Egyptair maakte eerder dit jaar bekend haar Airbus A220’s te verkopen aan een leasemaatschappij. Door de uitspraak van de CEO van de airline is er nu verwarring ontstaan over de deal.
In februari kondigde de Amerikaanse leasemaatschappij Azorra Aviation aan dat zij de twaalf Airbus A220-300’s van Egyptair kocht. Het zijn volgens het bedrijf ‘jonge, goed onderhouden vliegtuigen met Pratt & Whitney-motoren die onlangs zijn gereviseerd’. De uitspraak van Yehia Zakaria, CEO van Egyptair, komt daarentegen niet overeen met de aankondiging van Azorra. De topman gaf in een televisie-interview aan dat de machines aan een Russische luchtvaartmaatschappij zijn verkocht.
Volgens Zakaria wordt het eerste exemplaar volgende maand aan Azur Air overhandigd. De rest zou geleidelijk worden geleverd tot maart 2025. Azorra geeft aan dat de uitspraak niet klopt. ‘We hebben een koopovereenkomst gesloten met Egyptair voor de overname van alle twaalf A220’s’, stelt John Evans, oprichter en CEO van Azorra. Hij denkt dat de namen per ongeluk door elkaar zijn gehaald tijdens het interview.
Problemen
Egyptair nam pas in 2019 voor het eerst een A220 in ontvangst. Dat de toestellen nu alweer zijn verkocht is volgens Zakaria te wijten aan het feit dat het type niet geschikt is voor het klimaat in Afrika. Ook stond de A220-vloot vaak aan de grond door de aanhoudende problemen met Pratt & Whitney-motoren. Door de beperkte reparatiecapaciteit bij P&W is het vooralsnog onduidelijk wanneer de situatie volledig is opgelost. Volgens airBaltic lijkt het tekort aan P&W-motoren in elk geval langzaam af te nemen.