al vele jaren eerder op dat idee: ‘Ik vond het grappig aan de hand daarvan wat te experimenteren. Over het resultaat kon ik lekker sparren met mijn opa, die zelf schilderde. Het leek me wel wat de dimensies van een vliegtuig zodanig aan te passen dat het grappig uitpakt zonder dat het kinderachtig wordt. Je moet ook in één keer kunnen zien wat het is.’ Lars begon met een 737 en een F16, maar zijn 747’s, DC-10’s en MD-11’s zijn inmiddels bij velen bekend. ‘Het probleem voor eigen commerciële verkoop is dat je met logo’s van andere bedrijven bezig bent. Met CargoLux werken we nu samen voor interne merchandise, maar vooralsnog ook geen commerciële verkoop. Ik wil mijn eigen ontwerp van de vliegtuigjes als zodanig niet verkopen.’
Een leuke investering
Lars nam Marieke ook mee naar de Aviation Megastore. ‘Heel mooi, die metalen modellen, maar ook heel duur. Nu zijn wij daar kind aan huis maar in onze studententijd konden we ons de uitgaven voor van die mooie metalen modellen helemaal niet permitteren. Dus gingen we maar eens op Marktplaats kijken, daar kom je echt van alles tegen’, zegt ze, wijzend naar de salontafel die van een Fokker F28 inlet cowling is gemaakt. Onder het glas een door Lars zelfontworpen vliegveld, schaal 1/400. ‘Ook veilingsites blijken interessant, met aanbiedingen van wel tweehonderd modellen tegelijk. Zit er iets leuks bij dan houden we het, de rest verkopen we. Sommige plastic modellen zijn echt zo geel als de nacht. Ook zijn er die zo incompleet zijn dat we ze weggooien. Maar je weet nooit waarom iemand iets koopt. We hadden twee 747’s van British Airways, dat was nog net te zien aan de blauwe verf aan de onderkant. Voor vijf euro per stuk gingen ze toch weg. Het opkopen van hele collecties is een leuke investering, maar de kans dat we er zelf nog een model aan overhouden wordt steeds kleiner: het is heel specifiek wat we nog willen toevoegen. Wat we aan de verkoop overhouden gaat nu in de pot voor spottersevenementen en vliegtickets. Ons eerstvolgende doel is Zuid-Amerika waar we onder andere aan boord willen gaan van een Fokker F28 van Lineas Aereas Del Estado.