Een fotootje op een tafeltje in de “mooie kamer” in het huis waar zijn moeder werkte, trok zijn aandacht: er stond een jonge man op bij een vliegtuigpoot van het onderstel van een B-25 Mitchell. Toen Frank Venus, op dat moment zelf nog een kind, vroeg wie die meneer was, ontging hem de emotie niet in het antwoord dat volgde. Zijn interesse in geschiedenis, en dan vooral die van de luchtvaart, zorgde ervoor dat hij later onderzoek naar de jonge man deed. Inmiddels geeft hij luchtvaartboeken uit.
Zoals zoveel jongens ging Frank aan de gang met bouwdoosjes om ‘vliegtuigen te bakken’, zo noemt hij dat. Hij las niet alleen de stripverhalen van Buck Danny maar leende ook geschiedenisboekjes bij de bieb en verzamelde zelf ook een groot aantal boeken. Toch kwam het er niet van beroepsmatig iets met zijn passie te doen: als enig kind van ouders met een sloopbedrijf werd hij ‘vrijwillig verplicht aangewezen’ dit over te nemen. ‘Ik begon als “kruiwagenmachinist” en klom uiteindelijk op tot directeur’, vertelt hij. ‘Overdag werkte ik in de sloop en in de avonduren volgde ik opleidingen. Een van de meest tot de verbeelding sprekende specialismen was de opleiding tot springmeester. In die periode ontmoette ik Rinus van Santen en Danny Jowenko waarmee ik de nodige gebouwen en bouwwerken heb gesprongen, waaronder in Zeeland delen van de Atlantikwall, en dat uitgerekend op het moment toen een groep Engelse oud-vliegers de Duitse bunkers kwam bekijken.’ Met enige spijt in zijn stem antwoordt hij desgevraagd: ‘Nee, bij AELS ben ik nooit geweest om vliegtuigen te knippen en wat ervan rest af te voeren.’ Inmiddels is zijn zaak in handen van een ander en neemt Frank geen enkel bouwsel nog ‘te grazen’.
320 Squadron
Tijdens een luchtvaartbeurs in het Militair Luchtvaart Museum ergens in de negentiger jaren, ontmoette hij Thijs Postma. ‘Er kwam van alles van’, zegt Frank, ‘waaronder een opdracht tot het maken van gouaches en de financiering door mij van het blad Luchtvaartwereld. Al met al brachten we achttien nummers uit. Tijdens de redactievergaderingen ontmoette ik allerlei schrijvers van luchtvaartartikelen met bijzonder veel kennis van de geschiedenis van de luchtvaart. Ik vond het bijzonder dat al die informatie alleen maar beschikbaar was voor een eigen achterban in de vorm van een “eigen knip- en plakboek’, zoals Jan Kloos het noemde. Omdat geen van die mannen bij een uitgever zat en ik wilde dat al die kennis aan een groot publiek beschikbaar werd gesteld, begon ik een eigen uitgeverij: Uitgeverij Geromy B.V., naar mijn zoon vernoemd. De eerste uitgaven bestonden uit een boekje van Dick van Rijn en een kalender 2000, met gouaches van Thijs Postma.’ En daarna, het kon niet uitblijven: ‘Een boek over het 320 Squadron, het squadron waarbij Rudy Langendam, die man op die foto op het tafeltje in die mooie kamer, had gevlogen. Hij was daar een van de boordschutters.’
Het verhaal over de gecrashte Engelandvaarder volgt meteen: ‘Ik was intussen bekend met Hans van der Kop, een schrijver en oud-marinevlieger die bij het 320 Squadron had gevlogen. Van hem hoorde ik dat Rudy in de avond van 18 augustus 1944 vanaf het Engelse vliegveld Dunsfold meedeed aan een missie om een stel Duitse geschutstellingen in de Zak van Falaise in Normandië te bombarderen. Van de zeven machines die die kant opgingen, wierpen de eerste drie lichtfakkels af. Met behulp van dat licht konden de bommenrichters in de andere vier het werk afmaken. Het Duitse luchtafweergeschut, de Flak, opende het vuur op de vier Mitchells die in formatie achter elkaar vlogen. Terwijl de eerste drie erin slaagden op tijd weg te wezen na hun portie bommen te hebben gedropt, werd de laatste geraakt. De Mitchell FW 258-G stortte neer bij Acqueville. Geen van de inzittenden overleefde de crash en één van hen was dus Rudy Langendam. Onder de indruk van dit verhaal vroeg ik Hans waarom er geen gedegen boek bestond over het 320 Squadron. Hij attendeerde mij op Nico Geldhof, met wie algauw een samenwerking ontstond. Het bleef niet bij één boek, het resulteerde in een 3-delige serie, vormgegeven door Luuk Boerman. Daarbij stond Rudy Langendam welbeschouwd aan de basis.’
Missie
Een populaire nog steeds groeiende serie die Geromy B.V. uitgeeft, gaat over de diverse Nederlandse vliegbases. ‘Over Deelen is in de maak, zowel Twenthe als Volkel zijn uitverkocht, Eindhoven is nog te koop’, zegt Frank. ‘Inmiddels laat ik van een titel geen 1500 exemplaren meer drukken zoals destijds van de eerste en inmiddels ga ik ook niet meer voor 1000. Mijn oplages bestaan nu uit 500 stuks. Ik heb er liever 10 te kort dan 100 te veel. Dat geeft een bepaalde gretigheid bij het publiek, als je het wilt hebben moet je snel zijn. Er zijn nu 35 titels uitgegeven. Daarbij ga ik voor kwaliteit en service. Een loper ben ik niet, als iemand zijn werk goed doet, ga ik niet switchen. Voor het drukwerk werk ik dus al jaren samen met dezelfde persoon. Als een schrijver met een onderwerp komt, dan word ik enthousiast, of niet. Wat voor mij vooral telt is dat de mens die op de een of andere manier iets heeft met luchtvaart, centraal staat in het verhaal. Dat raakt veel meer dan alleen maar over een vliegtuig te schrijven dat een cyclus doorloopt van ontwerp naar gebruik en van gebruik naar sloop of crash.’
Frank werkt met verschillende vormgevers en alles gaat in overleg: ‘Uitgangspunt is dat we er allemaal blij van worden. Alle partijen moeten uiteraard openstaan voor feedback maar het mag niet zo zijn dat een schrijver het boek gaat vormgeven en de vormgever de tekst gaat herschrijven.’ Enige haast voelt hij wel: ‘Heel veel historie van de luchtvaart zit in hoofden van mensen die inmiddels flink op leeftijd zijn. Ik vind het mooi als ik een steentje kan bijdragen om de luchtvaarthistorie zoveel mogelijk vast te leggen en dat vanuit verschillende invalshoeken. Dus niet alleen als vlieger, boord- of grondwerktuigkundige, ook als schilder, fotograaf, spotter, noem maar op.’
160 vliegtuigen rijker
‘Een van mijn lievelingsboeken gaat over de interneringen van vliegtuigen in de Eerste Wereldoorlog’, vervolgt Frank. ‘Die oorlog was booming voor de luchtvaart. Nederland was toen neutraal. Een van de regels was dat toestellen die op Nederlands grondgebied of in de Nederlandse territoriale wateren terechtkwamen, niet meer weg mochten. De regering ging over tot internering van vliegtuigen en bemanningen zodat zij niet meer konden deelnemen aan de oorlog. De officieren moesten beloven dat ze niet zouden vluchten en werden in een hotel gezet, terwijl de bemanningsleden in een kamp moesten verblijven. Aan het eind van deze oorlog waren we dus 160 vliegtuigen rijker. Een groot deel daarvan was neergestreken in Cadzand. Vanwege het enorme aantal werd dat wel de Fabriek van Cadzand genoemd. Al die machines werden daar gedemonteerd, naar Soesterberg gebracht en daar weer in elkaar gezet. Een deel is door Nederland gekocht, een ander deel is teruggeleverd en dat werd een hele handel. Daarbij was het oppassen geblazen dat de neutraliteit gewaarborgd bleef. Echt een heel interessante tijd, het begin van de geschiedenis van onze militaire luchtvaart. Want in de periode daarvoor, zeg ik altijd gekscherend, waren we enkel een gehuurd vliegtuig rijk, de “Brik” van Marinus van Meel.’
Een enorme verzameling
Behalve boeken en die ene kalender heeft Geromy B.V. ook bouwmodellen uitgegeven van minder gangbare vliegtuigtypes zoals de Douglas 8A, de S14 Mach Trainer en de Fokker C.V., C.X en T.V, gegoten modellen van resin kunsthars op een schaal van 1:48. ‘Maar ook 1:200-modellen, allemaal van Fokker-vliegtuigen: de F27, de G.I en de D.XXI,’ voegt Frank eraan toe. ‘Vooral in Engeland waren die gewild. Een Tsjech maakte de mallen voor € 1.500, dat is echt niet duur voor het door hem geleverde vakwerk.’ Die opmerking vormt meteen een mooi bruggetje naar een ander onderwerp. Want naast een enorme verzameling modelvliegtuigen bezit Frank enkele grote boekenkasten stampvol luchtvaartboeken en schilderwerken van Thijs Postma en Lam van ’t Hof. ‘Bij mensen zoals ik, die van alles in relatie met hun passie verzameld hebben, doet zich vroeg of laat de vraag voor: “Wat moet ermee als ik er niet meer ben?” Voor ons heeft het waarde en we willen graag de waarde terug hebben die we er destijds voor hebben gegeven. Maar zet een van je modellen eens op Marktplaats, dan wordt het ineens een heel ander verhaal. Je kunt elke religie aanhangen die je wilt, maar je gaat op een gegeven moment dood en dan kan je niets meer met je spullen doen. Ik zeg maar zo: geniet in je leven van je verzameling en maak je geen zorgen over wat na mij. Denk je echt dat je iets bijzonders hebt dat uniek is, zorg dan dat het beschreven is, zodat je nabestaanden weten wat ze ermee kunnen doen. Maar maak er vooral geen hoofdtaak van dat het moet worden omgezet in geld.’
Niet oordelen
Hetzelfde relativeringsvermogen past Frank toe als het om de door hem uitgebrachte boeken over luchtvaart gaat: ‘Al blijven er van de 1000 maar 5 over, dan is het er toch. Het gaat er maar om dat de geschiedenis erin beschikbaar blijft. Door wat ik inmiddels aan verhalen heb gelezen kan ik dingen veel beter begrijpen en plaatsen, menig verhaal vormt de basis voor een levensles voor jezelf. Dat het allemaal niet zo eenvoudig en zwart-wit is als we toch vaak geneigd zijn te denken. Neem toch maar weer Rudy Langendam. Niets is onnatuurlijker dan vanuit veiligheid onder zo’n glazen koepel te gaan zitten met de weet dat je later wellicht overal metaalscherven doorheen ziet rammen. Op het moment dat je naar de situatie toegaat zegt je hele lichaam: “Nee, nee, nee, dit wil ik niet.” Maar zit je eenmaal in die situatie, dan ga je in de actie, zonder er verder nog over na te denken. In elk geval, dat heeft Rudy gedaan.’
‘Jack Bowman heeft dat prachtig beschreven. En terwijl ik dat lees, is er het besef dat ik buiten die geschiedenis sta, dat ik toeschouwer ben en niet weet hoe ik gehandeld zou hebben als ik zelf in die geschiedenis van toen betrokken was geweest. Ik weet niet of ik een Engelandvaarder zou zijn geweest. Op het moment dat je ergens middenin zit, ja, wat ben je dan? Ik weet niet of ik dan een held ben, een lafaard, een moordenaar of een levensredder, en dat weet jij ook niet van jezelf. Dus oordeel niet over een ander. Geschiedenis is om van te leren’, filosofeert Frank verder, ‘maar het is ook een herhaling. Toekomst is een herhaling van wat we geschiedenis noemen. Steeds is er de hoop dat we ervan geleerd hebben maar dat hebben we niet, kijk maar naar hoe de wereld er momenteel voor staat.’
Kachelpijpen
Inmiddels staat de F-16 op het punt in Nederland geschiedenis te worden. ‘Ons eerste boek over deze machine is inmiddels uitgegeven. Nog één is er in aantocht, waarin de verhalen van een F-16-vlieger beschreven worden’, zegt Frank. ‘De F-16 die qua techniek werkelijk mens overstijgend is, heeft tegen gekregen dat er te veel van zijn gebouwd. Daardoor is het minder uniek. Vergelijk 1500 of 500 boeken met dezelfde titel. En het feit dat het een oorlogsproduct is…’ Er valt een korte stilte voordat hij vervolgt: ‘Bij het besef wat zo’n machine aan leed kan aanrichten, wil je er eigenlijk maar één ding mee en dat is verschroten. In principe zijn ze bedoeld om angst bij een vijandig gezind land te creëren, waardoor dat land zich wel tien keer bedenkt. Maar mooi is de F-16 wel, zeker die oranjezwarte, de J-015.’
De toestellen van de civiele luchtvaart noemt Frank daarentegen ‘kachelpijpen’. ‘Er zijn wel mooie kachelpijpen, zoals de Lockheed Constellation, de Boeing 747 en de DC-10/MD-11’, brengt hij toch enig onderscheid aan. ‘Ook wat betreft de civiele luchtvaart is het van belang de geschiedenis te kennen. Ze is door de jaren heen veel schoner en stiller geworden. Heel veel mensen zeggen maar wat terwijl ze helemaal niet weten waarover ze het hebben. Ik hoorde een keer iemand vertellen dat een machine met de motoren onder de vleugel veel stabieler zou zijn dan eentje met de motoren achteraan bij de staart. Dat is totale onkunde. Veel meningen zijn puur op emotie gebaseerd, ook als het om luchtvaart gaat. En al stapt een tegenstander zelf niet in het vliegtuig, veel van wat hij dagelijks gebruikt is wel met het vliegtuig getransporteerd.’
Eindelijk terug: schaalmodel van de gloednieuwe Transavia A321neo
Nu te pre-orderen in de webshop! Let op: limited edition.